Toets Wiskunde

Getal en Ruimte 13e ed deel 2 - Hoofdstuk 6 - Goniometrie oefentoetsen & antwoorden

13e editie

Deze oefentoets behandelt o.m. de volgende onderwerpen: Goniometrie.

Getal en Ruimte 13e ed deel 2
Toets Wiskunde
Getal en Ruimte 13e ed deel 2
Online maken
Toets afdrukken
We gebruiken de formule: $hellingsgetal=\frac{verticale\ verplaatsing}{horizontale\ verplaatsing}$Bereken het hellingsgetal.Gebruik: $hellingsgetal=hellingspercentage:100$$hellingsgetal=31:100=0,31$De verticale verplaatsing is 12, het hellingsgetal is 0,31, we vullen dit in. De horizontale verplaatsing willen we weten. $0,31=\frac{12}{horizontale\ verplaatsing}$Maak een tabel.$0,31$121Horizontale verplaatsing$horizontale\ verplaatsing=\frac{12}{0,31}$$horizontale\ verplaatsing=38,709…$Antwoord: 38,7 meter Gebruik de formule: tan⁡(hellingshoek)=verticale verplaatsinghorizontale verplaatsing\tan(hellingshoek)=\frac{verticale\ verplaatsing}{horizontale\ verplaatsing}tan(hellingshoek)=horizontale verplaatsingverticale verplaatsing​De hellingshoek is 27∘27 ^\circ27∘, de horizontale verplaatsing is 1203 meter. Maak een schets.Vul de waarden in de formule in. BCBCBC is de verticale verplaatsingABABAB is de horizontale verplaatsingtan⁡(27∘)=verticale verplaatsing1203\tan(27^\circ)=\frac{verticale\ verplaatsing}{1203}tan(27∘)=1203verticale verplaatsing​Maak een tabel.tan⁡(27)\tan(27)tan(27)verticale verplaatsing11203verticale verplaatsing=tan⁡(27∘)⋅1203verticale\ verplaatsing=\tan(27^\circ)\cdot 1203verticale verplaatsing=tan(27∘)⋅1203verticale verplaatsing=612,95…verticale\ verplaatsing=612,95…verticale verplaatsing=612,95… meterAntwoord: 613 meterWe kunnen de lengte van de helling berekenen met behulp van Pythagoras. AB2+BC2=AC2AB^2+BC^2=AC^2AB2+BC2=AC2AB=1203AB=1203AB=1203BC=612,95…BC=612,95…BC=612,95… (zie opgave a)12032+612,95…2=AC21203^2+612,95…^2=AC^212032+612,95…2=AC2AC2=1822927,878…AC^2=1822927,878…AC2=1822927,878…AC=1822927,878…=1350,15…AC=\sqrt{1822927,878…}=1350,15…AC=1822927,878…​=1350,15… meterJe had ook de lengte van ACACAC met de cosinus kunnen berekenen. Dan zou je ook op onderstaand antwoord uit moeten komen als je het goed hebt gedaan.Antwoord: De helling is 1350 meter ∠A12\angle A_{12}∠A12​ ligt niet in een rechthoekige driehoek, we berekenen dus ∠A1\angle A_1∠A1​ en ∠A2\angle A_2∠A2​ afzonderlijk en tellen deze op zodat we ∠A12\angle A_{12}∠A12​ hebben. We moeten hoek A1A_1A1​ weten, we kijken vanuit hoek A1A_1A1​ en benoemen de zijden.