Economie Integraal 2e ed deel 1+2+3
- Hoofdstuk 11 - Risico en verzekeren
oefentoetsen & antwoorden
2e editie
Klas 4-5-6|Vwo
Deze oefentoets behandelt o.m. de volgende onderwerpen:
Verzekeren
Motieven voor verplichte verzekeringen
Risicoaversie
Solidariteit
Asymmetrische informatie, moral hazard en averechtse selectie
Premiedifferentiatie
Verzekeringspremie berekenen
Socialezekerheidsstelsel
Volksverzekeringen en werknemersverzekeringen
Sociale voorzieningen
Waardevaste en welvaartsvaste uitkeringen
Examendomein G
Toets Economie
Economie Integraal 2e ed deel 1+2+3
Online maken
Toets afdrukken
Solidariteit betekent dat je niet alleen voor jezelf zorgt, maar ook rekening houdt met anderen. Binnen verzekeringen betalen we allemaal premie, ook al heb je in een periode geen schade. Met de premie die jij betaalt, wordt ook de schade vergoed van anderen. Je betaalt dus niet alleen premie voor jezelf, maar ook voor anderen. Dat is solidariteit. Bepaalde verzekeringen zijn door de overheid verplicht gesteld, zoals de basisverzekering zorg, WA-verzekering bij motorvoertuigen en sociale verzekeringen. Omdat iedereen hier verplicht wordt om premie te betalen t.b.v. de betaalbaarheid voor de verzekering voor iedereen, is hier sprake van verplichte solidariteit. a) - 4b) - 2c) - 1d) - 5e) - 3 WA(M) staat voor wettelijke aansprakelijkheid (motorvoertuigen). Ben je WA-verzekerd, dan is de schade die jij toebrengt aan anderen verzekerd. Deze verzekering is verplicht voor iedereen met een motorvoertuig. Bij WA+ beperkt casco ben je (naast de schade die jij toebrengt aan anderen) ook verzekerd tegen diefstal en brandschade. Vaak zit hier ook ruitschade bij en eventueel stormschade. Deze aanvullende verzekering is niet verplicht. Bij WA+ volledig casco, ook wel allrisk genoemd, ben je verzekerd voor alle schade die jij toebrengt aan anderen en aan je eigen voertuig. Deze aanvullende verzekering is niet verplicht. Sociale voorzieningen zijn bedoeld voor alle burgers in Nederland om ervoor te zorgen dat elke burger in Nederland een bepaald minimuminkomen (bestaansminimum) heeft. Voorbeelden zijn de bijstandsuitkeringen, WAJONG en diverse toeslagen, zoals huurtoeslag, zorgtoeslag en kinderopvangtoeslag. Sociale voorzieningen worden betaald vanuit de algemene belastingen. Sociale verzekeringen zijn uitkeringen aan mensen ter vervanging van inkomensverlies of om een bijdrage te leveren bij het betalen van bepaalde kosten. De sociale verzekeringen delen we op in volksverzekeringen en werknemersverzekeringen.Sociale verzekeringen worden betaald vanuit ontvangen premies, die worden betaald door alle werknemers en werkgevers in Nederland. Waardevaste uitkeringen zijn uitkeringen, die meestijgen met de inflatie. Zo behoudt de uitkering dezelfde waarde in koopkracht als het jaar daarvoor. Welvaartsvaste uitkeringen zijn uitkeringen, die meestijgen met de gemiddelde loonstijging. Zo stijgt de koopkracht van de uitkeringsgerechtigden evenredig mee met de koopkracht van de gemiddelde werknemer.Op deze manier worden de uitkeringsgerechtigden relatief niet armer (en/of rijker) dan de gemiddelde werknemer. a)In sommige situatie kunnen schadebedragen zo hoog oplopen dat de meeste mensen zonder verzekering deze bedragen niet zouden kunnen betalen. Bijvoorbeeld autoschade na auto-ongelukken of de kosten van operaties in een ziekenhuis na letselschade. Om de premies van bepaalde verzekeringen laag te houden. Bij verplichte verzekeringen zijn er automatisch veel mensen verzekerd, waardoor de totale kosten van de schade-uitkeringen verdeeld kunnen worden over meer mensen dan bij een niet-verplichte verzekering.Sociale (verplichte) solidariteit, waarbij de overheid het rechtvaardig vindt dat iedereen meebetaalt aan sociale verzekeringen. b)Risico-aversie is de mate waarin mensen afkeer hebben van risico’s aldus risico’s willen vermijden. Bij het kiezen voor een hoger eigen risico (in ruil voor een lagere premie) loopt een verzekerde zelf meer risico. Uit het bericht blijkt dat consumenten juist kozen voor een lager eigen risico. Zij wilden dus minder risico lopen en vertonen dus meer risicomijdend gedrag. De mate van risico-aversie onder consumenten is dus gestegen. c)Een eigen risico houdt in dat de verzekerde bij schade zelf ook opdraait voor een deel van de financiële gevolgen van de schade. Moreel wangedrag (moral hazard) betekent dat verzekerden zich risicovoller (minder voorzichtig) gaan gedragen, omdat ze toch verzekerd zijn. (De verzekering dekt een eventuele schade toch wel). Doordat verzekerden met een eigen risico ook een deel van de schade zelf moeten betalen, zullen ze zich voorzichtiger gaan gedragen en neemt de kans op moreel wangedrag (moral hazard) dus af. a)De hoogte van de premie is voornamelijk afhankelijk van het risico dat de verzekeringsmaatschappij loopt. Hoe groter het risico voor de verzekeringsmaatschappij, des te hoger de te betalen premie door de verzekerde. Het risico voor de verzekeringsmaatschappij is afhankelijk van:De kans op schade. (Een fietsverzekering in Amsterdam is duurder dan in Zevenaar.) De hoogte van het schadebedrag bij een ongeval. (Een autoverzekering voor een Ferrari is duurder dan voor een Kia Picanto). Naast dit risico spelen natuurlijk ook de bedrijfskosten van de verzekeringsmaatschappij een rol en een eventuele winstopslag. b)Er kunnen, al dan niet in onderling overleg, een aantal acties worden genomen om het risico voor de verzekeringsmaatschappij te verlagen. Zo wordt de premie lager, maar loopt de verzekerde wel meer risico!Een eigen risico. Een maximum uitkeringsbedrag vaststellen. Bepaalde schades en/of schadevergoedingen uitsluiten van dekking. Premiedifferentiatie 🡪 korting op de premie voor goede risico’s.(bijvoorbeeld een inbraakalarm in huis of bewijs dat je al vele jaren zonder schade hebt gereden). c)Een stijging van de premie betekent dat alle verzekerden meer moeten betalen, zowel de goede als de slechte risico’s. Het zou kunnen dat bepaalde goede risico’s zich nu niet meer willen verzekeren, daar zij de premie te hoog vinden in vergelijking met de kans op schade. Goede risico’s zullen zich dus niet meer verzekeren. Hierdoor nemen de opbrengsten voor de verzekeringsmaatschappij af, terwijl de kosten van de schade-uitkeringen van de slechte risico’s hetzelfde blijven. Om deze schade-uitkeringen te kunnen blijven betalen, zal de verzekeringsmaatschappij de premie weer opnieuw moeten verhogen. Hierdoor vertrekken nog meer goede risico’s. Uiteindelijk blijven zo alleen de slechte risico’s over (averechtse selectie). a)De AOW (algemene ouderdomswet) is een volksverzekering en biedt een uitkering voor alle mensen die in Nederland wonen en die de pensioengerechtigde leeftijd hebben bereikt. De WW (werkloosheidswet) is een werknemersverzekering en biedt een uitkering voor voormalig werknemers die tijdelijk geen werk hebben, maar wel actief op zoek zijn naar een nieuwe baan. De ZW (ziektewet) is een werknemersverzekering en biedt een uitkering voor (voormalig) werknemers die tijdelijk ziek zijn en daardoor tijdelijk niet kunnen werken, waardoor ze inkomen mis lopen.b)Deze verzekeringen worden allemaal betaald vanuit de premies die werknemers en werkgevers moeten betalen aan de Belastingdienst. Alle werknemers en werkgevers betalen dus verplicht