Geschiedenis Werkplaats 3e ed
- Hoofdstuk 1 - Jagers en boeren
oefentoetsen & antwoorden
3e editie
Klas 1|Vwo
Toets Geschiedenis
Geschiedenis Werkplaats 3e ed
Online maken
Toets afdrukken
a) wetenschap
Systematisch onderzoek en de kennis die hierdoor ontstaat.
b) etnische
Heeft te maken met de kenmerken van een volk.
c) nomaden
Mensen die rondtrekken zonder vaste woonplaats.
d) experimentele archeologie
Het verleden onderzoeken door iets uit te proberen.
e) samenleving
Hoe een grote groepen mensen samenleeft.
f) kenmerkende aspecten
Speciaal onderwerp van een tijdvak.
g) landbouw
Akkerbouw en veeteelt.
h) revolutie
Grote verandering
i) zelfvoorzienend
Voor zichzelf zorgend
j) natuurgodsdienst
Geloof waarbij natuurverschijnselen vereerd worden.
a) Grot Lascaux:
Een grot in Frankrijk waarin grotschilderingen zijn gevonden uit de tijd van de jagers en verzamelaars. Deze schilderingen waren belangrijk voor de kennis over de levenswijze van de jagers en verzamelaars. Bijvoorbeeld wat ze tekenden, maar ook met welke materialen.
b) Lucy:
Lucy is een vrouw waarvan de resten in 1974 zijn ontdekt door onderzoekers in Ethiopië. Zij leefden 3,2 miljoen jaar geleden en aan de hand van haar botten konden onderzoekers herleiden hoe er in die tijd geleefd werd. Zo liep Lucy rechtop, maar klom ze ook zoals een aap in bomen.
c) Dame van Brassempouy:
Dit is het oudste portret van een mens dat is gevonden. Het is gemaakt in een ivoren slagtand van een mammoet door iemand die 25.000 jaar geleden leefde. Mammoeten leefden in de laatste ijstijd. Ook hieruit kunnen we bepaalde levenswijzen verklaren.
Prehistorische mensen die behoorden tot de homo sapiens.
Christelijke jaartelling. Deze jaartelling begint bij de geboorte van Jezus Christus.
Het scheppingsverhaal van de Maori’s.Het scheppingsverhaal van Adam en Eva.
a) Charles Darwin
b) Darwin staat bekend om zijn evolutietheorie. Hij ontdekte dat de erfelijke eigenschappen van planten en dieren zich langzaam veranderen over generaties heen omdat zij zich aanpassen aan de omgeving waarin zij leven (om te overleven). Zo ontstaan er verschillende soorten en soms hele nieuwe soorten.
a) Denkende mens
b) Neanderthaler
Etnische verschillen zijn de kenmerken van de een volk die ontstaan door de aanpassing aan verschillende levensomstandigheden, bijvoorbeeld: lichte/donkere huidskleur (donkere huid kan beter tegen de zon) of blauwe/donkere ogen. Culturele verschillen hebben te maken met hoe de mensen binnen het volk denken en doen, bijvoorbeeld: feesten, godsdienst, omgang met de dood.
Steen.
a) 11500 V Chr.
b) Temperatuur stijging
c)
Noord- en West-Nederland: waterrijk gebied
Zuid- en Oost-Nederland: bosrijk gebied
De jager en verzamelaars leefden van voedsel uit de natuur als nomaden in kleine groepen en met weinig bezittingen.
Jager-verzamelaar samenlevingLandbouwsamenlevingLandbouw-stedelijke samenlevingIndustriële samenlevingInformatiesamenleving
a) 9000 v. Chr.
b) Tarwe, gerst, vijgen
c)
Leefden van landbouw en produceerden eigen voedsel (ipv. voedsel zoeken)
Vaste woonplaats
d)
Voordeel: Huizen boden betere bescherming dan de hutten van de nomaden. Nu ze langer op een plek bleven wonen, staken ze meer moeite in huisvesting.
Nadeel: Ze waren erg afhankelijk van de natuur. Soms te weinig regen waardoor oogsten mislukten.
e)
Er werden werktuigen ontwikkeld (bijvoorbeeld de ploeg)
Er kwamen grotere oogsten (meer voedsel) > mensen leefden langer > bevolking groeide
Er ontstond een economie
a) Drenthe
b) ‘Hune’ betekent reuzen. Ze dachten dat deze bouwwerken gemaakt waren door reuzen.
c) Familiegraven
Ze zochten verklaringen voor onbegrijpelijk dingen zoals ziekte of de mislukking van oogsten.
Jager-verzamelaars: geen bezittingen, weinig verschil tussen groepsleden in aanzien, wonen steeds op verschillende plekken en leven in kleine groepen.
Boeren: wel bezittingen (potten/werktuigen/vee), verschil in arme en rijke boeren, wonen op een plek bij hun eigen land en wonen met veel mensen waardoor er meer afspraken zijn en vaak een dorpshoofd (beslisser).
