De Geo LRN-line Zuid-Amerika (CE 2026 e.v.)
- Hoofdstuk 1-2 - Zuid-Amerika: geologie en landschap & Blik op de Zuid-Amerikanen
oefentoetsen & antwoorden
1e editie
Klas 4-5-6|Vwo
Onderwerpen: El Nino, favela’s verstedelijkingsgraad, verstedelijkingstempo, mijnbouw, vulkanisme, lahar, klimaat, importsubstitutie, exportvalorisatie, global shift, caatinga, cerrado, selva, landgrabbing, cliëntelisme, segregatie
Toets Aardrijkskunde
De Geo LRN-line Zuid-Amerika (CE 2026 e.v.)
Online maken
Toets afdrukken
Uit het antwoord moet blijken dat:Voor de overheid het geen prioriteit heeft / het niet mogelijk is om op tijd of überhaupt huizen te bouwen voor alle arme bevolkingsgroepen.Projectontwikkelaars weinig kunnen verdienen aan armen en dus geen huizen voor hen zullen bouwen. De bewoners noodgedwongen zelf aan de slag moeten.Toelichting:In de uitwerking wordt uitgelegd waarom bewoners in São Paulo vaak zelf hun woningen bouwen, door in te gaan op de politieke en economische dimensie van de situatie.Politieke dimensie: De overheid van São Paulo heeft vaak beperkte middelen en prioriteit voor het bouwen van woningen voor arme bevolkingsgroepen. Er zijn simpelweg niet genoeg overheidsprogramma’s of budget om voor iedereen een woning te bouwen. Dit komt doordat de overheid zich vaak richt op andere dringende kwesties of dat er simpelweg niet genoeg politieke wil of mogelijkheden zijn om snel en op grote schaal huizen te bouwen voor de arme bevolking. Daardoor moeten de bewoners zelf actie ondernemen en hun eigen woningen bouwen, omdat de overheid dit niet op tijd of in voldoende mate kan doen.Economische dimensie: Vanuit economisch perspectief is het voor projectontwikkelaars vaak niet rendabel om huizen te bouwen voor de arme bevolkingsgroepen. Omdat deze mensen meestal een laag inkomen hebben, kunnen ze de kosten voor een nieuw huis niet betalen. Projectontwikkelaars richten zich vooral op welvarendere mensen, omdat daar meer winst te behalen is. Dit betekent dat er geen huizen voor de arme bevolking op de reguliere markt beschikbaar zijn, en de bewoners daarom genoodzaakt zijn om zelf woningen te bouwen, vaak met goedkope materialen en zonder professionele hulp. Brazilië is erg verstedelijkt / heeft een hoge verstedelijkingsgraad, waardoor de groei ten opzichte van de totale stedelijke bevolking vrij laag is.Toelichting:In de uitwerking wordt uitgelegd waarom de stedelijke bevolking van Brazilië relatief weinig groeit. Dit heeft te maken met het feit dat Brazilië al een hoge verstedelijkingsgraad heeft. Dit betekent dat een groot deel van de bevolking al in steden woont, en de meeste mensen die zich verplaatsen, gaan naar steden die al goed ontwikkeld zijn.Waarom groeit de stedelijke bevolking weinig?Omdat Brazilië al sterk verstedelijkt is, zijn er minder mensen die vanuit landelijke gebieden naar de stad verhuizen. In veel andere landen, waar de verstedelijking nog in een vroege fase zit, groeit de stedelijke bevolking sneller omdat veel mensen vanuit het platteland naar steden trekken op zoek naar werk en betere leefomstandigheden. In Brazilië is dit proces al grotendeels afgerond. De groei van de stedelijke bevolking is dus relatief laag, omdat het merendeel van de mensen al in de stad woont. De betrokken platen zijn Nazcaplaat en Zuid-Amerikaanse plaat. De Nazcaplaat bestaat hier uit oceanische korst (Nazca), de Zuid-Amerikaanse uit continentale korst (Zuid-Amerika). Toelichting:In de uitwerking wordt uitgelegd dat de vulkaan Tungurahua ontstaat bij een convergente plaatgrens, wat betekent dat twee platen naar elkaar toe bewegen.De betrokken platen:- Nazcaplaat: Dit is een oceanische plaat. Oceanische korst is zwaarder en dunner dan continentale korst. De Nazcaplaat ligt onder de oceanen, en de korst bestaat voornamelijk uit basalt, wat een soort gesteente is dat in de oceanen voorkomt.