Thema's Maatschappijleer
- Hoofdstuk 1 - Wat is maatschappijleer?
oefentoetsen & antwoorden
6.0
Bovenbouw|Vwo
Deze oefentoets behandelt o.m. de volgende onderwerpen: waarden en normen, kenmerken van een maatschappelijk vraagstuk, macht, sociale ongelijkheid en sociale cohesie, desinformatie, referentiekader, vragen die helpen bij het checken van informatie en journalistieke normen.
Toets Maatschappijleer
Thema's Maatschappijleer
Online maken
Toets afdrukken
Het gaat om de volgende begrippen:DilemmaFilterbubbelStereotypeArgument Er is sprake van een maatschappelijk vraagstuk wanneer:Grote groepen in de samenleving de gevolgen ervan ondervinden;Er sprake is van tegengestelde belangen en visies;Een gemeenschappelijke aanpak nodig is waarbij de overheid vaak een rol heeft. Voorbeeld van een norm, bijbehorende waarde is veiligheid of gehoorzaamheid.Toelichting: als je niet stopt bij een zebrapad, dan houd je je niet aan de verkeersregels (gehoorzaamheid) en dan ontstaan er onveilige situaties (veiligheid).Voorbeeld van een waarde (namelijk gezondheid), bijbehorende norm kan zijn dat Dylan ervoor kiest geen alcohol te drinken / geen drugs te gebruiken etc.Toelichting: alle voorbeelden van gedrag waarbij rekening wordt gehouden met gezondheid, kunnen hier als voorbeeld van een norm genoemd worden.Voorbeeld van een waarde, bijbehorende norm kan alles zijn waaruit blijkt dat Bart zelf veel invloed heeft op de manier waarop hij lesgeeft, hoe hij de zaken aanpakt. Denk bijvoorbeeld aan: leerlingen veel zelf laten ontdekken, altijd even fysiek actief zijn tussen de lessen door etc. Toelichting: autonomie betekent zelfbeschikking, dus je eigen beslissingen kunnen nemen. Een goed voorbeeld van een norm, laat dus zien dat Bart iets op zijn eigen manier kan doen, zijn eigen beslissingen kan nemen.Dit is een norm, bijbehorende waarde is vrijheid of gelijkheid of geen discriminatie.Toelichting: trouwen met wie je wil, ook als dat niet iemand van hetzelfde geslacht is, wijst op de vrijheid om zelf te bepalen met wie je trouwt. Tegelijkertijd wijst het op gelijkheid / geen discriminatie, omdat iedereen dus mag trouwen met wie hij/zij wil, iedereen wordt dus gelijk behandeld. Wordt een situatie van verschillende kanten bekeken? / Is er sprake van hoor en wederhoor?Uitleg: in het voorbeeld wordt duidelijk dat de gemeente en de buurtbewoners dezelfde kwestie of een andere manier bekijken. In het krantenartikel wordt naar beide kanten van de kwestie gekeken, dit wordt ook wel hoor en wederhoor genoemd.Is de informatie actueel?Uitleg: om te kunnen beoordelen of informatie actueel is, is het noodzakelijk om te weten wanneer de informatie is verzameld.Welke bronnen worden er gebruikt voor feitelijke informatie?Uitleg: het gaat er hierbij om of er wordt verwezen naar officiële instanties, zoals bijvoorbeeld het CBS of de politie. Als er geen verwijzingen zijn, kun je de informatie niet klakkeloos voor waar aannemen. MachtUitleg: Ella heeft het vermogen om het gedrag van Chloé te beïnvloeden, want zij zorgt ervoor dat Chloé minder vaak met Cato afspreekt. BelangenUitleg: Ella heeft er voordeel bij als Chloé met haar afspreekt, ze heeft dan namelijk veel plezier.Sociale cohesieUitleg: de sociale cohesie in de klas is laag, want als er veel wordt gepest, dan voelen de kinderen zich niet sterk verbonden met elkaar. Werkwijze:Noem de drie kenmerken van een maatschappelijk vraagstuk.Haal bij ieder kenmerk informatie uit de tekst waaruit blijkt dat je dit kenmerk terugziet.Koppel de drie kenmerken aan de informatie uit de tekst. Antwoord: Het is eerste kenmerk is dat grote groepen in de samenleving de gevolgen ervan ondervinden. In de tekst is te lezen dat er ieder jaar sprake is van slachtoffers door vuurwerk en dat ook ziekenhuizen, artsen en politie blij zijn met een verbod. Hieruit is op te maken dat grote groepen mensen gevolgen ervaren, ofwel omdat ze slachtoffer zijn ofwel omdat ze de slachtoffers moeten helpen / veroorzakers moeten aanpakken.Het tweede kenmerk is dat er sprake is van tegengestelde belangen en visies. In de tekst is te lezen dat er sprake is van zowel blijdschap als verdriet en dat er voor- en tegenstanders zijn van een verbod. Hieruit blijkt dat de visies van deze mensen verschillen en dat dus niet iedereen het eens is over de invoering van het verbod.Het derde kenmerk is dat er een gemeenschappelijke aanpak nodig is waarbij de overheid vaak een rol heeft. In de tekst is te lezen dat vuurwerkverboden van verschillende gemeenten massaal genegeerd werden, maar dat wordt verwacht dat een landelijk verbod makkelijker is te handhaven. Hieruit blijkt dat een gemeenschappelijke, landelijke aanpak, noodzakelijk is om het probleem op te lossen. Werkwijze:Noem de twee elementen van het begrip referentiekader die je herkent in de tekst.Kies bij ieder element een passend voorbeeld uit de tekst.Koppel de twee elementen van het begrip aan de voorbeelden uit de tekst. Antwoord: (De