mee aan de uitkeringen van anderen. Hierdoor is er sprake van verplichte solidariteit. De overheid vindt het rechtvaardig dat iedereen bereid is iets van steun te verlenen aan anderen. c)Waardevaste uitkeringen stijgen mee met de inflatie. Zo blijft de koopkracht van uitkeringsgerechtigden gelijk. Welvaartsvaste uitkeringen stijgen mee met de lonen. Zo worden uitkeringsgerechtigden in verhouding niet armer in de maatschappij en blijft hun relatieve welvaart gelijk. Hier stijgen de uitkeringen mee met het minimumloon. Er is dus sprake van een welvaartsvaste verhoging. Werkwijze a)Maak gebruik van de formule:TW = TO – TK Eindantwoord a)TO = 9.000 x 850 = € 7.650.000 TK = 400.000 + (9.000 x 15) + (8.000 x 200.000200 ) + (1000 x 200.000500 )TK = € 8.935.000TW = 7.650.000 - 8.935.000 = - € 1.285.000Dus een verlies van € 1.285.000Eindantwoord b)Door de uniforme premie zullen zich naar verwachting in 2017 in verhouding veel zzp’ers met een fysiek zwaar beroep bij de nieuwe verzekering aanmelden. Deze hebben een relatief hoge kans op arbeidsongeschiktheid. Dit betekent voor AOVZ hoge uitkeringslasten, waarmee onvoldoende rekening is gehouden bij het vaststellen van de uniforme premie.Dit kan hebben bijgedragen aan het verlies. Eindantwoord c)Het is heel onwaarschijnlijk dat een verzekerde zzp’er zich risicovoller zal gedragen dan als hij niet verzekerd is. Geen financiële tegemoetkoming lijkt op te kunnen wegen tegen blijvende arbeidsongeschiktheid. Werkwijze d)Maximale winst wordt bereikt bij MO = MK. (figuur 1 en 2)Bijbehorende premie (prijs) aflezen vanaf de GO-lijn. (figuur 1 en 2)Lees het aantal verzekerden (afzet) af bij deze premies. (figuur 1 en 2)Bereken dan TO Bereken dan TK (zie zowel figuur 1 en 2 als tabel 1 en 2)Bereken tenslotte TW (max. winst) Eindantwoord d)Voor het behalen van maximale totale winst zal in beide deelmarkten een premie worden vastgesteld, waarbij sprake is van MO = MK. Dit geeft voor de eerste doelgroep een jaarpremie van 1.400 euro (zie figuur 1) en voor de tweede doelgroep een jaarpremie van 800 euro (zie figuur 2) Totale Opbrengsten (TO) = TO1 + TO2 TO = (3.200 x 1.400) + (1.100 x 800) = 5.360.000 euro Totale Kosten (TK) = TVK1 + TVK2 + TCK TK = (3.200 x 1.015) + (1.100 x 415) + 400.000 = 4.104.500 euro De maximale Totale Winst (TW) bedraagt 1.255.500 euro a)Met beperkte informatie over de gezondheid van de verzekerden zal de verzekeraar zich bij het bepalen van de hoogte van de premie richten op een gemiddeld gezondheidsrisico. Dit leidt ertoe dat voornamelijk mensen met een relatief hoog gezondheidsrisico zich zullen verzekeren. De premie zal daardoor gaandeweg hoger komen te liggen, waardoor opnieuw verzekerden met de laagste risico’s zullen besluiten ‘uit te stappen’.b)Voorbeeld van een correcte berekening: Het totaal aan uit te keren bijdragen uit het vereveningsfonds van € 95 miljoen kan niet volledig worden gedekt door de € 50 miljoen opgelegde heffingen.c)Met het verplichte karakter worden mensen met lage gezondheidsrisico’s ook verzekerd. Deze mensen hadden anders wellicht niet deelgenomen. Daarmee kan de premie voor mensen in hogere risicogroepen lager blijven dan als deze verzekering niet verplicht was geweest.d)Als er een verplichting geldt voor het afsluiten van een verzekering, kan de situatie zich voordoen dat bij sommige verzekerden de betalingsbereidheid lager is dan de gerekende premie.Deelname van deze personen aan de verzekering zal dan een negatief effect hebben op het totale consumentensurplus.
Deze toets bestellen?
Voordeligst
Lidmaatschap ToetsMij
€ 12,99/mnd
Snel nog even wat toetsen oefenen? Kies dan onze meest flexibele optie.