Nevenschikkende voegwoorden verbinden twee hoofdzinnen / twee gelijkwaardige zinnen met elkaar. Onderschikkende voegwoorden verbinden een bijzin met een hoofdzin. en, maar, want, of, dusEr zijn veel antwoorden mogelijk, bijvoorbeeld: dat, omdat, doordat, totdat, zodat, aangezien, als, dan, hoewel, terwijl, toen, indien, mits, tenzij, ofschoon, zodra. bepaald hoofdtelwoordbepaald rangtelwoordonbepaald hoofdtelwoordonbepaald rangtelwoordbijwoordbijvoeglijk naamwoord Een beperkende bijvoeglijke bijzin kun je niet weglaten.Bij een onderschikking benoem je de bijzin als een zinsdeel van de hoofdzin.Een bijvoeglijke bijzin is een deel van een zinsdeel. nietwelnietnietwel Bij een pleonasme zeg je in een extra woord nog iets wat al in een woord besloten zit. Bij een tautologie zeg je iets dubbel met twee woorden die ongeveer hetzelfde betekenen. Veel: onbepaald hoofdtelwoord (geeft een onnauwkeurig aantal mensen aan)vanzelfsprekend: bijwoord (zegt iets over hoe mensen iets vinden, dus over een werkwoord)eigen: bijvoeglijk naamwoord (zegt iets over auto, dus over een zelfstandig naamwoord)december: zelfstandig naamwoord (een naam (van een maand) is altijd een zelfstandig naamwoord)gezamenlijk: bijwoord (dit is een bijwoordelijke bepaling die uit één woord bestaat en is dus een bijwoord)maar: nevenschikkend voegwoord (dit is altijd een nevenschikkend voegwoord)Hoewel: onderschikkend voegwoord (verbindt een bijzin met een hoofdzin)moeilijk: bijwoord (zegt iets over hoe ik iets vind, dus over een werkwoord)toch: bijwoord (is een bijwoordelijke bepaling die uit één woord bestaat en is dus een bijwoord)Gistermiddag: bijwoord (geeft een tijd aan)oudste: bijvoeglijk naamwoord (zegt iets over broer, dus over een zelfstandig naamwoord) eerste: bepaald rangtelwoord (geeft een nauwkeurige plaats in een rangorde aan) Deze zin bevat een beperkende bijzin, die niet voorafgegaan wordt door een komma.Toelichting: de bijzin geeft extra informatie die niet kan worden weggelaten: het is bijzonder dat de groenten die vandaag geoogst worden morgen al op de markt liggen. Een beperkende bijzin wordt niet voorafgegaan door een komma, omdat je de bijzin niet kunt weglaten.Deze zin bevat een uitbreidende bijzin, die wel voorafgegaan wordt door een komma.Toelichting: de bijzin geeft informatie die kan worden weggelaten: alle derdeklassers genieten van het huiswerkvrije weekend nadat ze de eerste toetsweek hebben gehad. Als je geen komma zet, zeg je dat alleen de derdeklassers die de eerste toetsweek hebben gehad, genieten van dat weekend. Dat is raar. Deze zin bevat een beperkende bijzin, die niet voorafgegaan wordt door een komma.Toelichting: de bijzin geeft extra informatie die niet kan worden weggelaten: het gaat niet om de buurt op zich (of de buurt waar je woont), maar om de buurt waar je opgroeit. Een beperkende bijzin wordt niet voorafgegaan door een komma, omdat je de bijzin niet kunt weglaten.Deze zin bevat een uitbreidende bijzin, die wel voorafgegaan wordt door een komma.Toelichting: De bijzin geeft informatie die kan worden weggelaten: het is een kenmerk van ons schoolsysteem dat kinderen al op jonge leeftijd worden ingedeeld op niveau. We hebben geen ander schoolsysteem waarin dat niet gebeurt. brijToelichting: brij is een zelfstandig naamwoord dat pap betekent. Brei komt van het werkwoord breien en past dus niet in deze zin.verteltToelichting: Vertelt is de persoonsvorm van een bijzin. Daarom gebruik je de stam + t. rouwrandjesToelichting: Het gaat om zwarte randjes, die lijken op de randen op rouwkaarten.vergrootte Toelichting: Het gaat in deze zin om een persoonsvorm. Die schrijf je in de verleden tijd als stam+te of stam+de. De stam van vergroten is vergroot. beantwoordeToelichting: Beantwoordde is in deze zin een bijvoeglijk naamwoord en dat schrijf je zo kort mogelijk. lijdtToelichting: Het gaat om een persoonsvorm in de derde persoon enkelvoud (hij of zij) in de tegenwoordige tijd, dus krijg je stam + t. Lijden betekent dat iemand pijn heeft of ergens last van heeft. De fractievoorzitter heeft last van het gebrek aan discipline. welToelichting: Irriteren is geen wederkerend werkwoord. Dus is ‘iets irriteert mij’ goed. Hier is ‘mij’ geen wederkerend voornaamwoord, maar een persoonlijk voornaamwoord. Je kunt het niet vervangen door ‘zich’.nietToelichting: Het is refereren aan en niet refereren naar.nietToelichting: Zich beseffen bestaat niet. Het is: je realiseer je óf je beseft (zonder me)nietToelichting: Je gaat de strijd aan, niet in. eufemismeToelichting: tussen twee banen is een milde manier om te zeggen