Toets Geschiedenis

Geschiedeniswerkplaats Historisch overzicht 3e ed - Tijdvak 4 - Tijd van steden en staten oefentoetsen & antwoorden

3e ed

Deze toets behandeld de volgende onderwerpen:

  • De opkomst van Steden

  • De stedelijke burgerij

  • Staatsvorming en centralisatie.

  • Kerk en staat

  • Christelijk Europa en de buitenwereld

Geschiedeniswerkplaats Historisch overzicht 3e ed
Toets Geschiedenis
Geschiedeniswerkplaats Historisch overzicht 3e ed
Online maken
Toets afdrukken
Het ontstaan en groei van steden (verstedelijking). Voorrecht. Privilege van een stad. Als een land steeds meer vanuit één plek wordt bestuurd.Als een land steeds meer als eenheid wordt bestuurd. Vergadering van bisschoppen en de paus.Christelijke herovering van het Iberisch schiereiland.  Werkwijze:Bij een chronologie-vraag is het handig om eerst alle jaartallen te noteren die je al weet. Dit zorgt voor orde in je hoofd en misschien kun je een moeilijke gebeurtenis vervolgens tussen twee al bekende jaartallen plaatsen.Merk je dat je moeite hebt met het beantwoorden van chronologie-vragen op je toetsen? Maak nadat je de stof hebt geleerd een tijdbalk en noteer daarop de belangrijkste gebeurtenissen die je hebt geleerd.Antwoord: De juiste chronologische volgorde is:c- f- a- e- b- dToelichting: c. Stavoren krijgt eerste stadrecht in Nederland (1061)f. Kruisvaarders veroveren Jeruzalem (1099)a. Einde van de Investituurstrijd (1122)e. Magna Carta (1215)b. Eerste vergadering van de Franse Staten-Generaal (1302)d. Einde van de Reconquista (1492) Werkwijze:Bij het beantwoorden van deze vraag moet je eerst teruggrijpen naar de redenen waarom steden opnieuw opkomen. Vervolgens moet je de vraag beantwoorden waarom de steden verder beginnen te groeien.Antwoord:De oorzaken dat er weer steden ontstonden zijn:Er kwam een einde aan invasies en plunderingen van Vikingen en andere invallers. Zo kon de handel weer bloeien en nederzettingen groeien.De boeren kregen overschotten en verkochten die op de markten die steden organiseerden. De Europese bevolking verdubbelde van 1000 tot 1300. Deze bevolkingsgroei was mogelijk door meer landbouwopbrengsten, maar ook door het in cultuur brengen van ongebruikte natuurgebieden (bossen werden gekapt en moerassen werden drooggelegd). Dat de steden groeiden, kwam doordat er niet genoeg landbouwgrond was voor iedereen. Een deel van de boerenbevolking ging naar de steden. Daar konden mensen ook ontsnappen aan de verplichtingen van hun heer. De welvaart en vrijheid van de stad was zeer aantrekkelijk. Hier komt het spreekwoord vandaan: ‘Stadslucht maakt vrij’. Toelichting: Het overschot aan voedsel zorgde dus voor de bevolkingsgroei, maar het zorgde er ook voor dat er meer handel opkwam. De boeren gingen hun overschot verkopen op handelsmarkten. Deze ontstonden op strategische plekken, bijvoorbeeld in de buurt van kruisingen tussen water- en landwegen, of op plekken waar voorheen Romeinse steden aanwezig waren. Deze plekken groeiden langzaam uit tot steden.  Werkwijze:Begin door heel kort de situatie van Nederland te schetsen in de middeleeuwen.Benoem kort dat steden onafhankelijker worden.Leg kort uit wie of wat schepenen en vroedschappen zijn.Eindig door voor beide uit te leggen welke rol zij hebben gehad. Antwoord:Het stadsbestuur was de raad van schepenen. Vanaf de 13 eeuw benoemden veel steden ook burgemeesters, speciale bestuurders die de leiding hadden over het dagelijks bestuur.  