De Geo LRN-line (2025 e.v.) - Hoofdstuk 3 - Landschappen van Afrika oefentoetsen & antwoorden

Het op akkers laten lopen van water.Klimaat waarbij het niet heel warm en niet heel koud is. Er valt het hele jaar of een deel van het jaar neerslag. Zone op aarde die is ingedeeld op basis van de temperatuur. Er zijn de tropen, de gematigde zone en de poolstreek. Samenwerken aan duurzame oplossingen voor bijvoorbeeld problemen met voedsel en water, waar mensen blijvend iets aan hebben. Waterdamp.Condenseren/condensatie.Toelichting: Water kan over gaan tussen drie ‘fasen’: namelijk vast (ijs), vloeibaar (water) en gas (waterdamp). - Van vast naar vloeibaar noem je smelten. - Van gas naar vloeibaar is condenseren. Tropisch regenwoudNeerslagNomaden Het grote verschil zit hem in de hoeveelheid neerslag. Van natter naar droog is het de savanne (de meest natte, maar nog steeds vrij droog), dan steppe en dan woestijn.Op de Savanne groeien lange grassen met hier en daar bomen en struiken. Op de steppe groeien vooral grassen. In de woestijn groeit bijna niets meer.‘Oase’ past bij de woestijn. Een oase is namelijk een plek in de woestijn waar water is. Dit kan een riviertje zijn, maar ook grondwater dat omhoog komt uit een bron. Tropisch regenwoud: mieren, vlinders, kikkers, slangen, vogels, en zoogdieren zoals de gorilla etc. Savanne: leeuwen, giraffen, olifanten, zebra’s en antilopen etc. Woestijn: Slangen, hagedissen, schorpioenen, sprinkhanen, kleine knaagdieren zoals de woestijnspringmuis, de woestijnvos, de woestijnkat etc. Voor het aanleggen van plantages. Toelichting: De bomen moeten plaatsmaken om grote plantages (akkers) aan te leggen voor cacao, palmolie, thee, koffie enzovoort. De klimaatfactor ‘breedteligging’.Bij de Noordpool vallen de zonnestralen schuin in op de aarde en moeten ze dus een groter gebied verwarmen dan bij de evenaar met dezelfde hoeveelheid energie/zonnestralen.Toelichting: Hoe hoger de breedteligging (dus richting de polen), hoe lager de gemiddelde temperatuur. Hoe lager de breedteligging (dus dicht bij de evenaar), hoe hoger de gemiddelde temperatuur.Bij de Noordpool leggen zonnestralen ook een langere weg af dan bij de evenaar. Hierdoor verliezen ze al veel energie (warmte) tijdens de lange tocht door de dampkring. Bij 0° (de evenaar) valt er heel veel neerslag en bij 30° Z.B. (Zuiderbreedte) valt er juist bijna geen regen (net als bij 30° N.B.). Dit komt doordat bij de evenaar de lucht sterk verwarmd wordt en opstijgt. Hoog in de lucht is het koud. Daar condenseert de waterdamp, krijg je wolken/druppeltjes, en die vallen omlaag als regen. Verder weg van de evenaar is het minder warm, dus begint de lucht te dalen in plaats van te stijgen. Dalende lucht warmt juist op en waterdruppels verdampen, dus zal het daar niet regenen Toelichting: Bij 30° Z.B. en N.B. vind je de woestijnen. Steppe. Toelichting: want je ziet alleen grassen, oftewel een boomloze grasvlakte. De linker klimaatgrafiek is van een droog klimaat. Dit zie je omdat de neerslag minder dan 250 mm per jaar is, slechts 220 mm per jaar. Over de temperatuur is bij dit klimaat niets te zeggen.  De middelste klimaatgrafiek is van een gematigd klimaat. Dit zie je omdat de temperatuur wat gelijk blijft (niet heel koud in de winter of heel warm in de zomer) en het hele jaar door neerslag is. De rechter klimaatgrafiek is van een tropisch klimaat. Dit zie je omdat de temperatuur het hele jaar door gemiddeld boven de 18ºC is en omdat er heel veel regen valt (je ziet in de grafiek een droge tijd en een zeer natte regentijd).Toelichting: Zorg ervoor dat je weet hoe je verschillende klimaten kan onderscheiden. In dit geval moet je dus weten dat droge klimaten onderscheiden worden door weinig neerslag. Voor het droge klimaat geldt dat er minder dan 250 mm per jaar valt.Een tropisch klimaat onderscheid je juist door de warme temperatuur (gemiddeld het hele jaar door 18+, en omdat er het hele jaar veel regen valt). 1 = droog klimaat (of woestijn klimaat)2 = tropisch klimaatBij 1 vind je een droog klimaat, en bij 4 een koud klimaat. Dit komt doordat je bij 4 een enorm hoog gebergte vind (de Himalaya), waardoor het daar veel kouder is.Toelichting: Je moet weten waar de luchtstreken liggen en daarbij behorende klimaten kunnen aanduiden. Heb je hier moeite mee, bekijk dan nog eens de verschillende luchtstreken en klimaten in zowel je leerboek, werkboek als basisboek! Zo zou je ook moeten kunnen weten dat het cijfer 3 hoort bij een gematigd klimaat.