∠A1\angle A_1∠A1​ ligt in △ABD\triangle ABD△ABD dus we kijken in deze driehoek.De schuine zijde benoem je altijd als eerste. Dit is de zijde tegenover de rechte hoek. Vervolgens kijken we vanuit hoek A1A_1A1​, want deze willen we weten. Welke zijde ligt vast aan hoek A1A_1A1​? Deze noemen we de aanliggende zijde.Welke zijde ligt tegenover hoek A1A_1A1​? Dit noemen we de overstaande zijde.We gebruiken SOSCASTOA.We willen hoek A1A_1A1​ weten, en weten de overstaande zijde en de aanliggende zijde. SOSCASTOASOSCAS\red{TOA}SOSCASTOATOATOATOA staat voor tan⁡(hoek)=oa\tan(hoek)=\frac{o}{a}tan(hoek)=ao​tan⁡(∠A1)=4,68,1\tan(\angle A_1)=\frac{4,6}{8,1}tan(∠A1​)=8,14,6​∠A1=tan⁡−1(4,68,1)=29,59…∘\angle A_1=\tan^{-1}(\frac{4,6}{8,1})=29,59…^\circ∠A1​=tan−1(8,14,6​)=29,59…∘We moeten hoek A2A_2A2​ weten, we kijken vanuit hoek A2A_2A2​ en benoemen de zijden.∠A2\angle A_2∠A2​ ligt in △ABC\triangle ABC△ABC dus we kijken in deze driehoek.De schuine zijde benoem je altijd als eerste. Dit is de zijde tegenover de rechte hoek. Vervolgens kijken we vanuit hoek A2A_2A2​, want deze willen we weten. Welke zijde ligt vast aan hoek A2A_2A2​? Deze noemen we de aanliggende zijde.Welke zijde ligt tegenover hoek A2A_2A2​? Dit noemen we de overstaande zijde.De lengte van de overstaande zijde, zijde BCBCBC kunnen we berekenen, BC=10,5−4,6=5,9BC=10,5-4,6=5,9BC=10,5−4,6=5,9We gebruiken SOSCASTOA.We willen hoek A2A_2A2​ weten, en weten de overstaande zijde en de aanliggende zijde. SOSCASTOASOSCAS\red{TOA}SOSCASTOATOATOATOA staat voor tan⁡(hoek)=oa\tan(hoek)=\frac{o}{a}tan(hoek)=ao​tan⁡(∠A2)=5,98,1\tan(\angle A_2)=\frac{5,9}{8,1}tan(∠A2​)=8,15,9​∠A2=tan⁡−1(5,98,1)=36,06…∘\angle A_2=\tan^{-1}(\frac{5,9}{8,1})=36,06…^\circ∠A2​=tan−1(8,15,9​)=36,06…∘∠A12=∠A1+∠A2=29,59…+36,06…=65,66…∘\angle A_{12}=\angle A_1+\angle A_2=29,59…+36,06…=65,66…^\circ∠A12​=∠A1​+∠A2​=29,59…+36,06…=65,66…∘Antwoord: ∠A12=65,7∘\angle A_{12}=65,7^\circ∠A12​=65,7∘ Benoem de zijden.De schuine zijde benoem je altijd als eerste. Dit is de zijde tegenover de rechte hoek. Vervolgens kijken we vanuit hoek $M$, want deze willen we weten.Welke zijde ligt vast aan hoek $M$? Deze noemen we de aanliggende zijde.Welke zijde ligt tegenover hoek $M$? Dit noemen we de overstaande zijde.We gebruiken SOSCASTOA.We willen $\angle M$ weten, we weten de overstaande en schuine zijde. $\red{SOS}CASTOA$$SOS$ staat voor $\sin(hoek)=\frac{o}{s}$$\sin(\angle M)=\frac{LM}{KM}$$\sin(\angle M)=\frac{5,54}{9,64}$Bereken hoek $M$.$\angle M=\sin^{-1}(\frac{5,54}{9,64})=35,07…^\circ$Antwoord: $\angle M=35,1^\circ$ Maak een schets van de beschreven driehoek.We benoemen de zijden.De schuine zijde benoem je altijd als eerste. Dit is de zijde tegenover de rechte hoek. Vervolgens kijken we vanuit de hoek $Q$, want deze weten we.  