Schepenen waren namelijk bestuurders en rechters tegelijk. De raad van schepenen was ook de stedelijke rechtbank. Een vroedschap is een raad van tientallen burgers die het stadsbestuur adviseerde en controleerde.Toelichting: Beide hebben bijgedragen aan de onafhankelijkheid van steden. Ze droegen ook bij aan de opkomst van een efficiënt en georganiseerd stadsbestuur.  Werkwijze:Je moet hier een oorzaak-gevolg verband uitleggen. Dit soort vragen komen vaak terug bij een geschiedenistoets. Het is belangrijk om de kleine tussenstapjes te benoemen. Door stapsgewijs te werk te gaan creëer je structuur en is de kans kleiner dat je een onderdeel vergeet.Antwoord:De opkomst van steden zorgde ervoor dat de koning meer inkomsten kreeg door het heffen van belastingen. Mede door dit geld werden vorsten minder afhankelijk van edelen. Ze konden soldaten huren i.p.v. de adel om een leger te vragen. Ook konden ze ambtenaren huren die het land voor hen bestuurden. Deze ambtenaren kwamen vaak uit de stad en konden wel lezen en schrijven. Hierdoor waren ze meteen een concurrent van de geestelijkheid, die voorheen het alleenrecht had op kennis.   Werkwijze:Dit is een typische bovenbouw vraag. Je moet namelijk met je opgedane kennis een koppeling maken aan iets wat je wellicht nog niet zo goed kent. Begin met een uitleg over wat centralisatie is en koppel dit aan de soevereiniteit van de koning.Benoem waardoor er juist in Frankrijk de kans was om de macht van de koning te vergroten.Beschrijf wat de geldeconomie te maken heeft met centralisatie en staatsvorming. Antwoord:Centralisatie houdt in dat een land steeds meer vanuit één plek wordt bestuurd, in dit geval Parijs. De Franse koning won in de Honderdjarige Oorlog met England veel gebied in Frankrijk van de Engelsen en kreeg daarna nog meer hertogdommen onder zijn invloed. Rond 1500 had hij in bijna heel Frankrijk het hoogste gezag, de soevereiniteit.  De centralisatie was mogelijk door de opkomst van de geldeconomie. Hierdoor kon de koning belasting innen om ambtenaren en soldaten te betalen. De macht van het centrale gezag (de koning) werd zo groter. Zijn centrale rechtbank behandelde zaken uit heel het land en zijn wetten golden voor alle Franse inwoners. Dit was het begin van een moderne staat (staatsvorming). Toelichting:Het proces dat de vorst steeds meer macht naar zich toe greep heeft zich in Frankrijk vanaf de middeleeuwen doorontwikkeld, waardoor er in de 16e en 17e eeuw sprake is van een absolute monarchie (een landsbestuur waarbij de koning alle macht had).  Werkwijze:Dit lijkt misschien tegenstrijdig, want een sterke stad kan ook in opstand komen tegen de vorst. Toch heeft de vorst bepaalde belangen bij een sterke handelsstad. Bedenk goed wat vorsten vaak nodig hadden in de middeleeuwen om tegenstanders de baas te blijven.Antwoord:De vorsten hadden baat bij sterke handelssteden, aangezien deze erg veel geld verdienden. De vorst, die vaak geld nodig had vanwege lange oorlogen met vijanden, kon dan belastingen heffen over deze steden. Zo bleef zijn schatkist mooi aangevuld.  Werkwijze:Bij deze vraag ben je geneigd om een naam op te schrijven. Om volledig antwoord te geven moet je echter meer doen. Het is verstandig om te beginnen met uitleggen wat de investituurstrijd. Vervolgens kun je het conflict tussen Gregorius en Keizer Hendrik kort beschrijven en daarna een conclusie trekken.Antwoord:Uiteindelijk won de paus de investituurstrijd. De investituurstrijd is de strijd tussen geestelijke en wereldlijke leiders. Paus Gregorius, de geestelijke leider, wint uiteindelijk de strijd van de Duitse keizer Hendrik IV door hem in de ban te doen. De Duitse keizer werd gedwongen om zich te verontschuldigen in Canossa. Door deze verontschuldiging had de Duitse keizer min