- Zuid-Amerikaanse plaat: Dit is een continentale plaat. Continentale korst is lichter en dikker dan oceanische korst en bestaat voornamelijk uit graniet, wat typisch is voor het continentale gebied, zoals Zuid-Amerika.Hoe dit werkt bij een convergente plaatgrens:Bij een convergente plaatgrens duwt de oceanische Nazcaplaat onder de continentale Zuid-Amerikaanse plaat, omdat oceanische korst zwaarder is. Wanneer de Nazcaplaat naar beneden beweegt in de zogenaamde subductiezone, wordt de korst verhit en komt er magma vrij, wat leidt tot vulkanisme. Dit proces veroorzaakt de vorming van vulkanen zoals Tungurahua. Het juiste gevaar is: lahar / vulkanische modderstroom. Lahars ontstaan doordat vulkanisch as gemobiliseerd wordt door water en in El Niño-jaren valt er meer neerslag dan normaal.Toelichting:In de uitwerking wordt het gevaar van lahars (vulkanische modderstromen) genoemd als een extra dreiging voor bewoners rondom de Tungurahua-vulkaan.Wat is een lahar?Een lahar is een modderstroom die ontstaat wanneer vulkanisch as en puin door water (bijvoorbeeld regen of smeltwater) naar beneden worden gespoeld. Dit mengsel van water, as, gesteente en modder kan snel naar beneden stromen en zorgt voor grote schade aan huizen en infrastructuur.Waarom is de dreiging groter in El Niño-jaren?In El Niño-jaren is er meer neerslag dan normaal in bepaalde delen van de wereld, waaronder de regio rondom de Tungurahua-vulkaan. De extra regenval zorgt ervoor dat vulkanisch as en andere losse materialen sneller in beweging komen, waardoor de kans op lahar-vorming toeneemt. Dit maakt de dreiging van lahars groter in El Niño-jaren, omdat het water de vulkanische as gemakkelijker naar beneden kan duwen, wat leidt tot gevaarlijke modderstromen. De richting is noordwest (vanwege de zuidoostpassaat).Toelichting:In de uitwerking wordt aangegeven dat de aswolk van de Tungurahua-vulkaan zich waarschijnlijk naar het noordwesten zal verplaatsen. Dit komt doordat de wind in de regio meestal van het zuidoosten naar het noordwesten waait.Waarom is dit belangrijk?Dit betekent dat, als er een uitbarsting plaatsvindt, de aswolk meestal meegevoerd zal worden door deze windrichting. Dus, als de vulkaan in juli uitbarst, zou de aswolk zich in de richting van het noordwesten bewegen. Importsubstitutie en exportvalorisatie.importsubstitutie: het produceren van (hoogwaardige) goederen die anders geïmporteerd zouden worden exportvalorisatie: het verwerken van de grondstoffen tot halffabricaten / eindproducten alvorens deze te exporteren Toelichting:1. Importsubstitutie: dit beleid houdt in dat een land probeert om zelf (hoogwaardige) producten te maken die anders geïmporteerd zouden worden. Het doel is om afhankelijkheid van buitenlandse producten te verminderen door in eigen land te produceren, wat de binnenlandse industrie stimuleert en werkgelegenheid creëert. Bijvoorbeeld, als een land veel machines moet importeren, kan het beleid gericht zijn op het opzetten van fabrieken om deze machines zelf te maken. Dit kan de handelsbalans verbeteren omdat er minder geïmporteerd wordt en meer producten binnen het land worden geproduceerd.2. Exportvalorisatie: bij exportvalorisatie wordt geprobeerd om grondstoffen niet onbewerkt, maar als halffabricaten of eindproducten te exporteren. Dit houdt in dat het land eerst de grondstoffen bewerkt voordat ze het exporteren, zodat ze meer waarde toevoegen aan de grondstoffen. Bijvoorbeeld, in plaats van alleen ruwe olie te exporteren, zou het land olieproducten zoals benzine of plastic kunnen produceren en exporteren. Dit verhoogt de waarde van de export en kan helpen de handelsbalans te verbeteren, omdat de exportwaarde toeneemt. De leden van de Mercosur liggen rond de Atlantische Oceaan, terwijl de leden van de Pacifische Alliantie onderdeel uitmaken van de Pacific Rim. Dit is het gebied waar de globale economie het sterkste groeit. Toelichting:Global shift verwijst naar de verschuiving van economische kracht van het Westen (zoals de Verenigde Staten en Europa) naar opkomende economieën in Azië en Latijns-Amerika, vooral de landen rondom de Pacific Rim (de Stille Oceaan).Mercosur is een economische