Welke zijde ligt vast aan de hoek? Deze noemen we de aanliggende zijde.Welke zijde ligt tegenover de hoek? Dit noemen we de overstaande zijde.We gebruiken nu SOSCASTOA. We willen de overstaande zijde weten, we weten de schuine zijde en de hoek. $\red{SOS}CASTOA$$SOS$ staat voor $\sin(hoek)=\frac{o}{s}$$\sin(15)=\frac{PR}{31}$Maak een tabel.$\sin(15)$PR131$PR=\sin(15)\cdot 31=8,02…$Antwoord: $PR=8,0$ Gebruik de formule: $hellingspercentage=\frac{verticale\ verplaatsing}{horizontale\ verplaatsing}\cdot 100\%$Bereken de verticale verplaatsing.De starthoogte is 275 m en de eindhoogte is 805 m, de verticale verplaatsing is dus $805-275=530\ m$De horizontale verplaatsing is 8700 meter. $hellingspercentage=\frac{530}{8700}\cdot 100\%=6,1\%$Antwoord: Het hellingspercentage is $6,1\%$ Teken een hulplijn zodat je een rechthoekige driehoek hebt. Doordat het vooraanzicht symmetrisch is kunnen we de zijde van de driehoek berekenen door 7:2=3,5 m7:2=3,5\ m7:2=3,5 mDe hoogte kunnen we berekenen door: 7,5−5=2,5 m7,5-5=2,5\ m7,5−5=2,5 m tan⁡(hellingshoek)=hellingsgetal\tan(hellingshoek)=hellingsgetaltan(hellingshoek)=hellingsgetalhellingsgetal=verticale verplaatsinghorizontale verplaatsinghellingsgetal=\frac{verticale\ verplaatsing}{horizontale\ verplaatsing}hellingsgetal=horizontale verplaatsingverticale verplaatsing​hellingsgetal=2,53,5hellingsgetal=\frac{2,5}{3,5}hellingsgetal=3,52,5​tan⁡(hellingshoek)=2,53,5\tan(hellingshoek)=\frac{2,5}{3,5}tan(hellingshoek)=3,52,5​hellingshoek=tan⁡−1(2,53,5)=35,53…∘hellingshoek=\tan^{-1}(\frac{2,5}{3,5})=35,53…^\circhellingshoek=tan−1(3,52,5​)=35,53…∘Antwoord: De hellingshoek is 35,5∘35,5^\circ35,5∘ We hebben de lengten van zijden CDCDCD en ADADAD nodig, beide zijden liggen in driehoek ACDACDACD. Als we de lengte van zijde ACACAC in △ABC\triangle ABC△ABC berekenen met de stelling van Pythagoras kunnen we vervolgens in driehoek ACDACDACD SOSCASTOA. ∠B=90∘\angle B=90^\circ∠B=90∘ dus in △ABC\triangle ABC△ABC geldt AB2+BC2=AC2AB^2+BC^2=AC^2AB2+BC2=AC27,22+9,62=AC27,2^2+9,6^2=AC^27,22+9,62=AC2AC2=144AC^2=144AC2=144 dus AC=144=12AC=\sqrt{144}=12AC=144​=12We berekenen CDCDCD.We moeten zijde CDCDCD weten, in △ACD\triangle ACD△ACD weten we ∠A2\angle A_2∠A2​.  