Op Niveau 3e ed LRN-line deel A+B - Hoofdstuk 2 - Taalverzorging 1 oefentoetsen & antwoorden

zijn, worden, blijven, blijken, schijnen, heten, dunken, voorkomen werkwoordenwerkwoorden, naamwoordelijk deel Vier van de volgende: als er twee klinkers uit verschillende lettergrepen naast elkaar staan die je als één klank kunt uitspreken (klinkerbotsing).bijvoorbeeld: chocolade-ei / multi-inzetbaarals getrouwde mensen hun achternaam combineren met de achternaam van hun partner.bijvoorbeeld: de heer Jansen-van Dam, mevrouw Van Delden-Slottussen twee gelijkwaardige delen die (in principe) inwisselbaar zijn.bijvoorbeeld: zwart-wit, kip-kerriesaladein samenstellingen met cijfers, letters of symbolen.bijvoorbeeld: 65+-kaart, IQ-testin samenstellingen die met Sint of St. beginnen.bijvoorbeeld: Sint-Nicolaas, St.-Jakobusbij sommige voor- en achtervoegsels.bijvoorbeeld: niet-alledaags, ex-collegabij vaste uitdrukkingen die één geheel vormen.bijvoorbeeld: laag-bij-de-gronds, doe-het-zelfzaak dandanalsalsals waarwaarniet waar - het Standaardnederlands is gebaseerd op het Hollandse dialectniet waar - de eerste officiële spelling dateert van 1804, maar deze is daarna nog vier keer gewijzigd. willen: hww, worden: kww Toelichting: In deze zin is worden het belangrijkste werkwoord en het koppelt dokter aan ik. ben: hww, geweest: zwwToelichting: In deze zin is geweest het belangrijkste werkwoord en het geeft een handeling van het onderwerp aan. Het gaat om ‘ergens geweest zijn’, niet om ‘iets zijn’.ging: zww, stormde: zwwToelichting: Deze samengestelde zin bestaat uit twee zinnen die worden verbonden door want en beide zinnen hebben een zelfstandig werkwoord. Deze werkwoorden geven een handeling van het onderwerp aan.gehouden - zww, blijft - kwwToelichting: Ook deze zin bestaat uit twee zinnen die worden verbonden door want; beide zinnen hebben een eigen belangrijkste werkwoord, waarvan gehouden een handeling aangeeft en blijft een toestand weergeeft. is heel gewoon geblevenDit is een naamwoordelijk gezegde: heel gewoon is een eigenschap van het onderwerpblijftDit is een werkwoordelijk gezegde: thuis geeft aan wáár het onderwerp is, niet wát het is.belooft een mooie dag te wordenDit is een naamwoordelijk gezegde: een mooie dag is een eigenschap van het onderwerp.lijkenDit is een werkwoordelijk gezegde: het gaat om lijken op en niet om lijken als koppelwerkwoord. drie - naast het werkwoord bestaat de zin uit het antwoord op de vragen wie? en wat?vier - naast het werkwoord bestaat de zin uit het antwoord op de vragen wie?, wat? en aan wie? bijstellingbijvoeglijke bepalingbijwoordelijke bepalingbijwoordelijke bepalingToelichting:Een bijstelling is een deel van een zinsdeel dat na een komma achter een zelfstandig naamwoord staat. In een bijstelling wordt dezelfde zaak of dezelfde persoon nog eens genoemd, in andere woorden. Een bijvoeglijke bepaling is een deel van een zinsdeel dat iets toevoegt aan een zelfstandig naamwoord.Een bijwoordelijke bepaling is een zinsdeel dat aangeeft waar, wanneer, waarom en/of hoe iets gebeurt.  Volgens dit krantenbericht | is | gisteren | in onze straat | een ongeluk | gebeurd. Volgens dit krantenbericht - bwbis gebeurd - wwggisteren - bwbin onze straat - bwbeen ongeluk - ondWie | bedenkt | die verhalen over gevaarlijke dieren in het bos?Wie - ondbedenkt - wwgdie verhalen over gevaarlijke dieren in het bos- lvDie beroemde wielrenner | is | de zoon van onze plaatselijke fietsenmaker.Die beroemde wielrenner - ondis de zoon van de plaatselijke fietsenmaker - nwgWanneer | heeft | onze mentor | dat | tegen jullie | gezegd? Wanneer - bwbheeft gezegd - wwgonze mentor - onddat - lvtegen jullie - vzv zeiden (pv vt), begrepen (pv vt)Vindt (pv tt), gamet (pv tt)beloofde (pv vt), uploaden (pv vt)verbaasde (pv vt), verscheen (pv vt) zonnebrillenkokerUitleg: samenstellingen met zon krijgen nooit een tussen-n, want er is maar één zon; het is een koker voor een zonnebril, dus moet het woord volledig aan elkaar.tweedehandswinkelUitleg: het gaat om een winkel in tweedehands spullen, dus moet alles aan elkaar; als je tweedehands winkel schrijft, is de winkel tweedehands en dat klopt niet.mee-etenUitleg: hier is sprake van klinkerbotsing, dus moet je een koppelteken gebruiken. Denk erom: bij samenstellingen gebruik je in dit soort gevallen géén trema! kortetermijnplanningUitleg: het gaat om een planning voor de korte termijn. Als je er korte termijnplanning van maakt, wordt het een termijnplanning die heel kort is, maar dat wordt niet bedoeld. Hij had het geleende boek niet teruggebracht, omdat hij was vergeten dat hij het nog in huis had.Uitleg: hem → het - Er wordt verwezen naar het boek, dan moet je het gebruiken.Niemand heeft een/enig idee wat er die avond precies is gebeurd.Uitleg: geen → een / enig - Met geen is er sprake van een dubbele ontkenning.De brandweer was snel ter plaatse en die had de brand snel onder controle.Uitleg: hadden → had - Er wordt verwezen naar de brandweer, dit is enkelvoud, dus moet de verwijzing die ook enkelvoud zijn.Sommige voetballers lijken te denken dat ze beter zijn dan Johan Cruijff, maar dat is natuurlijk onzin.Uitleg: als → dan - Na een vergrotende trap (beter) gebruik je dan en geen als.