of meer toegegeven dat de paus zijn meerdere was. Hij had het primaat (hoogste gezag). Toelichting: Na deze gebeurtenis laaide de investituurstrijd telkens weer op, maar in 1122 deed de keizer afstand van de investituur (plechtige benoeming van bisschoppen). Werkwijze:Ga systematisch te werk. Bespreek kort wat de kruistochten zijn.Begin met de oorzaken. Ga vervolgens in op de gevolgen voor Europa. Antwoord:De kruistochten zijn gewapende tochten van christelijk-Europese landen om het Heilige Land terug te veroveren op de moslims. De oorzaken zijn: Religieus: ze wilden namelijk Jeruzalem heroveren. Een belangrijke stad voor het christendom, daar waar Jezus is gekruisigd en begraven. De kruisvaarders geloofden in de ideologie van de heilige oorlog tegen de islam en de paus keurde het geweld goed. Politiek: de paus kon zich door de kruistochten als leider van de christelijke wereld presenteren in zijn strijd met de Duitse keizer. Economisch: Italiaanse handelaren waren op zoek naar nieuwe markten en edelen en boeren naar nieuwe landbouwgronden. De gevolgen voor Europa waren:dat het christendom verder werd verspreid (expansie van christelijk Europa)dat er meer handelscontact kwam met Arabieren en dat er handelsposten werden gesticht. Dit legde een basis voor de latere Europese expansie in gebieden buiten Europa.   Werkwijze:Het belangrijkste is om eerst na te gaan welke stadsrechten er in de middeleeuwen verkregen konden worden. Deze kun je spiegelen aan de bron.Wees ervan bewust dat je ook naar de bron moet verwijzen, zodat je duidelijk laat zien hoe je bij het door jouw genoemde stadsrecht bent gekomen. Zorg ervoor dat je overzichtelijk te werk gaat. Het zijn twee vragen in een en het is zonde om een deel van de vragen over te slaan.Antwoord.Het stadsrecht waar hiernaar wordt verwezen is het recht om een stadsmuur te bouwen. Dit is een belangrijk recht, aangezien de stad zichzelf zo beter kon verdedigen tegen vijanden. Voor de heer bij wie het stadsrecht werd gekocht is er dus ook sprake van een tweestrijd. Hij wil aan de ene kant graag geld om zijn leger te onderhouden, maar aan de andere kant als de stad in opstand komt tegen hem dan is het voor de landheer lastiger om de stad aan te vallen.  Werkwijze: Beschrijf in jouw antwoord eerst wat de Magna Carta is. Er staat 'gebruik de bron', dus noem deze ook in je antwoord. Antwoord: De Magna Carta is een reeks wetten waarbij de macht van de Engelse koning flink wordt ingeperkt. Er worden vrijheden in beschreven die de koning niet zomaar mag aanpassen. Vandaar dat het kan worden gezien als de voorloper van de grondwet, want een grondwet is er ook om de vrijheden van burgers te beschermen. Op de houtsnede zie je hoe de Engelse koning gedwongen werd door edelen (links) en de geestelijken (rechts) om de Magna Carta te tekenen. De koningen moesten voortaan zich net als iedereen aan de wet houden en voor extra belastingen toestemming vragen aan het parlement (waarin de drie standen vertegenwoordigd waren). Werkwijze:Bij deze vraag is het belangrijk om goed op de details in de afbeelding, maar ook op die van de vraag te letten. Er wordt namelijk een hint gegeven. De moskee staat in Cordoba, oftewel het Arabische rijk is aanwezig in huidig Spanje en Portugal. Bedenk waarom de Arabieren moskeeën gaan bouwen. Structureer je antwoord zorgvuldig.Antwoord:De Arabieren hebben vele gebieden rondom de Middellandse Zee veroverd, zo ook Spanje. Zij wilden in deze gebieden graag eenheid bereiken. Dit poogden zij te creëren door het islamitische geloof te verspreiden, vandaar dat er in Cordoba een moskee is gebouwd.

