Biologie voor jou MAX (release 8.2) deel B (nieuwste editie) - Hoofdstuk 5 - Erfelijkheid en evolutie oefentoetsen & antwoorden

Genotype is de erfelijke informatie die in het DNA is vastgelegd.Fenotype zijn de waarneembare kenmerken en eigenschappen.Met andere woorden: het fenotype wordt bepaald door het genotype én de invloeden uit de omgeving (zoals voeding, klimaat, leefstijl).Alleen bij de eigenschappen 2 en 4 een kruisje. De andere eigenschappen zijn vastgelegd in het DNA. Dit proces heet meiose. Mutagene invloeden zijn bijvoorbeeld: Radioactieve stralingUV-stralingRöntgenstralingAsbestSigarettenrook Bij natuurlijke selectie hebben organismen met voordelige eigenschappen een grotere kans om te overleven en zich voort te planten.Je spreekt van een nieuwe soort wanneer verschillende individuen zich niet meer onderling kunnen voortplanten. In de genen die de celdeling regelen hebben mutaties plaatsgevonden. Hierdoor ontstaan kwaadaardige cellen.Uitzaaiing.Goedaardige tumoren groeien, in tegenstelling tot kwaadaardige tumoren,    langzaam en verspreiden zich niet naar andere weefsels.  Waar. Specifieke stukken van het DNA worden bij deze techniek veranderd.Waar. Bij biotechnologie worden organismen gebruikt om producten te maken voor de mens. Bij het maken van yoghurt worden bacteriën gebruikt.Niet waar. Het is juist een voordeel van genetische modificatie dat sommige gewassen bestand gemaakt kunnen worden tegen ziekten. Antwoord A. Antwoord A. Een allel bevat alle informatie van een chromosoom.  Juist. De aftakking naar de haaien vond eerder plaats dan de aftakking naar dfe beenvissen.Onjuist. Beenvissen en amfibieën hebben een gemeenschappelijke voorouder die recenter is dan beenvissen en haaien. Hierdoor zijn beenvissen en amfibieën minder ver uit elkaar geëvolueerd en dus meer verwant aan elkaar. Het voorkomen van ernstige erfelijke ziekten en het verbeteren van de levenskwaliteit van toekomstige generaties.Het ingrijpen in de natuurlijke genetische diversiteit en dat deze techniek ook gebruikt gaat worden voor niet-medische doeleinden, zoals uiterlijke kenmerken of intelligentie. Ook zijn de langetermijneffecten op dit moment nog onbekend.Met behulp van CRISPR-Cas kan het DNA heel precies gewijzigd worden. Het systeem komt voor in bacteriën, waar het dient als verdedigingsmechanisme tegen virussen.Als een bacterie een aanval van een virus overleeft, slaat zij het virus-DNA op in een soort ‘database’ in haar cel. Het enzym Cas controleert de bacterie voortdurend op de aanwezigheid van virus-DNA door het te vergelijken met het DNA in de database. Zodra het enzym virus-DNA vindt, knipt hij het kapot. De vader. De moeder geeft altijd een X-chromosoom. De vader kan een X-chromosoom of een Y-chromosoom doorgeven. Wanneer het X-chromosoom van de vader wordt doorgegeven dan wordt het een meisje (XX). Wanneer het Y chromosoom van de vader wordt doorgegeven dan wordt het een jongen (XY).Mannen hebben slechts één X-chromosoom, waardoor een defect gen direct effect heeft. Vrouwen hebben twee X-chromosomen, waardoor een gezond gen het defecte gen kan compenseren. 50%De zaadcellen van de man bevatten alleen het allel a. De eicellen van de vrouw    bevatten zowel het allel A als het allel a. De mogelijke combinaties zijn Aa (50%) en aa (50%). Blauwe ogen betekent het genotype aa.Een geslachtscel bevat de helft van het aantal chromosomen van een lichaamscel. Bij de mens heeft een lichaamscel 46 chromosomen en een  geslachtscel 23 chromosomen.