Engels Grammatica - Toets 8. Pronouns - Personal pronouns (persoonlijke vnw), possessive pronouns (bezittelijk vnw), who/which/that , prepositions oefentoetsen & antwoorden

B is correct.Toelichting:De persoonlijke voornaamwoorden zijn: I, you, he, she, it, we, they (onderwerpsvorm), en me, you, him, her, it, us, them (voorwerpsvorm). In zin A is de verkeerde vorm van him gebruikt. B is correct.Toelichting: Mine wordt zelfstandig gebruikt, dus niet vóór een zelfstandig naamwoord. Je zegt: my book of this book is mine.  B is correct.Toelichting:Gebruik who voor personen, which voor dingen en dieren, en that voor beide in minder formele situaties. Hier gaat het om een persoon.  B is correct.Toelichting: On the chair betekent dat ze erop zit. In the chair wordt soms gebruikt bij stoelen met armleuningen, maar meestal zeg je on. MyyoursmemineYou whothat / whichthatthatwhowhichwhothatExtra uitlegWhich, who en that:Which gebruik je voor dingen of dieren.Who gebruik je voor mensen.That gebruik je voor mensen, dieren of dingen in informele contexten.Voorbeelden:The people who live next door are very friendly. (who → people; mensen)The movie which we watched yesterday was amazing. (which → de film; ding)The shoes that he bought are too small.  (that → schoenen; dingen) underinoninonatinatinExtra uitleg:In het Engels worden de voorzetsels soms net anders gebruikt dan in het Nederlands. Hieronder leggen we een aantal voorzetsels uit: in gebruik je voor langere periodes: maanden, jaren, seizoenen.Bijvoorbeeld: in July, in 2023, in summer.on gebruik je voor specifieke dagen en data.Bijvoorbeeld: on Monday, on July 5th.at gebruik je voor specifieke tijdstippen en plaatsen.Bijvoorbeeld: at 5 o’clock, at the airport.at gebruik je ook’ voor algemene locaties en in voor binnenplaatsen of gebouwen.Bijvoorbeeld: at school (algemeen: aanwezigheid), in school (binnenin het gebouw).to gebruik je om beweging naar een plaats aan te geven.Bijvoorbeeld: I’m going to the park.for gebruik je om een doel of ontvanger aan te geven.Bijvoorbeeld: This gift is for you.by gebruik je om de manier of middel aan te geven.Bijvoorbeeld: She travels by train. HehisWhominetheirHerusourithers That’s the book that/which won a prize.The man who called me fixed my car.I saw a bird that/which had a red beak.I have a friend who plays the guitar.She bought a dress that was very expensive.We watched a movie which was really funny. underatonnext tobehind He is sitting under the big table in the kitchen.This is her new book that she bought yesterday.We are going to the park with our friends tomorrow.His bag is on the chair next to the door.You are coming home with me after school.She is walking along the lake with her dog.I hung my coat in the closet.The children are playing in the garden behind the house. Let op: Dit is een voorbeelduitwerking. Jouw geschreven stukje kan er dus heel anders uitzien dan onderstaand voorbeeld. Je kunt dit op verschillende manieren schrijven.VoorbeeldtekstToday, I went into a magical house. Behind the big door, I saw a cat. The cat’s owner is a girl. She has purple hair and stands next to a glowing tree. I found a small room above the kitchen. My friends are there. Between the walls, there is a secret door. It goes to a beautiful garden. My bag is on the table. Next to it, there is a book. This house is very special. I like it a lot and want to come back soon. Let op: Dit is een voorbeelduitwerking. Jouw geschreven stukje kan er dus heel anders uitzien dan onderstaand voorbeeld. Je kunt dit op verschillende manieren schrijven.The 101 Dalmatians are hiding all over the house and garden. Some puppies are sleeping under her blanket on the couch — it’s my grandmother’s blanket. Others are playing behind the big tree in my aunt’s garden. I see one puppy sitting on her chair near the window — that’s my sister’s chair. There are many dogs next to the table in the living room. Their spots make them hard to find! They love running around the floor and jumping by the door. Their favorite painting is above the couch. They are very playful and happy in their big home.Tips bij schrijfopdrachten:Het is lastig om je eigen tekst na te kijken. Vraag daarom aan je (bijles-)docent of die je tekst voor je wil nakijken.Let in ieder geval goed op het volgende in de tekst:●      Het omvat alle punten van de opdracht,●      Er zitten geen spelfouten in,●      De stijl van de tekst is informeel en lijkt op spreektaal,●      De toon is licht en vriendelijk,●      Er is veel afwisseling: bijna alle zinnen beginnen anders.●      Let op: Je mag uitroeptekens gebruiken, maar gebruik ze niet te veel.