Praktische Economie MAX 2019 (nieuwste editie)
- Hoofdstuk 8 - Samenwerken zonder risico
oefentoetsen & antwoorden
MAX
Klas 3|Vwo
Deze oefentoets behandelt o.m verzonken kosten, gevangenenprobleem, meeliftgedrag, bonus-malusregeling, eigen risico, immateriële schade, materiële schade, verzekering, premie, poliskosten, onderverzekerd, collectieve werknemersverzekering, privatisering, Wajong-uitkering, assurantiebelasting en promille.
Toets Economie
Praktische Economie MAX 2019 (nieuwste editie)
Online maken
Toets afdrukken
Sociale controle is dat mensen op elkaar letten en elkaar aanspreken. Daardoor houden mensen zich beter aan de afspraken en slaagt samenwerking eerder.Een opstalverzekering dekt de schade aan je huis.Een voorbeeld van immateriële schade is emotionele of psychische schade die ontstaat door een ongeval.Verzekeren is een vorm van risicospreiding onder alle verzekerden, omdat een groot deel van het premiegeld van veel verzekerden zonder schade als uitkering naar de verzekerde gaat met schade.Privatisering is een overheidstaak naar de marktsector overhevelen. Voordelen van het aanwezig zijn van straatverlichting voor de winkeliers:Meer klanten op koopavonden Een kleinere kans op inbraak.Het voordeel voor beide winkeliers voor het hebben van straatverlichting voor de deur, is € 800 per maand. De kosten van straatverlichting kost de gemeente € 1.000 per maand. Als de winkeliers dit gaan betalen, kost dat per winkelier € 500. De netto-opbrengst van de winkeliers als ze beide bijdragen is € 800 - € 500 = € 300 per maand.Het meeliftgedrag is verwerkt in de opbrengstenmatrix bij het wel bijdragen van de ene winkelier en het niet bijdragen van de andere winkelier. De ene winkelier betaalt het hele bedrag en komt uit op een netto-opbrengst van € 800 - € 1.000 = € -200, terwijl de andere winkelier niets betaalt, maar wel mee profiteert en uitkomt op een netto-opbrengst van € 800 - € 0 = € 800. Er is hier sprake van een gevangenendilemma, want beide winkeliers zijn bang dat de andere winkelier niet betaalt en ze alleen voor de kosten opdraaien. Bovendien hebben beide winkeliers de hoogste opbrengst bij niet bijdragen als de andere winkelier dat wel doet. Beide winkeliers streven naar eigenbelang en zullen niet bijdragen. De straatverlichting komt er dan niet. De netto-opbrengst voor beide winkeliers is € 0 en dat is ongunstiger dan als ze zouden samenwerken en beiden wel bijdragen.De werkelijke financiering van straatverlichting door de overheid is dat de overheid de belastingopbrengst gebruikt voor het voortbrengen van straatverlichting en andere collectieve goederen. Het betalen van belasting is een verplichting voor alle inwoners van een land. Het is dus geen keuze die bij een paar winkeliers wordt gelegd. Door deze verzekering verplicht te stellen voor alle Nederlanders, dwingt de overheid solidariteit af van mensen die een laag risico dragen met mensen die een hoog risico hebben. Een verplichte verzekering spreidt alle risico’s over de groep van verzekeringnemers.Voorbeelden van een goed antwoord.De premies bij een collectieve ziektewet zijn lager dan bij een particuliere ziektewet, omdat iedereen verzekerd is, ook de mensen die minder vaak ziek zijn, zodat de premie relatief laag kan blijven. De premies bij een collectieve ziektewet zijn hoger dan bij een geprivatiseerde ziektewet, omdat een geprivatiseerde ziektewet voor prikkels zorgt om mensen gezond te houden. Werkgevers zijn meer geld kwijt als er veel zieke werknemers zijn en werknemers kunnen een deel van hun loon verliezen als zij vaak ziek zijn.Een collectieve ziektewet betekent dat het loon van de werknemer bij ziekte of werkloosheid wordt doorbetaald. Omdat de werkgever het loon niet hoeft te betalen, loopt hij geen risico en zou hij sneller bereid zijn mensen met een zwakke gezondheid aan te nemen. De premie is 1,7‰ per jaar. Promille werkt op basis van 1.000. Dus 1,7‰ van € 450.000 is € 450.000 / 1.000 x 1,7 = € 765.Cloud BV krijgt niet het hele schadebedrag uitgekeerd. Cloud BV is onderverzekerd, dat wil zeggen dat de werkelijke waarde vóór de brand (€ 625.000) hoger is dan de verzekerde waarde (€ 450.000). Er is sprake van investeringen die niet meer ongedaan gemaakt kunnen worden en weinig tot geen andere gebruiksmogelijkheden bieden voor het UMC in het geval dat te weinig werknemers gebruikmaken van de extra voorzieningen die getroffen zijn voor betere fietsbereikbaarheid en fietsenreparatie.Let op: uit het antwoord moet blijken dat het bij verzonken kosten om een specifieke investering gaat die niet op een andere manier terugverdiend kan worden.Door de hoge kosten van de investeringen en het feit dat er weinig tot geen andere gebruiksmogelijkheden zijn voor extra voorzieningen voor betere fietsbereikbaarheid en fietsenreparatie, geeft het ziekenhuispersoneel het vertrouwen dat het UMC het stimuleren