All Right MAX - Hoofdstuk 2 - Texas oefentoetsen & antwoorden

a) sneeuwstorm b) droogte c) omvangrijk d) snelheid maken e) zaak f) advocaat g) willekeurig h) prestatie i) losmaken; scheiden j) zwaartekracht k) gebrek aan l) teint; uiterlijk m) roos n) gezichts- a) despite (of) b) to chase c) downpour d) to injure e) criminal record f) to require g) to oppose h) include i) dedication j) craft k) to appreciate l) blade m) to cleanse n) to neglect a) I couldn't agree more. b) I'd go along with that. c) I see what you mean, but how do you decide? d) Rubbish! I'm afraid I disagree. e) It's a fact that a number of US states voted for it. f) Let me tell you that nearly 160 people have been found innocent. g) In most cases, though, it is justified. h) As a rule, I don't use my phone while cycling. i) There's no need to worry. You'll be fine. j) I might be able to help. k) There are worse things in the world. a) Je gebruikt de past perfect om aan te geven dat iets eerder is gebeurd dan iets anders. b) had + voltooid deelwoord. (voltooid deelwoord = ww+ed of 3e rijtje) c) past simple d) after, before, when, as soon as a) Je gebruikt de passive als het niet belangrijk of onbekend is wie iets doet of gedaan heeft. b) by c) to be + voltooid deelwoord. De passive komt voor in verschillende tijden.  a) Om te zeggen dat iets van iemand is, of dat iets ergens bij hoort b) Als je het over het bezit van mensen of dieren hebt. Na een woord in enkelvoud. Na een woord in meervoud dat niet eindigt op een -s  c) Als je het over het bezit van mensen of dieren hebt. Na een woord in het meervoud dat al eindigt op een -s.  d) Als je het hebt over iets dat bij een ander ding hoort. En bij geografische locaties.  e) Bij dingen die horen bij een land of plaats a) When he arrived at the party, Julie had just left. b) After arriving home, I realised I hadn’t bought any milk. c) The laundry was wet – it had rained while I was out. d) William felt ill last night because he had eaten too many cakes. e) Keiko met William last September. f) First I tidied the flat, then I sat down and had a cup of coffee. g) John played the piano when he was a child, but he doesn’t play now. h) When I opened the curtains the sun was shining but the ground was white. It had snowed during the night. i) When Julie got home from her holiday, her flat was a mess. John had had a party. a) The Morgan Motor company was founded by Henry Morgan. Lijdend voorwerp = The Morgan Motor company dus dat wordt het nieuwe onderwerp. Founded = past simple dus je voegt was/were toe en je gebruik het voltooid deelwoord van founded en dat is founded, daarna zeg je door wie dat is by Henry Morgan Vertaling: Het Morgan Motor bedrijf werd opgericht door Henry Morgan. b) This software is used by most travel agencies. Lijdend voorwerp = this software dus dat wordt het nieuwe onderwerp. Use = present simple dus het wordt am/is/are + voltooid deelwoord, bij this software hoort is, en het voltooid deelwoord van use is used, daarna zeg je door wie en dat is by most travel agencies. Vertaling: deze software wordt door de meeste reisbureaus gebruikt.  c)  The car was closed by him. Lijdend voorwerp = the car → nieuw onderwerp Closed= verleden tijd → was / were + voltooid deelwoord The car= it → was Voltooid deelwoord van close = closed He wordt omgezet naar een object pronoun → him Vertaling: De auto werd door hem gesloten/dicht gedaan. d) My wallet was found by the police. Lijdend voorwerp = my wallet → nieuw onderwerp Found = verleden tijd → was / were + voltooid deelwoord My wallet = it → was Voltooid deelwoord van find = found Vertaling: Mijn portemonnee werd gevonden door de politie. Toelichting: De passive is een lastig grammatica onderdeel. De eerste stap is om het lijdend voorwerp in de zin te vinden, want dit wordt het nieuwe onderwerp. Daarna kijk je naar het werkwoord. In welke tijd staat deze? Afhankelijk daarvan zet je het werkwoord om in de lijdende vorm. Gebruik hiervoor het volgende schema: present simple: am/is/are + voltooid deelwoord past simple: was/were + voltooid deelwoord hulpwerkwoord: hulpwerkwoord + be + voltooid deelwoord (bijv. will be ….. / can be ….) Het voltooid deelwoord in het Engels maak je door het werkwoord + ed of door het derde rijtje van de onregelmatige werkwoorden. Zoals je ziet is het belangrijk dat je dus weet hoe de verschillende tijden er in het Engels uitzien en dat je dit kunt herkennen. Na het omzetten van het werkwoord, kun je nog aangeven door wie of wat iets gedaan wordt, dan gebruik je het voorzetsel by. Let hierbij ook op dat het kan zijn dat je deze om moet zetten (bijv. van she naar her, hiervoor moet je de subject en object pronouns kennen!)   a) Chris’s or Chris’ b) yesterday’s c) men’s d) of the classroom (a classroom is a thing) e) twin brothers’ (geen ‘s achter een meervoud-s; alleen een ‘) f) Tony’s   g) neighbours’ (geen ‘s achter een meervoud-s, alleen een ‘) h) capital of Germany (geographical name) i) Ross’s or Ross’ j) cousin’s Tip: Eigenlijk schrijf je altijd ‘s  bij een bezittelijke vorm; maar niet achter een meervoud-s (twin sisters; neighbours). Dit is het verschil:  My brother’s party en (Het feestje van mijn broer) My brothers’ party (Het feestje van mijn  a) The city centre of New York Stap 1 Het is een geografische locatie Stap 2 Dan gebruik je …… of…… b) Ireland’s history / the history of Ireland Stap 1 Het hoort bij een land Stap 2 Dan gebruik je ‘s / ….of… c) girls’ dresses Stap 1 Bezit van mensen of dieren Stap 2 Dan gebruik ‘s of ‘ . Stap 3 Het woord is meervoud en eindigt op -s, dus alleen ‘.  d) James’s sister / James’ sister Stap 1 ” bezit” van mensen Stap 2 Dan gebruik ‘s of ‘  Stap 3 James is enkelvoud, maar eindigt op een -s Stap 4 Hier kun je ‘s en ‘ gebruiken a)  Stap 1 Gevolg Stap 2 So b)  Stap 1 Reden/oorzaak Stap 2 Since c)  Stap 1 Reden/oorzaak Stap 2 Because d) Stap 1 Opsomming Stap 2 and e) Stap 1 Tegenstelling Stap 2 but