Humboldt 1e ed - Hoofdstuk 2 - Actieve aarde oefentoetsen & antwoorden

a) Heet, vloeibaar gesteente in de aardmantel. Hetzelfde als lava, maar dan onder de grond. b) Plek diep in de aardkorst waar een aardbeving plaatsvindt door wrijving van twee of meer platen. c) Proces waarbij een zware plaat onder een lichtere plaat duikt. Hierbij ontstaat vulkanisme. d) Krater die is ontstaan door een vulkaanuitbarsting.   De drijvende kracht achter platentektoniek is de convectiestroom. Tip: herhaal de vraag in je antwoord.   Convergent, divergent en transform. Tip: je kunt ook ‘naar elkaar, uit elkaar en langs elkaar’ opschrijven, maar het is vaak beter en meer punten waard als je de juiste begrippen gebruikt.   Gebieden rondom vulkanen zijn vaak dichtbevolkt omdat de vulkanische as the grond zeer vruchtbaar maakt, en dit is goed voor de landbouw.   In de waterdamp die uit de de grond komt zitten stoffen zoals zwavel opgelost, die zorgen voor de geur van rotte eieren. Toelichting: fumarolen zijn gaten in de aardkorst waar gassen en dampen uitkomen, doorgaans water.   Marmer is een metamorf gesteente.   B Toelichting: elk punt extra op de schaal van richter betekent dat de kracht van de aardbeving tien keer zo groot is. Van 5 naar 8 is drie punten omhoog, oftewel 10 x 10 x 10 = 1000 keer zo krachtig.   1) Twee platen schuiven uit elkaar 2) Magma stroomt door de ontstane ruimte rustig naar buiten 3) Doordat het magma vloeibaarder is stroomt het verder en ontstaat er een vulkaan met flauwe hellingen   Hoe ouder het eiland, hoe groter de afstand tot de plaats waar de aardbevingen ontstaan. Hierdoor is er meer tijd om te vluchten in het geval van een tsunami. a) De hotspot bevindt zich onder eiland nummer 4. b) De vulkanen hebben flauwe hellingen, omdat hotspotvulkanen effusieve uitbarstingen hebben. Het zijn daardoor schildvulkanen, en die hebben flauwe hellingen. c) De plaat beweegt zich richting het noordoosten.   Bron 2 (https://commons.wikimedia.org/wiki/File:Colima_volcano_aero_colors_adjusted.JPG) a) De uitbarstingen van deze vulkaan zijn explosief, het betreft namelijk een stratovulkaan. Dit kun je zien aan de steile hellingen.   Nee. Het Himalayagebergte is een plooiingsgebergte ontstaan als gevolg van de botsing tussen twee platen. In Pangea had deze botsing nog niet plaatsgevonden.   Bron 3 (https://commons.wikimedia.org/wiki/File:Gfp-several-small-ammonites-preserved-on-rock.jpg) a) Fossielen kun je het makkelijkst in sedimentgesteenten aantreffen. Stollingsgesteente ontstaan uit stollend magma, en in magma zitten geen fossielen. Metamorfe gesteenten ontstaan onder invloed van hoge druk en temperatuur. De kans is klein dat een fossiel deze omstandigheden zou overleven.