Biologie voor Jou MAX (release 8.0) Deel A - Thema 4 - Ordening oefentoetsen & antwoorden

De goede volgorde is: bacteriën, eencellige planten, meercellige organismen, waterdieren, landplanten, landdieren, mensen Het juiste antwoord is C - plantencellen hebben bladgroenkorrels, schimmelcellen niet. Onjuist. Toelichting: een bacterie heeft wel chromosomen, deze liggen los in het cytoplasma.JuistOnjuist. Toelichting: ze zijn heel erg klein, je moet ze minimaal 1000x vergroten met een microscoop om te kunnen zien.Onjuist. Toelichting: schimmels kunnen eencellig of meercellig zijn, maar zijn vaker meercellig.Juist. Toelichting: eencellige schimmels planten zich voort door celdeling, meercellige schimmels door sporen. Bedektzadige planten hebben bloemen en de zaden zitten in vruchtenNaaktzadige planten hebben kegels en de zaden liggen tussen schubben in de kegel.Een dennenboom heeft naakte zaden. Een kersenboom heeft bedekte zaden.  LedenSegmentenDe huid, lichaamstemperatuur, ademhalingsorganen, en manier van voortplanten. Dan bepaal je bij welk rijk of groep een organisme hoort door naar de kenmerken van het organisme te kijken. Hiervoor gebruik je een determineertabel.  Cel 1: Deze cel hoort bij een schimmel. Schimmels zijn eukaryoot.Cel 2: Deze cel hoort bij een dier. Dieren zijn eukaryoot.Cel 3: Deze cel hoort bij een plant. Planten zijn eukaryoot.Cel 4: Deze cel hoort bij een bacterie. Bacteriën zijn prokaryoot. Uitwendig skelet. Een krab is geleedpotig, en behoort tot de kreeftachtigen. Geen skelet.Inwendig skelet. Een vos is een gewervelde, en behoort tot de zoogdieren. Een vos heeft namelijk haar, ademt met longen, is warmbloedig, en levendbarend. Inwendig skelet. Een mandarijn vis is een gewervelde, en behoort tot de vissen. Een mandarijn vis heeft namelijk schubben, ademt via kieuwen, is koudbloedig, en legt eieren.Uitwendig skelet. Een oorwurm is een geleedpotige en behoort tot de insecten. Het lichaam bestaat namelijk uit een kopborststuk en achterlijf en ze hebben zes poten. Geen skelet. Het juiste antwoord is B - Uitspraak 1 is juist, uitspraak 2 is onjuist.Uitspraak 1 is juist, want je kan zien dat haaien eerder zijn ontstaan dan beenvissen, omdat hun tak langer geleden een afsplitsing heeft gemaakt dan die van de beenvissen. Dit kan je herkennen omdat de afsplitsing meer naar links ligt.Uitspraak 2 is onjuist, want beenvissen delen een recentere gemeenschappelijke voorouder met amfibieën dan met haaien.  Het juiste antwoord is C - alleen een celwand.Je kan lezen dat blauwalgen bacteriën zijn. Bacteriën hebben wel celwanden, maar geen celkernen. Hun DNA ligt in het cytoplasma. Nuttig, ze helpen de planten namelijk. Door het niet ploegen worden de schimmeldraden behouden. Noem twee van de volgende: hierdoor groeien de planten beter en sneller, worden ze minder snel ziek, heeft de boer hogere inkomsten, blijven meer van de nieuw geplante gewassen leven. De axolotl is een amfibie.De stappen die je zou moeten hebben gevolgd zijn: 1b - 5b - 7aDit had je al kunnen weten, omdat er in de omschrijving staat dat de axolotl uitwendige kieuwen heeft gehouden, net zoals het als jong dier had. Daarnaast is zijn huid bedekt met slijm. Deze eigenschappen horen alleen bij amfibieën. Tip: een vis heeft ook slijm, maar dit ligt op schubben in plaats van op de huid.