We kijken vanuit hoek A2A_2A2​ en benoemen de zijden.De schuine zijde benoem je altijd als eerste. Dit is de zijde tegenover de rechte hoek. Vervolgens kijken we vanuit hoek A2A_2A2​, want deze willen we weten. Welke zijde ligt vast aan hoek A2A_2A2​? Deze noemen we de aanliggende zijde.Welke zijde ligt tegenover hoek A2A_2A2​? Dit noemen we de overstaande zijde.We gebruiken SOSCASTOA.We willen de overstaande zijde weten, we weten de aanliggende zijde en ∠A2\angle A_2∠A2​ SOSCASTOASOSCAS\red{TOA}SOSCASTOATOATOATOA staat voor tan⁡(hoek)=oa\tan(hoek)=\frac{o}{a}tan(hoek)=ao​tan⁡(∠A2)=CDAC\tan(\angle A_2)=\frac{CD}{AC}tan(∠A2​)=ACCD​tan⁡(24)=CD12\tan(24)=\frac{CD}{12}tan(24)=12CD​Maak een tabel.tan⁡(24)\tan(24)tan(24)CD112CD=12⋅tan⁡(24)=5,34…CD=12\cdot \tan(24)=5,34…CD=12⋅tan(24)=5,34…Zijde ADADAD kunnen we berekenen met de stelling van Pythagoras of SOSCASTOA. We gebruiken nu SOSCASTOA. We willen de schuine zijde weten, we weten de aanliggende zijde en ∠A2\angle A_2∠A2​ SOSCASTOASOS\red{CAS}TOASOSCASTOACASCASCAS staat voor cos⁡(hoek)=as\cos(hoek)=\frac{a}{s}cos(hoek)=sa​cos⁡(∠A2)=ACAD\cos(\angle A_2)=\frac{AC}{AD}cos(∠A2​)=ADAC​cos⁡(24)=12AD\cos(24)=\frac{12}{AD}cos(24)=AD12​Maak een tabel.cos⁡(24)\cos(24)cos(24)121ADAD=12cos⁡(24)=13,13…AD=\frac{12}{\cos(24)}=13,13…AD=cos(24)12​=13,13…omtrek=AB+BC+CD+AD=7,2+9,6+5,34…+13,13…=35,27…omtrek=AB+BC+CD+AD=7,2+9,6+5,34…+13,13…=35,27…omtrek=AB+BC+CD+AD=7,2+9,6+5,34…+13,13…=35,27…Antwoord: De omtrek is 35,3. We benoemen de zijden.De schuine zijde benoem je altijd als eerste. Dit is de zijde tegenover de rechte hoek. Vervolgens kijken we vanuit de hoek van 30∘30^\circ30∘, want deze weten we.  Welke zijde ligt vast aan de hoek? Deze noemen we de aanliggende zijde.Welke zijde ligt tegenover de hoek? Dit noemen we de overstaande zijde.We gebruiken nu SOSCASTOA. We willen de schuine zijde weten, we weten de aanliggende zijde en de hoek. SOSCASTOASOS\red{CAS}TOASOSCASTOACASCASCAS staat voor cos⁡(hoek)=as\cos(hoek)=\frac{a}{s}cos(hoek)=sa​cos⁡(30)=118c\cos(30)=\frac{118}{c}cos(30)=c118​Maak een tabel.cos⁡(30)\cos(30)cos(30)1181cc=118cos⁡(30)=136,25…c=\frac{118}{\cos(30)}=136,25…c=cos(30)118​=136,25…Antwoord: ccc is 136 centimeter.  $BCK$ ligt in het diagonaalvlak $BCKL$We moeten $CK$ weten voordat we $\angle K$ kunnen berekenen.Bereken de lengte van de zijde $CK$ van het diagonaalvlak. $CK$ ligt in zijvlak $CDKJ$De lengte van $CK$ moet je berekenen, hiervoor schets je eerst zijvlak $CDKJ$. Gebruik de stelling van Pythagoras in $\triangle CDK$$CD^2+DK^2=CK^2$$4^2+8^2=CK^2$$CK^2=80$ dus $CK=\sqrt{80}$Bereken $\angle K$Terug naar diagonaalvlak $BCKL$.Gebruik SOSCASTOA. Benoem eerst de zijden. We kijken vanuit hoek $K$, want deze willen we weten.We willen hoek $K$ weten, en weten de overstaande zijde en de aanliggende zijde. $SOSCAS\red{TOA}$$TOA$ staat voor $\tan(hoek)=\frac{o}{a}$$\tan(\angle K)=\frac{4}{\sqrt{80}}$$\angle K=\tan^{-1}(\frac{4}{\sqrt{80}})=24,09…^\circ$Antwoord: $\angle K=24,1^\circ$

