Toets Duits

Trabitour 4e ed/ FLEX deel A + B - Kapitel 3 - Natur, Wetter & Co oefentoetsen & antwoorden

4e editie
Trabitour 4e ed/ FLEX deel A + B
Toets Duits
Trabitour 4e ed/ FLEX deel A + B
Online maken
Toets afdrukken
a) winzig, sehr klein b) der Unternehmer c) der Müll d) gefährdet e) miteinander f) außerdem   a) het veld, de akker b) de (berg)helling c) beveiligd d) de limiet, de (snelheids)grens (Tempolimit 30 kmh = maximaal 30 km./uur)  e) ertegen zijn f) er is / er zijn (+4e naamval: es gibt keinen Kaffee mehr)   a) per se, beslist b) verschillend, verscheiden c) echter, toch d) opeens, plotseling e) boven f) maar (na een ontkenning: es ist nicht weiß, sondern schwarz / Ich habe keinen Hunger, sondern Durst) g) erg h) inzwischen i) riesig j) oft k) es gibt (+4e naamval) l) heutzutage m) gar nicht n) am besten   a) die (beslissing) b) die (vervuiling) c) die (uitzondering) d) die (maatregel) e) die (windkracht) f) die (krijtkust - zie foto) (Bron: https://www.ruegenmagic.de/kreidekueste-ruegen.htm) g) die (trede) TIP: vaak zijn woorden op -e vrouwelijk (zeker niet allemaal, maar heel veel wel)   a) stoppen (iets te doen) b) falen c) terechtkomen d) lukken e) beschadigen f) voeren g) (flink) vallen h) wandern (door de bergen, rugzak mee etc.; gemoedelijk wandelen, blokje om = spazieren) i) leben j) klettern k) fördern (ook: subsidiëren)  l) sich verlaufen m) frieren n) achten auf (+4) / beachten o) sich einsetzen für (+4)   a) Wie war das Wetter letztes Wochenende? b) Ich mag den Sommer, weil ich die Sonne mag/liebe. c) Wollen wir ein Lagerfeuer machen? (In het boek staat “sollen wir”, maar dat is niet helemaal juist. Soll ich ein Lagerfeuer machen? Wollen wir ein Lagerfeuer machen? Vraagzinnen die beginnen met “Zal ik … ?“ = Soll ich....? En vraagzinnen die beginnen met “Zullen we … ?” = Wollen wir … ? ) d) Dann / Danach konnten wir zum Glück wieder nach draußen. e) Gibt es dort nicht viel Touristen?    an - auf - hinter - in - über - unter - neben - vor - zwischen   a)  ich war du warst er/sie/es war wir waren ihr wart sie/Sie waren   b) ich wurde du wurdest er/sie/es wurde wir wurden ihr wurdet sie/Sie wurden   (Na een keuzevoorzetsel volgt de 3e of de 4e naamval. Daar kom je achter door de “wo/wann- vraag te stellen of de “wohin”-vraag; Voorbeeld1: Das Buch liegt auf ……. Tisch. → “waar” ligt het boek? → 3e naamval: auf dem/einem/diesem Tisch. Voorbeeld2: Ich feiere meinen Geburtstag an (een) …… Samstag → “wanneer” vier ik mijn verjaardag? → 3e naamval: an einem Samstag. Voorbeeld3: Ich lege das Buch auf …… Tisch. → “waarop/waarheen” leg ik het boek? → 4e naamval: auf den Tisch.) Als je de “wo/wann/wohin-vraag” na een keuzevoorzetsel niet kunt stellen, volgt de 3e naamval na 7 voorzetsels (an, hinter, in, unter, neben, vor, zwischen) en de 4e naamval na 2 voorzetsel (auf, über). Voorbeeld1: Wir lachen über …… Witz (=grap). “über” wordt hier niet letterlijk als “boven” iets bedoeld. Dan volgt in het geval van “über” de 4e naamval: über den Witz. Voorbeeld2: Ich warte auf …… (jou). “auf” wordt hier niet letterlijk als “op” bedoeld. Je kunt niet “boven”op iemand wachten. Dan volgt in het geval van “auf” de 4e naamval: auf dich. Voorbeeld3: Ich zweifle an …… Worte. Ook hier zit je niet letterlijk vast aan de woorden. In het geval van “an” volgt dan de 3e naamval: an seinen Worten. (Denk eraan dat in de 3e naamval meervoud het zelfst. naamwoord ook een -n krijgt.)   