organisatie die bestaat uit landen rondom de Atlantische Oceaan, zoals Argentinië, Brazilië, Paraguay, Uruguay, en Venezuela. Deze landen bevinden zich in een regio die traditioneel minder economische groei heeft doorgemaakt in vergelijking met Azië.De Pacifische Alliantie, daarentegen, bestaat uit landen die aan de Pacific Rim liggen, zoals Chili, Peru, Colombia en Mexico. Dit is het gebied waar de global shift het sterkst zichtbaar is, omdat de economieën in Azië, vooral China, Japan en Zuid-Korea, de afgelopen decennia enorm zijn gegroeid. De landen rondom de Stille Oceaan profiteren van de handel met deze snelgroeiende economieën, waardoor hun economische invloed toeneemt. caatinga: a, d cerrado: c, f selva: b, eToelichting:Caatinga:a. Dit landschap bestaat uit een steppeachtige vegetatie. De caatinga is een droog, steppeachtig landschap dat kenmerkend is voor het noordoosten van Brazilië. Het heeft weinig vegetatie door het droge klimaat.d. Er is een droge periode van ongeveer negen maanden. De caatinga heeft een droog seizoen van ongeveer negen maanden per jaar, wat de schaarse vegetatie verder verklaart.Cerrado:c. Door de halfjaarlijkse verschuiving van de ITCZ zijn de verschillen in neerslag tussen de seizoenen groot. De cerrado, een savanneachtig landschap in het centrale deel van Brazilië, heeft een tropisch klimaat met duidelijke seizoensgebonden neerslagverschillen, wat komt door de verschuiving van de Intertropische Convergentiezone (ITCZ).f. Voor de aanleg van onder andere sojaplantages wordt de savanneachtige vegetatie gekapt. Het cerrado wordt vaak gekapt voor landbouw, vooral voor de aanleg van sojaplantages, omdat het gebied ideaal is voor landbouwgrond.Selva:b. Dit landschap bestaat uit tropisch regenwoud. De selva, of het Amazonewoud, is het grootste tropische regenwoud ter wereld, dat zich uitstrekt over het noorden van Brazilië.e. Grote delen van dit gebied staan door het geringe reliëf regelmatig onder water. In de selva, met zijn laaggelegen en vaak moerassige gebieden, komt het vaak voor dat delen van het landschap door de jaarlijkse overstromingen van de rivieren onder water staan. In de koloniale tijd leverden gebieden / kolonies in Zuid-Amerika grondstoffen / landbouwproducten aan het moederland / de centrumlanden; via landgrabbing leveren Zuid-Amerikaanse landen deze producten nu ook, indirect, aan de centrumlanden.Toelichting:Neokolonialisme verwijst naar een situatie waarin landen, vaak voormalige kolonies, nog steeds economisch afhankelijk zijn van rijke, industriële landen (de centrumlanden), maar nu op een meer indirecte manier, zonder formele koloniale overheersing.Waarom is landgrabbing neokolonialisme?In de koloniale tijd werden Zuid-Amerikaanse landen gedwongen om grondstoffen en landbouwproducten te leveren aan hun koloniale overheersers (de centrumlanden). Deze landen produceerden producten zoals koffie, suiker, goud en andere grondstoffen die vervolgens naar de centrumlanden werden geëxporteerd, waar ze werden verwerkt en geconsumeerd.Landgrabbing is een moderne vorm van het verkrijgen van land door buitenlandse bedrijven of overheden in Zuid-Amerika, vaak voor de productie van landbouwproducten of grondstoffen. In dit geval wordt land gekocht of gehuurd in Zuid-Amerikaanse landen om gewassen of producten te verbouwen die vervolgens naar de rijke landen (centrumlanden) worden geëxporteerd. Hoewel Zuid-Amerika nu geen formele koloniën meer is, is de uitbuiting van natuurlijke hulpbronnen voor het voordeel van andere landen in wezen een voortzetting van de koloniale relaties, maar op een economisch indirecte manier. De VS waren bang dat wanneer de oude (meer links georiënteerde) regering bleef zitten, zij de Sovjet-Unie zouden ondersteunen in de Koude Oorlog en niet de Verenigde Staten. Hierdoor werden de (linkse) regeringen door staatsgrepen (gesteund door de VS) vervangen. Toelichting:Waarom steunden de VS militaire dictaturen in Zuid-Amerika?Tijdens de Koude Oorlog (1947-1991) waren de VS en