van het fietsgebruik onder haar werknemers, niet snel zal stoppen. Het UMC doet aan zelfbinding.Opmerking: zelfbinding is sterker dan “iets beloven”. Bij zelfbinding heeft het niet nakomen van de afspraak een negatieve consequentie. In dit geval is de negatieve consequentie het verloren gaan van het geïnvesteerde geld, omdat de kosten niet op een andere manier terug kunnen worden verdiend. De basispremie is € 1.500. Fleur claimde de schade. Daardoor gaat zij drie schalen omlaag, van schaal 4 naar schaal 1. In schaal 1 krijgt zij een korting van 10% op de premie. De premie na aftrek van de korting wordt € 1.500 – 10% van € 1.500 = € 1.350. Bij dit bedrag worden € 5 poliskosten geteld. € 1.350 + € 5 = € 1.355.Over € 1.355 wordt 21% assurantiebelasting berekend: 21% van € 1.355 = € 284,55.De assurantiebelasting wordt opgeteld bij € 1.355. Het bedrag aan premie inclusief poliskosten en assurantiebelasting is € 1.355 + € 284,55 = € 1.639,55.Het eigen risico is € 500. Het bedrag dat Fleur in het eerste jaar na de schade aan de verzekeringsmaatschappij gaat betalen is € 1.639,55 + € 500 = € 2.139,55De basispremie is € 1.500. Fleur claimde de schade niet. Daardoor gaat zij één schaal omhoog, van schaal 4 naar schaal 5. In schaal 5 krijgt zij een korting van 50% op de premie. De premie na aftrek van de korting wordt € 1.500 – 50% van € 1.500 = € 750. Bij dit bedrag worden € 5 poliskosten opgeteld. € 750 + € 5 = € 755.Over € 755 wordt 21% assurantiebelasting berekend: 21% van € 755 = € 158,55.De assurantiebelasting wordt opgeteld bij € 755. Het bedrag dat Fleur in het eerste jaar na de schade aan de verzekeringsmaatschappij betaalt is € 755 + € 158,55 = € 913,55.Claimen. Bij claimen betaalt Fleur € 2.139,55 (zie antwoord op a). Bij niet-claimen betaalt Fleur € 913,55 (zie antwoord op b) aan de verzekeringsmaatschappij + de schade van € 2.000 = € 2.913,55. Ook in de jaren die volgen op het eerste jaar na de schade betaalt Fleur meer premie dan als ze de schade niet had geclaimd. Ze mist dan de hogere korting op de premie die ze (bij schadeloos rijden) had kunnen krijgen bij niet claimen. Opmerking: in het achtste jaar na de schade zit Fleur (bij schadeloos rijden) in de hoogste schaal en krijgt ze de maximale korting die ze al vier jaar na de schade gehad zou hebben bij niet claimen. De zin: “De Wajong-uitkering wordt door de Rijksoverheid betaald uit de belastingen”.Iedereen betaalt belasting. Een deel van de betaalde belasting komt ten goede aan mensen met een Wajong-uitkering. De belastingbetalers zijn op die manier solidair met arbeidsongeschikte jongeren.Het aantal jongeren met een Wajong-uitkering eind 2012 is gelijk aan het aantal jongeren met een Wajong-uitkering eind 2011 + de instroom van 2012 – de uitstroom van 2012. Dus: 216.400 + 15.300 - 5.300 = 226.400.Uit het overzicht blijkt dat na 2010 de instroom afnam, terwijl de uitstroom toenam. Dit betekent dat het aantal uitkeringen na 1 januari 2010 minder toeneemt dan in de jaren daarvoor.De totale instroom in 2014 is 17.400. De totale instroom in 2015 is 4.500. De procentuele afname van de instroom tussen 2014 en 2015 is het verschil tussen de instroom van 2014 en 2015 gedeeld door de instroom van 2014 x 100%. Dus: (17.400 - 4.500) / 17.400 x 100% = 74,1%. In de tekst staat dat de totale instroom met bijna driekwart is afgenomen. Driekwart is 75%. De uitspraak klopt. Mascha heeft een verzekering afgesloten bij VGZ met een jaarlijks eigen risico van € 170. Zij betaalt dus € 102,58 premie per maand. De premie per jaar is dan 12 maanden x € 102,58 = € 1.230.96. De jaarlijkse ziektekosten zijn naar verwachting € 100. Mascha heeft een eigen risico van € 170. Dit betekent dat zij de eerste € 170 aan ziektekosten zelf moet betalen. De verwachte jaarlijkse ziektekosten zijn lager dan het eigen risico. Mascha moet de verwachte jaarlijkse ziektekosten zelf betalen.De kosten op jaarbasis zijn € 1.230,96 + € 100 = € 1.330,96.Niet verstandig, verzekerden met weinig ziektekosten zijn goedkoper uit met een hoog eigen risico. Als Mascha had gekozen voor een eigen risico van € 670 met een maandelijkse premie van € 87,58, zijn de kosten op jaarbasis 12 x € 87,58 + € 100 = € 1.150,96. Zij zou dan € 1.330,96 - € 1.150,96 = € 180 goedkoper zijn uitgeweest.Of:Niet verstandig, verzekerden met weinig ziektekosten zijn goedkoper uit met een hoog eigen risico.Als Mascha had gekozen voor een eigen risico van € 670 met een maandelijkse premie van € 87,58, zou zij € 102,58 - € 87,58 = € 15 minder premie per maand betalen.Verzekerden met hoge ziektekosten zijn het goedkoopst uit met een laag eigen risico, bij de maatschappij met de laagste premie. In dit geval CZ. De kosten op jaarbasis zijn 12 x € 101,50 + 170 = € 1.388.
Deze toets bestellen?
Voordeligst
Lidmaatschap ToetsMij
€ 12,99/mnd
Snel nog even wat toetsen oefenen? Kies dan onze meest flexibele optie.