Deze oefentoets behandelt o.m. de volgende onderwerpen: het systeemmodel van politieke besluitvorming, ideologieën, vormen van democratie, instellingen binnen de vier bestuursniveaus gemeente, provincie, landelijke overheid en Europese Unie, taken en rechten van het parlement, coalitie en oppositie, functies van massamedia, taken van Europese instellingen en politieke participatie.
Toets Maatschappijleer
Dilemma 3.0
Online maken
Toets afdrukken
Het gaat om de volgende begrippen:Oppositie(partijen)RegeringEuropese RaadNormen Het gaat om de volgende begrippen:ProvincieDagelijks bestuur (of uitvoerende macht)College van Burgemeester en WethoudersGedeputeerde StatenEuropese CommissieProvinciale StatenEerste en Tweede Kamer of parlement of Staten-Generaal Het gaat om de volgende fasen / poortwachters / terugkoppeling:TerugkoppelingUitleg: er is al iets uitgevoerd, er is namelijk een nieuwe weg aangelegd. Hier hebben de bewoners een reactie op, in dit geval zijn ze ergens niet blij mee.OmzetfaseUitleg: in de omzetfase zijn bestuurders en volksvertegenwoordigers (gemeenteraadsleden zijn volksvertegenwoordigers) aan zet om oplossingen te bedenken in de vorm van nieuwe wet- en regelgeving.PoortwachtersUitleg: poortwachters vormen een belangrijke schakel tussen samenleving en politiek. In dit voorbeeld doet de fractievoorzitter van de VVD zijn best om een wens van de samenleving in de politiek te krijgen.InvoerfaseUitleg: buurtbewoners van de Bredebuurt ervaren een maatschappelijk probleem (een onveilige weg) waarvoor ze een oplossing vragen van de politiek. ConfessionalismeUitleg: de christelijke waarden zoals gemeenschapszin en naastenliefde staan hier centraal. Beide waarden komen terug in het naoberschap, omdat hieruit blijkt dat mensen samen een hechte gemeenschap vormen waarin ze klaar staan voor hun medemens.LiberalismeUitleg: er is sprake van vrijheid als er geen bemoeienis is van anderen of de overheid. Iedereen mag doen wat hij wil, maar anderen mogen er geen schade van ondervinden. Van criminelen ondervinden anderen wel schade en ze maken inbreuk op de individuele rechten van anderen, dus dit moet worden aangepakt. Daarnaast vindt deze stroming dat de overheid zich alleen moet bezighouden met orde, rechtspraak en veiligheid, dat sluit ook aan bij uitspraak.SociaaldemocratieUitleg: sociaaldemocraten geloven in gelijkheid en solidariteit. Daar hoort bij dat alle kinderen gelijke kansen krijgen, ook op het gebied van sport en beweging. Door hier een budget voor vrij te maken, wordt gebruik gemaakt van de belastinginkomsten (van de hogere inkomens) en daarmee is er ook sprake van solidariteit. Motierecht, dit recht heeft alleen de Tweede KamerUitleg: Becker doet een uitspraak over een bepaalde maatregel, dit is een motie. Onderzoeks- en enquêterecht, dit is een recht van beide KamersUitleg: dit kan gebruikt worden om buiten het kabinet om diepgravend onderzoek te doen naar een maatschappelijke of politieke kwestie. Het gaat in dit geval om de zwaarste variant, een parlementarie enquête, maar dat kun je uit het tekstje niet opmaken, op basis daarvan zou het ook om een parlementair onderzoek kunnen gaan.Budgetrecht, dit is een recht van beide KamersUitleg: het parlement heeft het recht om uitleg te vragen over de jaarlijkse begroting en mag deze ook aanpassen. In het voorbeeld is dit laatste te zien. De vuurwerkdiscussie is een maatschappelijk probleem omdat (twee van de volgende):Er sprake is van botsende meningen en belangen. In de tekst is te lezen dat de VNG een verbod wil anderzijds zijn er vuurwerkverkopers en burgers die tegen een verbod zijn.De discussie vraagt om een gemeenschappelijke oplossing. Immers, er is een wetsvoorstel ingediend om vuurwerk te verbieden, daarnaast vraagt overheidsinstantie VNG om een verbod. Het gaat meerdere groepen mensen aan. In de tekst is te lezen dat er een wetsvoorstel ligt voor een landelijk verbod. Dit heeft invloed op alle burgers van Nederland. Het recht van amendement. Dit recht stelt Kamerleden in staat om wijzigingen op een wetsvoorstel voor te stellen.Toelichting:Om te bepalen of iets een maatschappelijk probleem is, kijk je naar de kenmerken ervan. De tekst noemt dat een maatschappelijk probleem vaak verschillende meningen kent, de overheid erbij betrokken is (of moet zijn) en het grote groepen raakt. De vuurwerkdiscussie past hierbij: er zijn duidelijke voor- en tegenstanders (verschillende meningen), en de overheid (gemeenten, kabinet, Tweede Kamer) wordt gevraagd om regels te maken.De Tweede Kamer heeft verschillende middelen om haar taken uit te voeren. Als een Kamerlid een bestaand wetsvoorstel wil wijzigen, zoals in de situatieschets, dan is daar een specifiek recht voor. Dit is een van de machtsmiddelen van het