Biologie voor Jou MAX (release 8.0) Deel A - Thema 2 - Voortplanting en seksualiteit oefentoetsen & antwoorden

Penis en balzak.Intersekse.Voortplanting. (Je mag daarnaast ook nog zeggen: borstvoeding geven)D - de eierstokken Onjuist. Toelichting: tot aan de 6e week van de zwangerschap zijn de beginselen van de geslachtsorganen van jongens en meisjes hetzelfde. De hypofyse. De goede volgorde is: 4 - 1 - 2 - 5 - 3 Tip: De eicel komt de baarmoeder alleen maar tegen als deze is bevrucht. Als de eicel niet is bevrucht sterft het al af in de eileider. Bevruchting.C - in de eileider.A - van embryo naar placenta. Indaling - weeën - ontsluiting - persweeën - geboorte Dit betekent dat Leigh van geslacht aan het veranderen is. Dit kan naar een man zijn, of naar een persoon met non-binaire eigenschappen.Seksueel overdraagbare ziekte. Dan heb je informatie voor een erfelijke ziekte op een van de twee chromosomen, en ben je zelf niet ziek. Meisjes hebben een vulva. De baby is dus een meisje.  Een meisje/jonge vrouw.Toelichting: Aan de hand van de kenmerken kan je afleiden dat Robin secundaire geslachtskenmerken van een vrouw ontwikkelt.Wel belangrijk is het om te weten dat het ook kan zijn dat Robin zich anders dan een vrouw voelt, dus de secundaire geslachtskenmerken zeggen niet altijd alles over iemands geslacht (hier leer je over in §2.6). Nee. De eerste dag van de menstruatie is namelijk de eerste dag van de menstruatie. Als iemand menstrueert is er geen sprake van zwangerschap.Dan is de ovulatie en komt er een eicel vrij uit de follikel. Dit is namelijk halverwege haar cyclus.D - gele lichaam. Toelichting: na de ovulatie blijft het gele lichaam over. Je weet dat het antwoord niet follikel is, omdat hier meerdere per eierstok van zijn. Dit geldt ook voor eicellen (bovendien is de rijpe eicel na de ovulatie niet meer in de eierstok). Een embryo zit niet in de eierstok, en is alleen in het lichaam aanwezig na bevruchting.Noem twee van de volgende: een koperspiraaltje, een hormoonspiraaltje, een pessarium. Ze kunnen ook nog aan periodieke onthouding of coїtus interruptus doen, maar deze twee zijn niet erg betrouwbaar. Tjeerd kan Syfilis hebben. Ja, hier kan hij tegen worden behandeld. Dit is ook verstandig, want syfilis kan wanneer het niet wordt behandeld zelfs dodelijk zijn. Door beschermde seks te hebben, dus seks met een condoom. Een condoom is de enige vorm van conceptie/het enige voorbehoedsmiddel wat ook tegen SOA’s beschermt.  Dit betekent dat er DNA van hem en familieleden wordt onderzocht om te kijken hoe groot de kans is dat hij kinderen krijgt met de erfelijke ziekte.Door prenataal onderzoek te doen. Dit betekent dat voor de geboorte al erfelijkheidsonderzoek wordt gedaan. letter: Rnaam: baarmoederToelichting: een bevruchte eicel nestelt zich bij natuurlijke zwangerschap in de baarmoeder. Hierdoor weet je dat de bevruchte eicel dus in de baarmoeder geplaatst moet worden. Je kan herkennen dat dit onderdeel R is, omdat dit de “grote ruimte” is waaraan ook de eileiders (P) en eierstokken (Q) zitten.Als het baarmoederslijmvlies dun is, kan er geen innesteling plaatsvinden of kan de placenta zich niet goed ontwikkelen.  Een betrouwbare manier is door sterilisatie. Een andere, iets minder betrouwbare manier, is onthouding van seks rond de vruchtbare periode.In deel R. Toelichting: Het wordt in deel R aangebracht, want dit zijn de zaadleiders.De prostaat en/of de zaadblaasjes. Toelichting: Dit weet je, want de man komt nog wel klaar met sperma. Dit wordt door deze twee organen geproduceerd.De SILCS houd de zaadcellen tegen. Daarnaast remt de gel in de SILCS de beweging van zaadcellen.D - het voorkomt de ovulatie. Toelichting: de chip werkt met hetzelfde hormoon als de anticonceptiepil. Deze pil zorgt ervoor dat er geen eicel rijpt en vrijkomt, dus dat er geen ovulatie is. Toelichting: Je kan lezen dat in het laboratorium de eicellen van de vrouw worden bevrucht door de zaadcellen van de man. Dit zijn de man en het vrouw van het paar, niet de draagmoeder. In de baarmoeder van de draagmoeder worden de bevruchte eicellen teruggeplaatst, waardoor zij ze kan dragen. Haar genen zijn dus niet aanwezig in de tweeling zelf.Een twee-eiige tweeling. Dit kan je door twee kenmerken weten. 1) de tweeling bestaat uit één meisje en één jongen. 2) een van de twee kindjes heeft syndroom van Down, de andere niet. Toelichting: een een-eiige tweeling is ontstaan uit dezelfde bevruchte eicel die tijdens een van de delingen is opgesplitst. Bij een een-eiige tweeling zijn de genen van de twee kindjes hetzelfde, en hebben ze dus dezelfde kenmerken zoals geslacht of syndroom van Down.Het juiste antwoord is B - vlokkentest.Toelichting: Je kan lezen dat er wat huidcellen van het embryo worden genomen. Een vlokkentest is de enige van de drie testen waarbij wat cellen van het embryo worden genomen.Bij een echoscopie wordt er namelijk met een echoscoop, die vanaf de buitenkant van de buik beelden van het kindje kan laten zien.Bij een vruchtwaterpunctie wordt wat vruchtwater weggezogen, waarin cellen van het embryo aanwezig zijn.