Deze toets bestellen?

Voordeligst
Lidmaatschap ToetsMij
€ 12,99/mnd
  • Snel nog even wat toetsen oefenen? Kies dan onze meest flexibele optie.
  • Je kunt maandelijks opzeggen.
  • Toegang tot alle vakken bij ToetsMij.
Kies dit abonnement

Wat krijg je bij een abonnement?

  • Toegang tot alle vakken
  • 20 kwalitatieve oefentoetsen per maand
  • Antwoorden, uitwerkingen en toelichtingen
  • Geen stress voor het maken van toetsen
Eenvoudig en veilig betalen met iDEAL of creditcard
3 maanden ToetsMij
€ 12,99
€ 10,99/mnd
  • Voordelig en flexibel. Ideaal als je maar een paar maanden toetsen hoeft te gebruiken.
  • Betaal per kwartaal en bespaar hiermee 2 euro per maand.
  • Toegang tot alle vakken bij ToetsMij.
Kies dit abonnement

Wat krijg je bij een abonnement?

  • Toegang tot alle vakken
  • 20 kwalitatieve oefentoetsen per maand
  • Antwoorden, uitwerkingen en toelichtingen
  • Geen stress voor het maken van toetsen
Eenvoudig en veilig betalen met iDEAL of creditcard
1 jaar ToetsMij
€ 12,99
€ 7,50/mnd
  • Favoriete keuze van meer dan 70% van de gebruikers.
  • Betaal slechts 90 euro per jaar en bespaar hiermee 65 euro.
  • Geniet van een volledig jaar toegang tot alle vakken bij ToetsMij.
Kies dit abonnement

Wat krijg je bij een abonnement?

  • Toegang tot alle vakken
  • 20 kwalitatieve oefentoetsen per maand
  • Antwoorden, uitwerkingen en toelichtingen
  • Geen stress voor het maken van toetsen
Eenvoudig en veilig betalen met iDEAL of creditcard

Dit zeggen leerlingen en ouders

10

Cijfers omhoog

Onze zoon had in februari zeker 12 minpunten. Hij is gestart met oefenen via Toets mij en heeft een geweldige eindsprint getrokken en afgelopen week bijna het onmogelijke waargemaakt. Er zijn nog maar 2 minpunten over en nog niet alle toetsen zijn terug. Het heeft onze zoon enorm geholpen, omdat er breed getoetst wordt en de vraagstelling, zoals van hem begrepen, overeenkomt met de toets. Als je de oefentoetsen goed kunt maken, beheers je de stof echt goed!

AP
9.0

Fijn dat leerlingen alvast een keer een toets kunnen oefenen die eruit ziet zoals op school.

Wij hebben sinds kort Toetsmij, omdat onze dochter het erg lastig heeft met Wiskunde. Op deze manier kan ze het hoofdstuk oefenen met een toets die qua vraagstelling overeenkomt met de toetsen op school. Nu kan ze dit dus eerst oefenen voordat ze de echte toets moet doen. Als docent Engels die werkt met Of Course en All Right kan ik bevestigen dat de toetsen grotendeels overeenkomen met de vraagwijze van de methode zelf. Dat is dus heel fijn voor leerlingen om te oefenen. We hadden heel even een dingetje met het nakijken, want de uitwerkingen werden niet goed weergegeven. Even een mailtje en binnen een dag reactie en ICT ging meteen aan de slag met het herstellen van de uitwerkingen. Super contact, goede dienstverlening! Aanrader!

Lelani van den Berg
10

Zéér tevreden!!

Lid geworden voor mijn zoon in leerjaar 1 van (toen 13) inmiddels 15. Hij zit nu in leerjaar 3 HAVO. Elk boek is makkelijk te vinden en alsmede mailt met een probleem omdat hij Duits krijgt uit een boek van leerjaar 2 word dit zelfs op zondag binnen een half uur opgelost en toegevoegd aan ons account! Zo’n toffe service zie je niet vaak meer! Dus wij zijn zéér tevreden. Sinds we het nu weer gebruiken (tijdje niet gebruikt) scoort hij weer voldoendes en zelf voor wiskunde een 8.8!

Linda Ockers

Zoek in meer dan 10.000 toetsen

Echte toetsvragen, precies aansluitend op jouw lesmethode en leerjaar. Voor klas 1 t/m 6 van vmbo-t t/m gymnasium.

Ik zit in het
en doe
ik wil beter worden in