Plein M 4e ed. FLEX Economie - Hoofdstuk 2 - Het buitenland doet ook mee oefentoetsen & antwoorden

Internationale handelVreemd geldEurozoneFairtradeOntwikkelingslanden Het verkopen van goederen en diensten aan het buitenland noem je export. Het kopen van goederen en diensten uit het buitenland noem je import. Omdat Nederland veel producten importeert en exporteert noemen we Nederland ook wel een open economie. Het communistische land Cuba heeft daarentegen een gesloten economie. Toelichting: Deze paragraaf gaat over internationale handel, oftewel het verkopen en kopen van diensten en producten aan het buitenland. Leer goed het verschil tussen de export (het verkopen), en import (het kopen). Omdat Nederland naar verhouding veel producten importeert en exporteert, heeft Nederland een open economie. Dat maakt Nederland welvarend, maar ook afhankelijk van het buitenland.  In de tekst staat dat Joris het gemakkelijk vindt om te bedenken of het een goede deal is. Dit komt doordat hij in Nederland ook met euro’s betaalt. Een voordeel van de euro is dus dat je prijzen in verschillende landen gemakkelijk met elkaar kunt vergelijken.Toen joris naar Spanje ging hoefde hij geen euro’s om te wisselen voor een vreemde valuta. Hij kan gewoon met euro’s betalen. Hierdoor heeft joris geen kosten voor het omwisselen van geld. Toelichting: Deze twee voordelen van de euro worden in het boek in paragraaf 3 genoemd.  Het gaat hier om noodhulp. Op de afbeelding zie je immers een campagne van giro 555 waarin hulp wordt gevraagd voor de slachtoffers van een aardbeving. Noodhulp is hulp in noodsituaties, zoals hier in het geval van een aardbeving. Toelichting: Structurele hulp wordt daarentegen structureel (langere tijd) gegeven. Het moet ervoor zorgen dat ontwikkelingslanden economisch zelfstandig en welvarender worden. Noodhulp komt voor als er bijv. een hongersnood, aardbeving of oorlog is.  JuistOnjuistOnjuistToelichting:Als je iets koopt uit een land binnen de Europese Unie betaal je geen invoerrechten. Er is een verschil tussen Europa als continent en de Europese Unie. Het Verenigd Koninkrijk is namelijk nog steeds een Europees land, maar het heeft in 2020 de EU verlaten. Ook bijv. Noorwegen en Zwitserland zijn wel Europese landen, maar geen lid van de EU. Landen binnen de Europese Unie werken op meer vlakken dan alleen economisch gebied samen. Ze werken ook op politiek gebied samen en ze maken afspraken over landbouw, infrastructuur, milieu etc. Foto 1: Op de foto zie je een mango. Deze vrucht groeit in warm klimaat, in Nederland is het te koud voor het verbouwen van deze vrucht. De reden voor het importeren is dus dat de mango als landbouwproduct in Nederland niet kan groeien.Foto 2:Op de foto zie je textiel/kleden. Deze worden een stuk goedkoper gemaakt in andere landen (zoals bijvoorbeeld Bangladesh omdat het loon per uur daar een stuk lager ligt). De reden voor het importeren van textiel/kleden is dus dat dit product een stuk goedkoper kan worden geproduceerd in het buitenland. Foto 3Op de foto zie je bier uit Duitsland. Nederland maakt net zoals Duitsland ook bier, denk aan Nederlandse merken als Heineken. De reden voor het importeren van bier is dus dat consumenten meer keuze willen hebben uit producten en merken (er wordt immers ook bier geproduceerd in Nederland).Toelichting:Het is allereerst belangrijk om te beschrijven wat je op de foto ziet.Probeer vervolgens te beredeneren waarom Nederland het product importeert en schrijf tot slot een conclusie met daarin de reden voor import. Leer de vijf redenen voor het importeren van goederen goed uit je hoofd. Als producten in het buitenland goedkoper geproduceerd worden. (bijv. kleding, speelgoed, telefoons)Als producten een betere kwaliteit hebben. (bijv. Zwitserse horloges)Als grondstoffen in ons land niet voorkomen. (bijv. Aardolie uit Saoedi-Arabië). Als bepaalde landbouwproducten in Nederland niet kunnen groeien. (bijv. Bananen of andere vruchten uit Zuid-Afrika). Als consumenten meer keuze willen hebben uit producten en merken. (bijv. Kazen uit Frankrijk, auto’s uit Japan of Duitsland).  De formule is 1 miljard = 1.000 miljoen. In de tekst staat dat Nederland 1,4 miljard tomaten exporteert. Dus 1,4 miljard = 1.400 miljoen. De export van tomaten naar Duitsland vanaf 2011 naar 2012 is toegenomen. In de tekst staat immers dat de uitvoer naar Duitsland in 2012 671 miljoen euro bedroeg en dat dat 18 procent meer is dan in 2011.  Toelichting: Leer deze formule goed uit je hoofd. En let op het verschil tussen een komma (,) en een punt (.). Verwijs bij tekstvragen altijd naar het tekstelement waarop je je antwoord baseert.  In Europa is er vrijhandel afgesproken. Dat houdt in dat je producten vrij in en uit mag voeren zonder dat je invoerrechten hoeft te betalen. Hierdoor is er geen kans op een handelsoorlog tussen landen binnen de Europese Unie, zoals Nederland en Italië.  Doordat de koers van de euro is gestegen ten opzichte van de yen, is de euro meer waard geworden. We betalen minder voor de yen. Hierdoor zijn Japanse producten in Nederland goedkoper geworden. Doordat de koers van de Zweedse kroon is gedaald ten opzichte van de euro, is de Zweedse kroon minder waard geworden. Zweden betalen meer voor de euro. Hierdoor zijn Nederlandse producten in Zweden duurder geworden. Toelichting: Het is gemakkelijk om foutjes te maken in vragen over wisselkoersen. Zorg dat je aandachtig leest en leer goed uit je hoofd wat er gebeurt wanneer de koers van een valuta stijgt of daalt ten opzichte van een andere valuta.  85.222 is hoger dan 57.389. Zwitserland heeft dus een hoger gemiddeld inkomen per inwoner.Omdat het gemiddelde inkomen in Zwitserland hoger ligt laat dit zien dat Zwitserland welvarender is dan Nederland. Toelichting: Hoewel Nederland een hoger nationaal inkomen heeft, is het gemiddeld inkomen per inwoner hoger in Zwitserland. Zwitserland heeft immers minder inwoners dan Nederland.