de Sovjet-Unie de twee belangrijkste wereldmachten die streden om invloed over andere landen. De VS wilden voorkomen dat landen in Zuid-Amerika zich zouden aansluiten bij de Sovjet-Unie of communistische ideologieën zouden omarmen, omdat ze vreesden dat dit de invloed van de VS in de regio zou verminderen. In veel Zuid-Amerikaanse landen waren de regeringen na de Tweede Wereldoorlog meer links georiënteerd en stonden zij open voor het idee van een sociaal of communistisch beleid.De VS waren bang dat deze regeringen, die mogelijk de belangen van de arbeiders of de armen ondersteunden, de Sovjet-Unie zouden steunen, wat de VS zou uitsluiten van de invloed in Zuid-Amerika. Daarom steunden ze vaak militaire staatsgrepen, waarbij het leger de macht overnam van de gekozen regeringen. De VS zagen dit als noodzakelijk om te voorkomen dat communistische regeringen aan de macht zouden komen, omdat ze dachten dat dit de invloed van de Sovjet-Unie zou vergroten. Bij cliëntelisme is er sprake van corruptie. Politici kopen mensen om in ruil voor hun stem. Op deze kaart is duidelijk te zien dat een groot deel van Zuid-Amerika oranje/rood kleurt en dus te maken heeft met politieke corruptie / cliëntelisme.Toelichting:Wat is cliëntelisme?Cliëntelisme is een vorm van politiek patronage waarbij politici beloftes doen of materiële voordelen geven aan kiezers of specifieke groepen in ruil voor hun steun of stemmen. Dit kan variëren van het aanbieden van werk, geld, of andere voordelen, maar het belangrijkste is dat het doel is om de macht van de politicus te versterken door op een corruptieve manier steun te verkrijgen.Hoe laat de kaart cliëntelisme zien?De kaart toont de mate van politieke corruptie in verschillende landen. De landen die oranje of rood kleuren, hebben te maken met een hoge mate van corruptie, wat suggereert dat er een significant probleem is met het politieke systeem. Dit houdt in dat de politici in deze landen vaak gebruik maken van cliëntelistische praktijken, waarbij ze hun positie behouden door het kopen van stemmen en politieke steun. Omdat cliëntelisme inherent is aan corruptie, is de kaart een visuele aanwijzing voor waar dit systeem veel voorkomt. Dit kan op twee manieren (één manier uitleggen is genoeg):Enerzijds kan er sprake zijn van erosie. Doordat bovenliggende gesteentelagen langzaam afslijten komen de ertsen relatief steeds dichter aan het oppervlak.Een andere mogelijkheid is opheffing. Doordat sommige plekken op aarde worden opgeheven, komen ertsen dichter aan het aardoppervlak te liggen en zijn ze soms toch winbaar. Toelichting:Erosie: Een van de belangrijkste processen die ertsen dichter naar het aardoppervlak kan brengen, is erosie. Erosie is het proces waarbij bovenliggende lagen van gesteente langzaam worden afgesleten door wind, water en andere natuurlijke krachten. Naarmate deze bovenste lagen wegslijten, komen de ertsen die daaronder liggen steeds dichter bij het oppervlak te liggen. Hierdoor worden ertsen soms toegankelijk, zelfs als ze oorspronkelijk op grote diepte in de aarde zaten.Opheffing: Een ander proces dat ertsen naar het oppervlak kan brengen, is opheffing. Opheffing gebeurt wanneer grote stukken van de aardkorst omhoog worden geduwd door geologische krachten, bijvoorbeeld door bewegingen van tektonische platen. Dit kan ertsen die zich diep in de aarde bevinden naar het oppervlak brengen, waardoor ze soms winbaar worden, zelfs als ze oorspronkelijk op grote diepte lagen. Bij sociale segregatie gaat het erom dat verschillende sociale klassen vooral naast elkaar leven en niet met elkaar. Bijvoorbeeld arm naast rijk en niet arm tussen rijk.Bij ruimtelijke segregatie gaat het erom dat verschillende sociale klassen ook ruimtelijk gezien niet met elkaar wonen, dus in aparte wijken. Beide situaties gaan op in Zuid-Amerika. Arme mensen hebben vaak alleen contact met dezelfde sociale klasse omdat ze ook met deze sociale klasse in dezelfde wijk (favela) wonen. De hogere sociale klasse woont vaak op de betere plekken