Geschiedeniswerkplaats Historisch overzicht 3e ed
- Tijdvak 2 - Tijd van Grieken en Romeinen
oefentoetsen & antwoorden
3e ed
Klas 4-6|Vwo
Deze toets behandeld de volgende onderwerpen:
Wetenschap en politiek in de Griekse stadstaat (§1)
Cultuur in het Romeinse Rijk (§2)
Jodendom en Christendom (§3)
Romeinen en Germanen (§4)
Toets Geschiedenis
Geschiedeniswerkplaats Historisch overzicht 3e ed
Online maken
Toets afdrukken
Onbeschaafde vreemdelingRegering van een kleine groepStenen paalOpnemen in de eigen staatVergadering van mannen uit aanzienlijke Romeinse familiesStijl, gebruikte vormenIemand een andere godsdienst aan laten nemenIemand die sterft voor zijn of haar geloofJoods gebedshuisVerhuizing naar een ander landAfspraak, overeenkomst Werkwijze:Je moet hier de gebeurtenissen op een logische volgorde plaatsen. De gebeurtenissen zijn eigenlijk niet te koppelen aan een jaartal. Je zult moeten nadenken over oorzaak-gevolg. Welke stap leidt tot welke vervolgstap? Het is handig om te beginnen met degene waarvan je zeker weet dat ze bij elkaar horen. Of dat je begint met de gebeurtenis die aan het begin of aan het einde hoort. Vaak kan je nog wel punten verdienen als je er één fout hebt. Vandaar dat je moet beginnen met degene die je wel weet. Antwoord: D-A-E-C-BToelichting:D. Begin van de Griekse kolonisatie (800 v.Chr.) A. Begin van de democratie in Athene (507 v.Chr.)E. Kruisiging van Jezus Christus (30 n.Chr.)C. Brand in Rome onder Nero (68 n.Chr.) B. Christendom wordt de Romeinse staatsgodsdienst (380 n.Chr.) Werkwijze:Herhaal een deel van de vraagNummer je gegeven redenen, zodat je niet te veel en te weinig verteldBedenk goed wat je over het verhaal weet, maar bedenk ook wat er in het verhaal afspeelt.Antwoord:De discussie over of de gevechten bij Troje hebben plaatsgevonden zijn onderwerp van discussie vanwege in ieder geval de volgende twee redenen:De verhalen zijn eeuwenlang mondeling doorverteld. Meestal veranderen verhalen van vorm als deze generatie op generatie worden doorverteld, waardoor het minder betrouwbaar is.Verder spelen goden een centrale rol in het verhaal, waardoor het eerder een mythe is dan een historische gebeurtenis. Werkwijze:Je moet hier een vergelijking maken. Het is daarom verstandig om zowel de Grieken als de Egyptenaren hun visie op bestuur uiteen te zetten. Daarna kan je namelijk eenvoudiger een conclusie schrijven.Antwoord:De Grieken keken naar hun bestuur alsof die de taken moest uitvoeren voor het algemene nut van de burgers. Het bestuur was er dus voor de bevolking.Bij oude beschavingen, zoals bij de Egyptenaren, was het de taak van het bestuur (priesters en God koningen) om de wil van de goden uit te oefenen. De onderdanen moesten maar gehoorzamen.Bij de Grieken waren de onderdanen burgers, die zelf moesten nadenken over het bestuur. Er is dus een wezenlijk verschil tussen beide visies. Werkwijze:Het is een verstandige eerste stap om te bedenken welke culturele onderdelen erg bekend zijn bij de Romeinen. Denk aan de architectuur, de beeldhouwkunst, het recht, maar ook het geloof. Bedenk goed welk geloof aanwezig was toen het Romeinse Rijk viel.Antwoord:Het Romeinse Rijk was ten tijde van haar val al een lange periode christelijk. Toen het Romeinse Rijk ‘viel’ vervielen grote delen van haar cultuur, maar het christendom bleef bestaan. De christelijke bisschoppen spelen zelfs een sleutelrol in het bestuur van de voormalig Romeinse steden. Werkwijze:Je kan hier het beste door te benoemen welke elementen het bestuur van de Romeinse Republiek heeftVervolgens kan je per element een bestuursvorm eraan koppelen. Je moet kort de kenmerken van een bepaalde bestuursvorm benoemen, zodat het past bij het bestuur elementWerk stapsgewijsHerhaal een deel van de vraagAntwoord:De Romeinse Republiek kan als samensmelting van bestuursvormen worden gezien, aangezien zij een senaat, volksvergadering en consuls hebben.De senaat kan worden gezien als aristocratie (bestuurd door aanzienlijken)De volksvergadering kan worden gezien als