Het verschil tussen prehistorie en historie is dat de historie geschreven bronnen heeft en de prehistorie niet.
a) Ongeschreven bronnen bevatten geen tekst. Geschreven bronnen juist wel.
b) De tweede uitspraak is juist: een geschreven bron kan niet afkomstig zijn uit de prehistorie. De reden dat we die periode de prehistorie noemen is omdat er geen geschreven bronnen zijn. De eerste uitspraak is dus onjuist: bronnen uit de prehistorie zijn wel altijd ongeschreven, maar ongeschreven bronnen komen niet altijd uit de prehistorie.
Door DNA-onderzoek weten we dat de lichamelijke verschillen tussen verschillende rassen heel klein zijn. Er is maar 1 mensenras.
In 1492 ontdekte Columbus Amerika. Dat werelddeel leefde voor die tijd geheel afgezonderd van de rest. Rond die tijd van ontdekkingsreizigers kwam er ook meer handel.
a) Bij de nomadische samenleving trokken de jager-verzamelaars rond van plek naar plek, op zoek naar voedsel. De ontdekking van de landbouw zorgde ervoor dat deze mensen zelf gewassen konden verbouwen en dieren konden houden. Daardoor verdween de noodzaak om van een stuk grond weg te trekken, en gingen de mensen zich juist permanent vestigen op een plek. Zo werd de nomadische samenleving een agrarische samenleving.
b) Het antwoord moet de volgende elementen bevatten:
(1) er ontstonden (boeren)dorpen doordat mensen zich op één plek gingen vestigen;
(2) mensen gingen stevige boerderijen bouwen in plaats van simpele hutten;
(3) doordat het werk van de boeren anders werd, ontstonden er ook andere gebruiksvoorwerpen. Er werden bijvoorbeeld ploegen gebruikt voor de akkers, maalstenen om de granen te malen en aardewerken potten om voorraden op te slaan.
De veranderingen en ontwikkelingen waren zo ingrijpend in een relatief korte tijd, dat we spreken over een revolutie. Bij een evolutie gaat het om een langdurige, langzamere ontwikkeling die zich geleidelijk doorzet.
Toelichting: hoewel er discussie bestaat of de landbouwrevolutie wel écht een revolutie was, wordt deze ontwikkeling wel zo genoemd. Voornamelijk omdat de gevolgen van groot belang waren voor de rest van de geschiedenis.
Graven geven veel informatie over hoe mensen in die tijd leefden. We kunnen uit de botten veel aflezen (stand tanden wat ze aten), maar soms vonden ze ook oude geschenken (sieraden, potten) uit het verleden die als eerbetoon of voor het hiernamaals.
Voordat de landbouw was ontdekt leefden de mensen als jagers en verzamelaars. Een oorzaak voor de landbouw was het vruchtbare grondgebied bij de halve maan. Een gevolg voor de jagers en verzamelaars was dat zij boer werden en op een plek bleven wonen in plaats van nomadisch rondzwerven.
a) primaire bron – ongeschreven bron
Toelichting: de grotschilderingen komen uit de prehistorie, dat betekent dat het per definitie ongeschreven bronnen zijn. Het is een primaire bron, omdat de prehistorische grotschilderingen ook daadwerkelijk gemaakt zijn in diezelfde periode. Een boek dat een overzicht bevat van tot nu toe ontdekte grotschilderingen zou een secundaire bron zijn: het is later gemaakt en gaat over periode die in het verleden ligt.
b) secundaire bron – geschreven bron
c) primaire bron – geschreven bron
d) primaire bron – ongeschreven bron
e) secundaire bron – geschreven bron
f) primaire bron – ongeschreven bron
Deze maalsteen hoort niet bij het Kenmerkende aspect De leefwijze van jager-verzamelaars.
Deze archeologische vondst behoort tot de Kenmerkende aspecten Het ontstaan van landbouw en landbouwsamenlevingen. Dit gereedschap werd namelijk gebruikt om graan te malen, dat betekent dat er voor het gebruik ook daadwerkelijk granen werden verbouwd. Na de landbouwrevolutie ontstond er bijvoorbeeld akkerbouw, waarbij granen werden verbouwd, gezaaid, beschermd en geoogst. Om die reden kan deze maalsteen niet onder het eerste Kenmerkende aspect vallen.
De muurschilderingen zijn van jagers en verzamelaars. Want je ziet in de afbeelding dieren waarop gejaagd worden door jagers en verzamelaars.
De landbouw ontstond juist in dit gebied omdat de grond heel vruchtbaar was want in de afbeelding zie je rond het gebied veel rivieren en een deel ligt aan de zee.
A: jagers en verzamelaars
B: jagers en verzamelaars
C: Boeren
Natuurgodsdiensten gaan uit van krachten van de natuur. Hier wordt een boom vereerd.
Deze toets bestellen?
Voordeligst
Lidmaatschap ToetsMij
€ 12,99/mnd
Snel nog even wat toetsen oefenen? Kies dan onze meest flexibele optie.