Feniks 3e ed/LRN-line - Hoofdstuk 3 - De Republiek in de Gouden Eeuw oefentoetsen & antwoorden

SchuilkerkHandelsfactorijKaapvaartTrans-Atlantische slavenhandelWetenschappelijke revolutieLeertip!Achterin het hoofdstuk staan alle begrippen. Maak van de begrippen, bijvoorbeeld flitskaarten om ze te oefenen. Werkwijze:Als je het lastig vindt om een chronologische vraag te maken. Probeer dan de eerste en laatste gebeurtenis alvast te noteren. Zo heb je dan maar een drietal gebeurtenissen te verdelen tussen de eerste en laatste. Dit geeft wat meer overzicht.De juiste volgorde is: D - E - A - C - BToelichting:D. Antwerpenaren vluchten naar Amsterdam uit angst voor de Spanjaarden (1585).E. Oprichting van de VOC.  (1602). A. Jan Pieterszoon Coen sticht bestuurscentrum Batavia (1619).C. Piet Hein verovert de Spaanse zilvervloot.  (1628) B. De WIC verovert Portugees Brazilië en slaven station El Mina. (1630)Leertip! Achterin het hoofdstuk staan veel belangrijke gebeurtenissen op volgorde van tijd. Neem dit goed door! Juist: A - D - EOnjuist: B - C - FB. In middeleeuws Amsterdam woonde en werkte juist iedereen door elkaar.C. Iedereen kon de beurs betreden.F. Boeren produceren niet alleen voor hun eigen familie en dorp, maar ook voor de stad en de export. De moedernegotie was de eerste en eeuwenlang belangrijkste internationale handel van Nederlanders met de landen rond de Oostzee. De handel was belangrijk voor de Republiek omdat dit de handel was waar de Republiek door de eeuwen heen meer geld mee verdiende dan met enig andere handel. De twee motieven die protestanten en joodse handelaren hadden om te vluchten vanuit Antwerpen naar Amsterdam waren;Angst voor vervolging vanwege hun geloofIn Antwerpen was er een stuk minder te verdienen De komst van de protestanten en joodse handelaren was goed voor de Amsterdamse economie omdat zij hun internationale handelsnetwerk meenemen en hun kapitaal voortaan investeren in Amsterdam. De VOC werd opgericht omdat er veel concurrentie was tussen de verschillende handelscompagnieën die vanuit hun expeditie uit Azië terugkwamen. Doordat er concurrentie was moesten de compagnieën hun producten goedkoper maken. Dit zorgde ervoor dat de winsten van de compagnieën afnam. Bij de oprichting van de VOC mocht alleen de VOC vanuit de Republiek nog handel drijven met Azië, daarmee kregen zij een handelsmonopolie. Door de handelsmonopolie was er vanuit de Republiek geen concurrentie en namen de winsten toe. De VOC is van iedereen omdat iedereen een aandeel kon kopen van het bedrijf (VOC). Als je een aandeel koopt, dan koop je een stukje eigenaarschap van de VOC. Je deelt bijvoorbeeld mee in de winsten of het verlies van de VOC. Iedereen kon een aandeel kopen dus iedereen kon een stukje van de VOC bezitten. Juist: A - C - EOnjuist B - D - FB. De driehoekshandel was tussen Europa, Afrika en Amerika.D. Nederland bezat Nieuw-Nederland (New York) en ruilde dat in met de Engelsen voor Suriname. F. Het slavenfort El mina wordt op de Portugezen veroverd.  De Republiek was tolerant voor zijn tijd omdat andere geloven niet vervolgd werden in de Republiek. De Protestantse Kerk was de bevoorrechte kerk, maar katholiek of Joods zijn was bijvoorbeeld toegestaan, met beperkingen. Joden werden bijvoorbeeld in Oost-Europa vervolgd, in de Republiek niet.  1 - C2 - A3 - B De Republiek was speciaal op het gebied van politiek voor zijn tijd omdat de Republiek bestuurd werd door burgers en geen vorst. De omliggende landen hadden wel een vorst die heerste over de bevolking. Bron 1 past bij Amsterdam na de stadsuitbreidingen. Dit kan je bijvoorbeeld zien aan de verschillende grachten, zoals de Herengracht. De Herengracht werd gegraven toen Amsterdam ging uitbreiden. De bron gaat over de reis van Cornelis de Houtman. In de bron wordt gesproken over de tocht naar Indië in 1595, de tussenstop bij Kaap de Goede Hoop en het bezoek aan Bantam op Java. Dit komt overeen met de eerste Nederlandse expeditie naar Indië onder leiding van Cornelis de Houtman. Jacob van Heemskerck en Willem Barentsz probeerden namelijk vanuit het noorden van Europa Azië te bereiken. Cornelis ging via het zuiden, langs Kaap de Goede Hoop. Bron 3 past bij de WIC. Op de bron zie je namelijk de driehoekshandel. De WIC deed hieraan mee, de VOC niet.Het gebied waar er gehandeld wordt is het westen (Amerika). De WIC hield zich bezig met de handel in het westen, de VOC handelde in het oosten (Azië).   De bron past goed bij het begrip wetenschappelijke revolutie. De wetenschappelijke revolutie gaat namelijk over de ontwikkeling op het gebied van uitvindingen en wetenschap.Op de bron zie je het ontlede lichaam op de tafel. De mannen zijn het lichaam aan het bestuderen en kijken hoe Dr. Tulp te werk gaat.Rechtsonder zie je een boek. Dit staat voor het belang van kennis. Dit nam toe tijdens de wetenschappelijke revolutie.Dr. Tulp demonstreert en verklaart de spieren. Wetenschap richt zich op onderzoek en uitleg en dat gebeurt tijdens de les van Tulp. De schilderstijl die kenmerkend is voor Rembrandt is de tegenstelling tussen licht en donker en dat hij levensecht schilderde. Op bron 5 zie je de tegenstelling tussen licht en donker goed terugkomen. Ook is Jan Six levensecht afgebeeld. Voorbeelden van wat er werd getransporteerd op de handelsroutes van de westelijke Sahara;SlavenKoperZoutGoudIvoor