democratie (het volk heeft invloed/bestuurd)De consuls kunnen worden gezien als oligarchie (bestuur door weinigen). Werkwijze:Bedenk eerst eens wat er allemaal onder cultuur wordt verstaan. Welke aspecten van de samenleving horen daarbij?Is er een onderdeel van de Grieks-Romeinse cultuur dat je vandaag de dag nog veel terugziet? Dat zou een goede aanduiding kunnen zijn.Bedenk vervolgens hoe die Grieks-Romeinse cultuur zo tot bloei is gekomen, ging dat allemaal erg netjes?Door de vraag op te delen creëer je structuur in jouw antwoord. Antwoord:De voornaamste reden waarom de Grieks-Romeinse cultuur hoog in ons vaandel staat is vanwege de kunsten. Zowel bouwstijlen als schilderijen worden vaak nog enorm geprezen. Veel bouwstijlen zie je ook nog terug in moderne gebouwen.De wijze waarop de grote Romeinse gebouwen vaak zijn gemaakt is op basis van slavernij, waardoor er tegenwoordig meer discussie over plaatsvindt hoe erg wij Romeinse bouwwerken zouden moeten prijzen. Werkwijze:Als je de vraag goed leest dan merk je op dat je niet een idee van Aristoteles over burgerschap in Athene hoeft te noemen, maar een algemeen idee dat heerste in Athene over burgerschap ten tijde van Aristoteles. Je kan meerdere antwoorden geven. Zorg er wel voor dat je antwoorden duidelijk naar de eed verwijzen!Antwoord:Bij de eed komen een aantal punten naar voren. Je hoeft er maar één te benoemen. Hieronder staan drie antwoorden die je had kunnen geven. Het hebben van een democratie. Dit blijkt uit het volgende deel van de bron: ‘’.. en aan alles wat de meerderheid met inzich besluit’’.Het afkeuren van tirannie. Dit blijkt uit het volgende deel van de bron: ‘’.. wanneer iemand de wetten wil omverwerpen … zal ik dit niet toelaten’’.Het bestaan van een rechtsstaat. Dit blijkt uit het volgende deel van de bron: ‘’ik zal gehoorzamen aan de rechters en aan de bestaande wetten’’. Werkwijze:Probeer niet beide vragen meteen te beantwoorden. Richt je eerst op het eerste deel, lees de bron, markeer en beantwoord dan de vraag!Doe dit vervolgens nog een keer voor het tweede deel van de vraag. Anders raak je zelf het overzicht kwijt.Door de vraag op te delen in stukjes voelt het minder overweldigend en kan je gestructureerd antwoord gevenBedenk bij het eerste deel van de vraag vooral wanneer iets betrouwbaar is en niet (dat staat niet in de bron)Bedenk bij het tweede deel welk belang de christelijke auteurs hebben bij de briefJe moet naar de bron verwijzen! Antwoord:Je kan de beschrijving als betrouwbaar beschouwen, omdat Plinius zijn beleid moet weergeven aan de keizer, waarbij hij de beschrijving (later) niet aanpast / niet redigeert voor publicatie. De christelijke auteurs willen voorkomen dat door het gebruiken van de brief, waaruit blijkt dat sommige christenen bereid zijn hun geloof te herroepen / bereid zijn Romeinse goden te aanbidden om daarmee hun leven te redden, de verspreiding van het christendom verhinderd zou worden / christenen een slechte reputatie zouden krijgen. Werkwijze:Lees eerst de bron!Bedenk als je de bron hebt gelezen eerst welk argument de historicus hieruit kan halen. Het hoeft niet een specifieke zin uit de bron te zijn, maar ook een conclusie die je na het lezen van de tekst kan sluiten.Lees vervolgens de tekst zorgvuldig, uit welk deel kan je de mening van Lampridius het beste halen? Verwerk dat in jouw antwoord.Je moet naar de bron verwijzen! Antwoord:Uit de beschrijving blijkt dat de Germanen een deel van het Romeinse Rijk plunderen. Dit draagt bij aan het uiteenvallen van het West- en Oost-Romeinse Rijk. Lampridius zelf schrijft dat de aanvallen van de Germanen verwoestend en beschamend zijn, maar dat zelfs onbetekenende keizers de Germanen hebben onderworpen, waaruit op te maken is dat hij ervan uitgaat dat de Romeinen de invallen zullen/kunnen stoppen. De Romeinen zijn nog superieur en dus is er geen sprake van een keerpunt.
Deze toets bestellen?
Voordeligst
Lidmaatschap ToetsMij
€ 12,99/mnd
Snel nog even wat toetsen oefenen? Kies dan onze meest flexibele optie.