parlement dat aansluit bij de wetgevende taak van het parlement. Werkwijze:Geef de naam en relevante kenmerken van beide Europese instellingen.Haal informatie uit de tekst waaruit blijkt dat de betreffende instellingen te herkennen zijn.Koppel de omschrijving van de betreffende instellingen en de informatie uit de tekst aan elkaar. Antwoord: De Raad van de Europese Unie bestaat uit de ministers van de lidstaten en beslist samen met het Europees Parlement over Europese wetgeving.In de tekst is te lezen dat de lidstaten van de EU nog over de wet moeten stemmen.Met ‘de lidstaten’ wordt de Raad van de Europese Unie bedoeld, de ministers besluiten samen en zitten daar namens hun land.De Europese Comissie heeft als taak om wetsvoorstellen te doen. In de tekst is te lezen dat de wet een voorstel is van toenmalig Eurocommissaris Frans Timmermans.Frans Timmermans had deze taak dus, omdat een Eurocommissaris iemand is die in de Europese Commissie zit. Werkwijze:Geef eerst de naam en omschrijving van de twee functies van massamedia die je hier herkent.Bepaal dan welke informatie bij elke van de twee functies relevant is.Koppel tot slot de omschrijving van beide functies aan de informatie het begrip machtenscheiding en de informatie uit de tekst aan elkaar, ga daarbij ook in op de consequenties voor de machtenscheiding als de noodwet er komt. Antwoord: Een andere functie die in de tekst te herkennen is, is de meningsvormende functie. Dit houdt in dat we in contact komen met verschillende opvattingen, waardoor wij onze eigen mening kunnen vormen over de politiek op over maatschappelijke problemen. In de tekst is te lezen dat Michiel van Nispen (SP), oud-voorzitter van de parlementaire enquêtecommissie, de reactie van het kabinet dinsdagavond in Nieuwsuur "buitengewoon teleurstellend" en "een schoffering van de gedupeerden in het toeslagenschandaal" noemde.Als mensen deze opvatting over het kabinet horen, kunnen ze voor zichzelf bepalen of ze het hier mee eens zijn.Nog een functie die in de tekst te herkennen is, is de informerende functie. Dit betekent dat media ons informeren over wat er speelt in de samenleving en de politiek. Hier is hetzelfde stuk tekst relevant, namelijk dat Michiel van Nispen (SP), oud-voorzitter van de parlementaire enquêtecommissie, de reactie van het kabinet dinsdagavond in Nieuwsuur "buitengewoon teleurstellend" en "een schoffering van de gedupeerden in het toeslagenschandaal" noemde.Het programma Nieuwsuur informeert de kijkers over de reactie van het kabinet op het rapport, zodat mensen meer te weten komen over wat er speelt in de politiek.Opmerking: de agendafunctie is niet correct, het onderwerp staat immers als op de politieke agenda. Werkwijze:Beschrijf wat de begrippen directe en indirecte democratie en politieke participatie inhouden.Haal informatie uit de tekst waaruit blijkt of de onderzoekers voorstander zijn van meer indirecte dan wel meer directe democratie.Koppel tot slot de informatie uit de tekst aan de directe of indirecte democratie en leg ook uit hoe het begrip politieke participatie hiermee samenhangt. Antwoord: Een directe democratie is een bestuursvorm waarbij de bevolking direct invloed uitoefent op het wetgevingsproces. Een indirecte democratie is een bestuursvorm waarbij de bevolking niet zelf over allerlei zaken beslist, maar de beslissingen overlaat aan gekozen vertegenwoordigers. Politieke participatie is de mate waarin mensen actief deelnemen aan het democratisch proces. In de tekst is te lezen dat de onderzoekers voorstander zijn van het inzetten van het referendum of burgerberaden.Volgens de onderzoekers is onze democratie gebaat bij meer directe democratie. De voorstellen die zij doen (een referendum en een burgerberaad) zijn allebei voorbeelden van manieren om de bevolking direct te laten meedenken over het wetgevingsproces. Dit leidt ertoe dat burgers meer actief deelnemen aan de democratie, dus de politieke participatie neemt dan toe. Werkwijze:Geef de naam en omschrijving van de betreffende kerntaak van het parlement.Haal informatie uit het artikel waaruit blijkt dat het om deze kerntaak gaat.Koppel de informatie uit het artikel aan de omschrijving van de kerntaak die je hebt gekozen. Antwoord: De kerntaak die te herkennen is, is de wetgevende taak. Dit houdt in dat het parlement bepaalt welke wetten in Nederland gelden. In de tekst is te lezen dat de Tweede Kamer instemde met een voorstel.Hieruit blijkt dat de Tweede Kamer bezig is met het de wetgevende taak, omdat instemmen met een wetsvoorstel door de Tweede Kamer onderdeel is van het bepalen over welke wetten in Nederland gelden.
Deze toets bestellen?
Voordeligst
Lidmaatschap ToetsMij
€ 12,99/mnd
Snel nog even wat toetsen oefenen? Kies dan onze meest flexibele optie.