elementen van het begrip referentiekader zijn (kennis), ervaringen, normen, waarden en gewoonten.)Het element ervaringen komt duidelijk terug. In de tekst is te lezen dat oogarts Tjeerd de Faber voor een vuurwerkverbod is, omdat hij ieder jaar slachtoffers behandelt rond de jaarwisseling. Hij heeft dus de ervaring dat vuurwerk afsteken leidt tot onnodige slachtoffers. Het element gewoonte / norm komt duidelijk terug. In de tekst is te lezen dat tegenstanders van het verbod het jammer vinden dat de traditie ten einde komt. Hieruit blijkt dat deze mensen de gewoonte hadden / dat het voor deze mensen de norm was om vuurwerk af te steken tijdens de jaarwisseling. Het element waarde komt duidelijk terug. In de tekst is te lezen dat voorstanders blij zijn dat het gezond verstand en de rede zegevieren. Dit zeggen deze voorstanders omdat er zo veel slachtoffers vallen. Zij beredeneren dus vanuit de waarde veiligheid / gezondheid dat een vuurwerkverbod de beste optie is. Van de drie bovenstaande antwoorden hoeven er slechts twee gegeven te worden. Werkwijze:Geef eerst de definitie van sociale ongelijkheid.Bepaal dan welke informatie uit de tekst relevant is.Gebruik de informatie tot slot om te beargumenteren dat er al sociale ongelijkheid is en dat deze ongelijkheid tot nog meer sociale ongelijkheid leidt.Antwoord: Sociale ongelijkheid wil zeggen dat er een ongelijke verdeling van kennis, financiële middelen en (politieke) macht is. In de tekst is te lezen dat kinderen op een hele dure basisschool waar mensen 24.500 euro per jaar betalen heel veel persoonlijke aandacht en onderwijs op maat krijgen.Hieruit blijkt dat mensen die (heel) veel financiële middelen bezitten en dus in staat zijn om 24.500 euro per jaar te betalen voor een basisschool hun kinderen meer kennis kunnen meegeven dan ouders die deze financiële middelen niet hebben. Dat deze kinderen van rijke ouders meer kennis krijgen blijkt uit de vele persoonlijke aandacht en onderwijs op maat, dat is volgens de tekst iets dat andere leerlingen dus niet krijgen. Dus: een ongelijke verdeling van financiële middelen leidt tot een ongelijke verdeling van kennis. Werkwijze:Geef de definitie van het begrip desinformatie.Haal informatie uit de tekst waaruit blijkt dat desinformatie grote gevolgen kan hebben voor individuen.Koppel tot slot de definitie van het begrip desinformatie aan de informatie uit de tekst.Antwoord: Desinformatie is onjuiste of misleidende informatie die expres wordt gemaakt en verspreid om geld te verdienen, de publieke opinie te beïnvloeden en/of om iemand, een groep mensen, een organisatie of land te beschadigen. In de tekst is te lezen dat Youri Plate doet alsof hij jurist is en mensen adviseert om geen belasting te betalen. Dit heeft als gevolg dat mensen hoge boetes krijgen en soms zelfs uit hun huis gezet worden.Hier is sprake van desinformatie om Youri Plate onjuiste en misleidende informatie geeft. Hij liegt over het feit dat hij jurist is en misleidt zijn volgers door hen te adviseren geen belasting te betalen. Hij probeert daarmee de publieke opinie te beïnvloeden, hij probeert zijn volgers te laten geloven in zijn ideeën. Dat dit grote gevolgen heeft voor individuen blijkt uit de informatie dat mensen die geen belasting betaalden hoge boetes kregen en soms zelfs uit huis werden gezet. Werkwijze:Noem de twee journalistieke normen die je herkent in de voorlichting van de Stichting Mediawijsheid.Haal informatie uit de laatste alinea die aansluit bij deze journalistieke normen.Koppel de journalistieke normen en de informatie uit de laatste alinea aan elkaar. Antwoord: De eerste journalistieke norm die te herkennen is, is het onderscheid aanbrengen tussen feiten, beweringen en meningen of feiten controleren. De Stichting Mediawijsheid geeft voorlichting over hoe leerlingen om kunnen gaan met beweringen als ‘iedereen heeft zijn eigen waarheid’.Als leerlingen het verschil tussen feiten, beweringen en meningen leren ontdekken, begrijpen zij ook dat mensen misschien wel hun eigen mening kunnen hebben of iets kunnen beweren, maar dat het daarmee nog geen waarheid is. / Als leerlingen feiten controleren, dan komen ze er vanzelf achter dat de ‘waarheid’ van de een nog niet ‘de waarheid’ hoeft te zijn.De tweede journalistieke norm die te herkennen is, is hoor en wederhoor toepassen of meerdere bronnen raadplegen. In de tekst is te lezen dat de Stichting Mediawijsheid leerlingen leert dat er ook een andere kant van het verhaal is dat influencers vertellen.Dat wil zeggen dat de stichting leerlingen leert om hoor en wederhoor toe te passen, dus om ook te kijken hoe de ander / een ander erover denkt / Dat wil zeggen dat leerlingen leren om meerdere bronnen te raadplegen. Dus niet alleen geloven wat de influencer zegt, maar ook controleren of andere bronnen hetzelfde zeggen.
Deze toets bestellen?
Voordeligst
Lidmaatschap ToetsMij
€ 12,99/mnd
Snel nog even wat toetsen oefenen? Kies dan onze meest flexibele optie.