dat iemand werkloos is.paradoxToelichting: afstand nemen en dichter tot elkaar komen lijken tegengesteld aan elkaar te zijn, maar als je erover nadenkt, klopt de uitspraak wel.retorische vraagToelichting: Degene die de vraag stelt, verwacht geen antwoord. Het is eigenlijk een verkapte manier om te zeggen dat je denkt dat niemand dat leuk vindt.pleonasmeToelichting: Een cirkel is altijd rond. Er wordt dus een eigenschap genoemd die al in het woord besloten zit. Hier gebeurt dat om te benadrukken dat het nichtje probeert om een mooi rondje te maken.tautologieToelichting: Enkel en alleen betekenen ongeveer hetzelfde.understatementToelichting: Een 8,3 als gemiddelde is heel goed. Wel aardig is dus nogal zacht uitgedrukt. was = koppelwerkwoord (koppelt een eigenschap (boos) aan het onderwerp (Sarina))boos = bijvoeglijk naamwoord (is onderdeel van het naamwoordelijk gezegde: het zegt iets over een zelfstandig naamwoord (Sarina))haar = persoonlijk voornaamwoord (is hier zelfstandig gebruikt om te verwijzen naar een persoon. Als er werd verwezen naar een man, zou hier ‘hem’ staan en geen ‘zijn’)had = hulpwerkwoord (is onderdeel van het werkwoord gezegde en het ‘helpt’ het belangrijkste werkwoord ‘verboden’)zoveelste = onbepaald rangtelwoord (geeft een onnauwkeurige plaats in een rangorde aan. terwijl = onderschikkend voegwoord (verbindt een bijzin met de hoofdzin)goed = bijwoord (zegt iets over wat haar moeder vindt. Het zegt dus iets over een werkwoord)ging = zelfstandig werkwoord (is het belangrijkste werkwoord in de bijzin ‘dat ze ging’) gezegdezin- zoals je verwacht is onderdeel van het naamwoordelijk gezegde. Het wordt door het koppelwerkwoord is gekoppeld aan het onderwerp De toekomst.voorzetselvoorwerpszin- rekenen op is een vaste combinatie van een werkwoord met een voorzetsel. Je kunt dat je iemand meeneemt naar het gala vervangen door daar: Daar wordt vast op gerekend.meewerkendvoorwerpszin- Je kunt aan wie dat volgens jou het meest nodig heeft vervangen door een persoonlijk voornaamwoord, bijvoorbeeld mij of hem of haar. Het zinsdeel geeft antwoord op de vraag: Aan wie kun je het cadeau doorgeven? Het antwoord op de vraag aan wie + gezegde + onderwerp + lijdendvoorwerp is het meewerkend voorwerp. lijdendvoorwerpszin- dat ze rijk worden is het antwoord op de vraag: Wat hopen veel mensen? Het antwoord op de vraag wat + gezegde + onderwerp is het lijdend voorwerp.bijwoordelijke bijzin- zodra we daar tijd voor hebben is een tijdsbepaling. Het geeft antwoord op de vraag wanneer en is dus een bijwoordelijke bepaling. onderwerpszin- Wie niet luistert naar de uitleg geeft degene aan die niet weet wat hij moet doen. Je kunt het vervangen door een naam of een persoonlijk voornaamwoord. Als je dat doet, is meteen duidelijk dat het gaat om het onderwerp. verandert (pv vt), verwarde (bijv.nw)vergrootte (pv vt), verlichte (bijv.nw)bedoelt (pv tt, onderwerp is ‘je zus’), geformuleerd (voltooid deelwoord)aanmeldt (pv tt), voltooid (voltooid deelwoord) Aan het eind van de zware training was iedereen moe. Toch besloot de trainer om iedereen nog een rondje om het veld te laten lopenToelichting: Het gaat om twee hoofdzinnen die zonder voegwoord aan elkaar worden verbonden. Dat mag niet met een komma. Er is hier geen sprake van een verklaring of uitwerking, dus gebruik je ook geen dubbele punt. Hij wist zeker dat hij de toets goed zou, want hij had hard geleerd en had ook heel veel geoefend. Toelichting: Het gaat om twee hoofdzinnen die worden verbonden door het voegwoord ‘want’. Voor een voegwoord plaats je een komma.Er is maar één oplossing: je moet eerlijk toegeven dat je je had verslapen.Toelichting: Het gaat om twee hoofdzinnen die zonder voegwoord aan elkaar worden verbonden. Dat mag niet met een komma. Het tweede deel is een uitwerking van het eerste deel, dus gebruik je een dubbele punt. De zon brak langzaam door de wolken; het was alsof alles opnieuw kleur kreeg.Toelichting: Het gaat om twee hoofdzinnen die zonder voegwoord aan elkaar worden verbonden. Dat mag niet met een komma. Er is hier geen sprake van een verklaring of uitwerking, dus gebruik je ook geen dubbele punt. Je zou ook een punt kunnen gebruiken. Het woord erna wordt dan met een hoofdletter geschreven. Gistermiddag haalden we vers brood bij de bakker en vandaag ontdekten we dat het beschimmeld was.Met een daverend feest namen we afscheid van onze collega en hij is vandaag naar Spanje vertrokken.
Deze toets bestellen?
Voordeligst
Lidmaatschap ToetsMij
€ 12,99/mnd
Snel nog even wat toetsen oefenen? Kies dan onze meest flexibele optie.