De Geo LRN-line
- Hoofdstuk 2 - Van de bergen naar de zee
oefentoetsen & antwoorden
10e editie
Klas 2|Havo
Deze oefentoets behandelt onder meer de volgende onderwerpen:
De vorming van de Alpen
Rivieren van ijs
Het stroomgebied van de Rijn
Kustvormen
Toets Aardrijkskunde
De Geo LRN-line
Online maken
Toets afdrukken
Kracht die de aardkorst van buitenaf verandert.De breking van golven in ondiep water (aan de kust).De plek waar het smeltwater van de gletsjer uit de gletsjer stroomt.Toelichting:Zoals de wind, water en ijs die zorgen voor verwering en erosie. Jong gebergteOud gebergteDiepe dalenAfgeronde toppenSteile hellingenVeel verwering en erosie plaatsgevondenSpitse toppenDe EifelDe Alpen30 miljoen jaar oudBovenloopMiddenloopBenedenloopVerweringErosieSedimentatieStenenGrindKleiZwitserlandDuitslandNederlandSpitse bergtoppenDuinenToelichting: Jonge gebergten bestaan ‘pas’ enkele miljoenen jaren (65 miljoen jaar of korter, gevormd in de Alpiene plooiingsfase, zoals de Alpen, Pyreneeën, Andes en Himalaya). Dit zijn vaak de bekendste bergketens. Oude gebergten zijn nog véél ouder, en gevormd in bijvoorbeeld de Hercynische of Caledonische plooiingsfase (280 tot 450 miljoen jaar geleden). De Ardennen en de Oeral zijn hier voorbeelden van. Omdat deze gebergten al véél langer blootstaan aan verwering en erosie, zijn ze al helemaal afgeschuurd. Vroeger waren het ooit hooggebergten, nu enkel nog middelgebergte of zelfs heuvelland. HorstenGlaciaalToelichting:Daar tegenover staan slenken, die juist gedaald zijn langs een breuklijn. Een ezelsbruggetje is HOrst komt omHOog (de letters HO zijn het ezelsbruggetje). De volgende drie factoren:de kracht van de windde tijd dat de wind waaitde afstand die golven afleggenToelichting:de kracht van de wind, want hoe sterker de wind, hoe hoger de golf.de tijd dat de wind waait. Hoe langer het waait, hoe hoger en sterker de golf wordt.de afstand die golven afleggen. Hoe groter de afstand die wordt afgelegd, hoe hoger en sterker de golf is. De rijn is een gemengde rivier, die zijn water van zowel regenwater als smeltwater (gletsjerwater) krijgt.MeandersIn de buitenbocht is sprake van erosie, in de binnenbocht van sedimentatie.In de buitenbocht is er erosie omdat de stroomsnelheid van het water hier hoog is en dus tegen de buitenbocht aan duwt en zand mee neemt. In de binnenbocht is sprake van sedimentatie, omdat de stroomsnelheid van het water hier laag is en er dus kans is voor de sedimenten om te sedimenteren (op de bodem te gaan liggen).Een hoefijzermeer / hoefijzervorming meer.Een van de volgende redenen:Omdat delta’s vruchtbaar zijn vanwege de afgezette sedimenten/slib. En omdat delta’s vlak zijn (en dus makkelijk bewoonbaar/te bebouwen). Verwering is het kapot gaan/afbrokkelen van stenen.Erosie gebeurt later. Losse stukken steen komen bijvoorbeeld in de rivier terecht en gaan op transport (ze worden door het water meegenomen). Tijdens deze reis schuren de stenen over de bodem. Ze schuren de bodem steeds verder/dieper uit, dit is erosie. Bij cijfer 1 vind je eeuwige sneeuw, of firn, of firnbekken (allen goed).Cijfer 2 is een middenmorene. Cijfer 3 is een zijmorene. Cijfer 4 is een grondmorene. Cijfer 5 is een eindmorene.De gletsjers zullen in zo’n 100 jaar verdwijnen door de opwarming van de aarde. Ze smelten steeds harder af, terwijl er hoog in de bergen weinig nieuwe sneeuw bijkomt/blijft liggen.Toelichting:–Alle morenen zijn gletsjerpuin/verpulverd gesteente dat meegevoerd is door de gletsjer en afgezet op een bepaalde plek. Plaatbeweging: platen die naar elkaar toe