Korte versie:  Als je bij de keuzevoorzetsels de wo/wann/wohin-vraag niet kunt stellen, volgen na auf en über de 4e naamval, en na an, hinter, in, unter, neben, vor, zwischen de 3e naamval.   a) regel 3 (*“wo” wundere ich mich / *wohin wundere ich mich? kun je hier niet vragen, dus 2/7-regel), über +4e b) regel 2 (“wohin” kommst du mit?) in +4e TIP: als (het Duitse) “in” betekent  “naar”, dan volgt de 4e naamval c)  regel 1 (“wo” warte ich ?) hinter +3e d) regel 3 (*“wo” verzichte ich? of *“wohin” verzichte ich?) is een rare vraag, dus 2/7-regel van toepassing: auf +4e e) regel 3 (je kunt hier niet letterlijk vragen: “wo” warte ich? met als antwoord “op jou”. Dan zou je op de persoon moeten zitten. Daarom hier 2/7-regel): auf +4 f) regel  2 (“wohin” ist sie geflitzt?) unter +4e   ad e) Ich warte auf der Bank   auf dich. = Ik wacht op de bank op jou. Auf der Bank = wo warte ich → 3e naamval auf dich = 2/7-regel, want je wacht niet letterlijk bovenop iemand.    a) an dem Verkehr (2/7-regel, der-groep, 3e naamval, mannelijk) auf die Verkehrsteilnehmer (2/7-regel, der-groep meervoud, 4e naamval) b) des Flusses (2e naamval, van de, der-groep, mannelijk) einen riesigen Schaden (4e naamval, lijd. vw., hem, ein-groep. mannelijk) c) diesen Bergen (wo? 3e naamval, der-groep, meervoud) einen Ort(es gibt + 4e naamval, ein-groep, mannelijk) in diesem Ort (wo? 3e naamval, der-groep, mannelijk) einen Teich (es gibt +4e naamval, ein-groep, mannelijk) d) den Bus (4e naamval, lijd. vw, hem, der-groep, mannelijk) e) in dem Alltag (= im Alltag) (“wann” erlebt man spannende Sachen? 3e naamval, der-groep, mannelijk) f) in einem Meer (“wo” kann man ertrinken? 3e naamval, ein-groep, onzijdig)   a) Teich b) Fahrradverleih / Verleih c) Höhepunkt d) Schnee e) Schirm blijven over: der Müll en der Unternehmer   a) de rivier - der Fluss b) het slachtoffer - das Opfer c) de volwassene - der Erwachsene   a) Wie war das Wetter in Deutschland und gab es schon mal eine Hitzewelle? b) Warum zitterst du so? Mir ist kalt. c) Empfiehlst du lieber / eher den Schwarzwald oder eine Insel in der Ostsee? (Alle familieleden worden in het Duits met “du” aangesproken.)   a) Nicht nur unsere Anreise, sondern auch die … b) hatten wir  viel erlebt wir haben uns verlaufen in der Höhle zelten auf einem Felsen  c) unbedingt am Wochenende (wann? an + 3e naamval) an dem = am wird (zal) werden (worden) d) Das Meer war  türkis hatten   a) über den Riss (2/7-regel → über + 4) (dit is trouwens een lastige: “über” kan over en boven betekenen)  boven = über +3 (vergelijk Engels “above”) over = über +4 (vergelijk Engelse “over”) b) in das Zelt (“wohin” lege ich das Buch? Erheen, is-er-nog niet, 4e naamval)  c) hinter dem Fluss (“wo” warten wir? → 3e naamval) d) auf mich (warten auf +4: mij = mich) e) Der Schnee (onderwerp, 1e naamval, hij) auf das Feld (“wohin” fiel der Schnee?) → 4e naamval)