Deze toets bestellen?

Voordeligst
Lidmaatschap ToetsMij
€ 12,99/mnd
  • Snel nog even wat toetsen oefenen? Kies dan onze meest flexibele optie.
  • Je kunt maandelijks opzeggen.
  • Toegang tot alle vakken bij ToetsMij.
Kies dit abonnement

Wat krijg je bij een abonnement?

  • Toegang tot alle vakken
  • 20 kwalitatieve oefentoetsen per maand
  • Antwoorden, uitwerkingen en toelichtingen
  • Geen stress voor het maken van toetsen
Eenvoudig en veilig betalen met iDEAL of creditcard
3 maanden ToetsMij
€ 12,99
€ 10,99/mnd
  • Voordelig en flexibel. Ideaal als je maar een paar maanden toetsen hoeft te gebruiken.
  • Betaal per kwartaal en bespaar hiermee 2 euro per maand.
  • Toegang tot alle vakken bij ToetsMij.
Kies dit abonnement

Wat krijg je bij een abonnement?

  • Toegang tot alle vakken
  • 20 kwalitatieve oefentoetsen per maand
  • Antwoorden, uitwerkingen en toelichtingen
  • Geen stress voor het maken van toetsen
Eenvoudig en veilig betalen met iDEAL of creditcard
1 jaar ToetsMij
€ 12,99
€ 7,50/mnd
  • Favoriete keuze van meer dan 70% van de gebruikers.
  • Betaal slechts 90 euro per jaar en bespaar hiermee 65 euro.
  • Geniet van een volledig jaar toegang tot alle vakken bij ToetsMij.
Kies dit abonnement

Wat krijg je bij een abonnement?

  • Toegang tot alle vakken
  • 20 kwalitatieve oefentoetsen per maand
  • Antwoorden, uitwerkingen en toelichtingen
  • Geen stress voor het maken van toetsen
Eenvoudig en veilig betalen met iDEAL of creditcard

Dit zeggen leerlingen en ouders

10

Cijfers omhoog

Onze zoon had in februari zeker 12 minpunten. Hij is gestart met oefenen via Toets mij en heeft een geweldige eindsprint getrokken en afgelopen week bijna het onmogelijke waargemaakt. Er zijn nog maar 2 minpunten over en nog niet alle toetsen zijn terug. Het heeft onze zoon enorm geholpen, omdat er breed getoetst wordt en de vraagstelling, zoals van hem begrepen, overeenkomt met de toets. Als je de oefentoetsen goed kunt maken, beheers je de stof echt goed!

AP
9.0

Fijn dat leerlingen alvast een keer een toets kunnen oefenen die eruit ziet zoals op school.

Wij hebben sinds kort Toetsmij, omdat onze dochter het erg lastig heeft met Wiskunde. Op deze manier kan ze het hoofdstuk oefenen met een toets die qua vraagstelling overeenkomt met de toetsen op school. Nu kan ze dit dus eerst oefenen voordat ze de echte toets moet doen. Als docent Engels die werkt met Of Course en All Right kan ik bevestigen dat de toetsen grotendeels overeenkomen met de vraagwijze van de methode zelf. Dat is dus heel fijn voor leerlingen om te oefenen. We hadden heel even een dingetje met het nakijken, want de uitwerkingen werden niet goed weergegeven. Even een mailtje en binnen een dag reactie en ICT ging meteen aan de slag met het herstellen van de uitwerkingen. Super contact, goede dienstverlening! Aanrader!

Lelani van den Berg
10

Zéér tevreden!!

Lid geworden voor mijn zoon in leerjaar 1 van (toen 13) inmiddels 15. Hij zit nu in leerjaar 3 HAVO. Elk boek is makkelijk te vinden en alsmede mailt met een probleem omdat hij Duits krijgt uit een boek van leerjaar 2 word dit zelfs op zondag binnen een half uur opgelost en toegevoegd aan ons account! Zo’n toffe service zie je niet vaak meer! Dus wij zijn zéér tevreden. Sinds we het nu weer gebruiken (tijdje niet gebruikt) scoort hij weer voldoendes en zelf voor wiskunde een 8.8!

Linda Ockers

Zoek in meer dan 10.000 toetsen

Echte toetsvragen, precies aansluitend op jouw lesmethode en leerjaar. Voor klas 1 t/m 6 van vmbo-t t/m gymnasium.

Ik zit in het
en doe
ik wil beter worden in