Biologie voor Jou MAX 2021 deel A - Thema 3 - Ordening oefentoetsen & antwoorden

a) Het leven op aarde wordt ingedeeld in prokaryoten en eukaryoten. b) Deze indeling is op grond van wel of geen kern in de cellen. c) Dit proces heet evolutie. d) Twee organismen behoren tot dezelfde soort als: ze samen kunnen voortplanten hun nakomelingen vruchtbaar zijn e) Een dier is veelzijdig symmetrisch als je het op meer dan 1 manier in twee gelijke helften kunt verdelen. f) De zeekomkommer hoort bij de stekelhuidigen. g) Planten kunnen zich voortplanten door middel van sporen of zaden. h) Een bekende eencellige schimmel is gist. i) Een eencellige schimmel plant zich voort door deling. j) Bacteriën kunnen worden bestreden met antibiotica. k) Bacteriën hebben geen celkern. Als een cel geen celwand heeft is er maar 1 mogelijkheid: het hoort bij de dieren, want alle andere organismen hebben wel een celwand. De krabben en spinnen zijn meer verwant omdat hun gemeenschappelijke voorouder minder lang geleden leefde dan die van de krabben en vissen. Stekelhuidigen en gewervelden hebben allebei een inwendig skelet. (Het skelet van stekelhuidigen zit vlak onder de huid en is dus ook inwendig. Gewervelden hebben een veel ingewikkelder skelet met een wervelkolom.) In afbeelding 2 en 3 zie je organismen die allebei horen bij de groenwieren. a) Dit organisme hoort bij de schimmels. b) De sporen ontwikkelen zich aan de onderkant van de hoed. c) Het organisme voedt zich met dood organisch materiaal. In je dikke darm bevinden zich heel veel (nuttige) bacteriën en een deel daarvan wordt gelijk met je ontlasting uitgescheiden. a) Het organisme hoort bij het plantenrijk b) Je kunt dat zien aan de bladgroenkorrels, alleen planten hebben bladgroenkorrels. Alle hondenrassen horen bij dezelfde soort omdat ze zich allemaal onderling kunnen voortplanten. (Nou ja, een chihuahua en een Deense dog is een lastige combinatie, maar het KAN in theorie en met een beetje hulp wel.) a) Deze dieren horen bij de weekdieren. b) Ze hebben een schelp als skelet. a) Door deling, bijvoorbeeld eencellige algen. b) Door sporen, bijvoorbeeld mossen, varens en paardenstaarten (heermoes). c) Door zaden, dat zijn alle andere planten, dus heel veel voorbeelden zijn goed. Voor het bakken van brood is gebruik gemaakt van biotechnologie omdat er organismen (gistcellen) zijn gebruikt om het te maken. Antibiotica werken alleen tegen bacteriën (zoals bij een longontsteking) en niet tegen een virus (zoals Covid-19).