bewegen.Europa en Italië botsten op elkaar, waardoor de twee landplaten tegen elkaar omhoog drukten. Ze plooiden steeds verder tegen elkaar omhoog, waardoor het gebergte de Alpen is ontstaan. De plaat van India (Indische plaat) botste op de plaat van China/Azië (Euraziatische plaat). Vroeger zat hier zee tussen, maar deze zee werd steeds kleiner omdat India naar Azië bewoog. De Zee werd omhoog gedrukt. Uiteindelijk botste de platen en zijn de tussenliggende gesteente (de voormalige zee) nog verder omhoog geplooid. De Himalaya is ontstaan, waarbij oude zeebodems nu dus ineens bovenin de Himalaya terecht zijn gekomen.Toelichting: Je kon de laatste vraag aanpakken door eerst te bedenken hoe de Alpen zijn gevormd. Dit weet je, omdat dit uitgelegd wordt in je boek. Je weet dus ook dat ook bij de Alpen er zich eerst een zee bevond tussen Italië en Europa en dat deze zee omhoog is geduwd/geplooid. Vervolgens moet je realiseren dat de Himalaya is gevormd door een botsing van India en Azië (waar vroeger dus ook een zee tussen lag). V-dalU-dal- Een V-dal wordt gevormd door rivieren. - Een U-dal wordt gevormd door gletsjers Toelichting:- V-dal: De (snelstromende) rivieren eroderen/schuren vooral de onderkant van het dal uit, waardoor deze steeds dieper komt te liggen en een V vormt. - U-dal: De grote, zware krachtige ijsmassa erodeert/drukt zowel de onderkant als de zijkanten van het dal opzij, waardoor de vorm van een U ontstaat. Verhang2500/1200 = 2,08 m/km (vergeet de eenheid niet!!)Het verhang in delta’s is klein, omdat de rivier hier door een laagvlakte/benedenloop stroomt en dus weinig hoogteverschil hoeft te overwinnen.Toelichting:Het verhang is niets anders dan hoeveel meter een rivier daalt, per afgelegde kilometer. Daarom is de eenheid m per kilometer, oftewel m/km. (Een ander begrip dat hier vaak bij hoort, is verval. Verval is enkel en alleen het hoogteverschil. Als een rivier van bron tot monding 2 kilometer daalt, het is verval dus 2 kilometer). Een klifkust (of afbraakkust)Doordat in de branding sprake is van een sterke terugstroom, waardoor de kust beetje bij beetje wordt afgebroken. Het zeewater beukt telkens tegen de kust aan en erodeert een gedeelte van het gesteente, dat zo langzaam in zee stort en meegenomen wordt.Door een verschil in hardheid van het gesteente. Zacht gesteente erodeert makkelijker dan hard gesteente. De pilaar zal daarom bestaan uit relatief harder gesteente dan het omliggen al weg geërodeerde gesteente.Doordat het een aanslibbingskust is worden er telkens sedimenten aangevoerd. Er blijft telkens zand achter waardoor er zandbanken gevormd worden die bij eb droog komen te staan (boven water liggen). Deze strandwallen liggen bij eb boven water en wind kan dan het (droge) zand meenemen. Het zand waait naar de kust en blijft hangen achter plantjes (duingrassen) of stukken hout. Zo bouwt zich langzaam een kustduin op. Sedimentgesteente.Een plooiingsgebergteEndogene krachtenToelichting:Want je ziet duidelijk de lagen/strepen in het gesteente waaraan je ziet dat de sedimenten ooit horizontaal zijn afgezet. Wordt ook wel afzettingsgesteente genoemdDe sedimentlagen zijn tegen elkaar aan en omhoog geplooid door druk/kracht vanuit de aarde/plaatbewegingenEndogene krachten zijn krachten die vanuit het binnenste van de aarde op de aardkorst werken. (Het tegenovergestelde zijn exogene krachten, zoals wind en water, die van buitenaf op de aardkorst werken).
Deze toets bestellen?
Voordeligst
Lidmaatschap ToetsMij
€ 12,99/mnd
Snel nog even wat toetsen oefenen? Kies dan onze meest flexibele optie.