en soms zelfs in gated communities.Toelichting:Sociale segregatie verwijst naar het fenomeen waarbij mensen van verschillende sociale klassen naast elkaar leven, maar niet met elkaar. Dit betekent dat arme mensen vaak in een wijk wonen met andere arme mensen, en rijke mensen in een andere wijk met andere rijke mensen. Er is weinig interactie tussen de verschillende sociale groepen, omdat ze simpelweg in andere omgevingen wonen en andere levensstijlen hebben.Ruimtelijke segregatie verwijst naar het feit dat deze sociale groepen ook geografisch gescheiden zijn. Dit betekent dat arme mensen vaak in favela’s wonen (arme, informele wijken), terwijl rijke mensen zich vaak in betere wijken bevinden, soms zelfs in gated communities (afgesloten, beveiligde gemeenschappen). De rijke wijken liggen vaak verder van de arme wijken af, waardoor de kans op contact tussen arm en rijk kleiner is.Hoe vallen deze twee vormen van segregatie samen?In Zuid-Amerikaanse steden is er vaak sprake van zowel ruimtelijke als sociale segregatie, wat betekent dat de arme en rijke bevolkingsgroepen zowel fysiek als sociaal van elkaar gescheiden zijn. Arme mensen wonen in wijken waar de meeste mensen dezelfde (lage) sociale klasse hebben, zoals de favela's, en hebben daardoor alleen sociaal contact met mensen van dezelfde klasse. Rijke mensen wonen in wijken waar vooral andere rijke mensen wonen, en hebben weinig contact met de arme bevolkingsgroepen. Galapagos = hotspot vulkanisme, dus vooral effusief/basaltisch vulkanisme.Andes = explosief / stratovulkanisme, veroorzaakt door subductie.Toelichting:Vulkanisme op de Galapagos-eilanden:De Galapagos-eilanden zijn ontstaan door hotspot vulkanisme. Dit betekent dat er een hete plek in de aardmantel is die zich onafhankelijk van de plaatbewegingen bevindt. Door deze hotspot stijgt er magma op naar het aardoppervlak, waar het uitvloeit en vulkanen vormt. Dit type vulkanisme is typisch effusief, wat betekent dat het lava rustig en langzaam uit de vulkaan stroomt. De lava is vaak basaltisch, een type vulkanisch gesteente dat relatief laag in silicium en daardoor dun vloeibaar is. Dit zorgt ervoor dat de lava makkelijk naar beneden stroomt en grote, brede vulkanen vormt.Vulkanisme in de Andes:In de Andes komt vulkanisme voor door subductie, waarbij de oceanische plaat onder de continentale plaat schuift. Dit veroorzaakt explosief vulkanisme, wat inhoudt dat het magma die omhoog komt vaak dikker is dan basalt, en daardoor moeilijker kan stromen. Dit zorgt voor stratovulkanen, die steile, conische vulkanen zijn die vaak leiden tot heftige uitbarstingen. Het magma dat uit deze vulkanen komt, bevat veel siliciumdioxide, waardoor het dikker en stroperiger is. Dit leidt tot explosieve uitbarstingen, waarbij grote hoeveelheden as en gas in de lucht worden geslingerd. Tijdens een El Niño ligt voor de westkust van Zuid-Amerika betrekkelijk warm oceaanwater en dat zorgt juist voor lage druk / neerslag en dus niet voor opdrogende condities.Toelichting:Wat is El Niño?El Niño is een klimaatfenomeen waarbij het zeewater voor de westkust van Zuid-Amerika warmer is dan normaal. Dit zorgt voor verandering in het weerpatroon, zoals lage druk boven de oceaan en verhoogde neerslag in sommige gebieden, zoals de westkust van Zuid-Amerika (vooral in landen als Peru en Ecuador).Waarom is de perceptie onjuist?Het Poopomeer ligt niet aan de westkust van Zuid-Amerika, maar ligt in het binnenland van Bolivia, dicht bij de grens met Peru. In een El Niño-jaar komt er juist meer neerslag aan de westkust, maar minder neerslag in de binnenlanden van Zuid-Amerika, wat mogelijk de droogte in dat gebied zou kunnen verergeren. Daarom zou een lager waterpeil in het Poopomeer niet direct door El Niño zelf veroorzaakt moeten worden, maar eerder door een afname van de neerslag in de regio van het meer door het klimaatfenomeen.
Deze toets bestellen?
Voordeligst
Lidmaatschap ToetsMij
€ 12,99/mnd
Snel nog even wat toetsen oefenen? Kies dan onze meest flexibele optie.