Deze toets bestellen?

Voordeligst
Lidmaatschap ToetsMij
€ 12,99/mnd
  • Snel nog even wat toetsen oefenen? Kies dan onze meest flexibele optie.
  • Je kunt maandelijks opzeggen.
  • Toegang tot alle vakken bij ToetsMij.
Kies dit abonnement

Wat krijg je bij een abonnement?

  • Toegang tot alle vakken
  • 20 kwalitatieve oefentoetsen per maand
  • Antwoorden, uitwerkingen en toelichtingen
  • Geen stress voor het maken van toetsen
Eenvoudig en veilig betalen met iDEAL of creditcard
3 maanden ToetsMij
€ 12,99
€ 10,99/mnd
  • Voordelig en flexibel. Ideaal als je maar een paar maanden toetsen hoeft te gebruiken.
  • Betaal per kwartaal en bespaar hiermee 2 euro per maand.
  • Toegang tot alle vakken bij ToetsMij.
Kies dit abonnement

Wat krijg je bij een abonnement?

  • Toegang tot alle vakken
  • 20 kwalitatieve oefentoetsen per maand
  • Antwoorden, uitwerkingen en toelichtingen
  • Geen stress voor het maken van toetsen
Eenvoudig en veilig betalen met iDEAL of creditcard
1 jaar ToetsMij
€ 12,99
€ 7,50/mnd
  • Favoriete keuze van meer dan 70% van de gebruikers.
  • Betaal slechts 90 euro per jaar en bespaar hiermee 65 euro.
  • Geniet van een volledig jaar toegang tot alle vakken bij ToetsMij.
Kies dit abonnement

Wat krijg je bij een abonnement?

  • Toegang tot alle vakken
  • 20 kwalitatieve oefentoetsen per maand
  • Antwoorden, uitwerkingen en toelichtingen
  • Geen stress voor het maken van toetsen
Eenvoudig en veilig betalen met iDEAL of creditcard

Dit zeggen leerlingen en ouders

10

Cijfers omhoog

Onze zoon had in februari zeker 12 minpunten. Hij is gestart met oefenen via Toets mij en heeft een geweldige eindsprint getrokken en afgelopen week bijna het onmogelijke waargemaakt. Er zijn nog maar 2 minpunten over en nog niet alle toetsen zijn terug. Het heeft onze zoon enorm geholpen, omdat er breed getoetst wordt en de vraagstelling, zoals van hem begrepen, overeenkomt met de toets. Als je de oefentoetsen goed kunt maken, beheers je de stof echt goed!

AP
9.0

Fijn dat leerlingen alvast een keer een toets kunnen oefenen die eruit ziet zoals op school.

Wij hebben sinds kort Toetsmij, omdat onze dochter het erg lastig heeft met Wiskunde. Op deze manier kan ze het hoofdstuk oefenen met een toets die qua vraagstelling overeenkomt met de toetsen op school. Nu kan ze dit dus eerst oefenen voordat ze de echte toets moet doen. Als docent Engels die werkt met Of Course en All Right kan ik bevestigen dat de toetsen grotendeels overeenkomen met de vraagwijze van de methode zelf. Dat is dus heel fijn voor leerlingen om te oefenen. We hadden heel even een dingetje met het nakijken, want de uitwerkingen werden niet goed weergegeven. Even een mailtje en binnen een dag reactie en ICT ging meteen aan de slag met het herstellen van de uitwerkingen. Super contact, goede dienstverlening! Aanrader!

Lelani van den Berg
10

Zéér tevreden!!

Lid geworden voor mijn zoon in leerjaar 1 van (toen 13) inmiddels 15. Hij zit nu in leerjaar 3 HAVO. Elk boek is makkelijk te vinden en alsmede mailt met een probleem omdat hij Duits krijgt uit een boek van leerjaar 2 word dit zelfs op zondag binnen een half uur opgelost en toegevoegd aan ons account! Zo’n toffe service zie je niet vaak meer! Dus wij zijn zéér tevreden. Sinds we het nu weer gebruiken (tijdje niet gebruikt) scoort hij weer voldoendes en zelf voor wiskunde een 8.8!

Linda Ockers

Zoek in meer dan 10.000 toetsen

Echte toetsvragen, precies aansluitend op jouw lesmethode en leerjaar. Voor klas 1 t/m 6 van vmbo-t t/m gymnasium.

Ik zit in het
en doe
ik wil beter worden in