Toets Aardrijkskunde

BuiteNLand 3e ed - Hoofdstuk 1 - Wereld - Wereldbeeld oefentoetsen & antwoorden

3e editie
BuiteNLand 3e ed
Toets Aardrijkskunde
BuiteNLand 3e ed
Online maken
Toets afdrukken
Twee van de volgende nadelen: Dollar is niet overal evenveel waard;  Inkomsten uit de informele sector tellen niet mee in de officiële economie;  BBP/hoofd van de bevolking geeft geen inzicht in de sociale ongelijkheid tussen groepen mensen; BBP/hoofd laat geen regionale verschillen zien.   Regionale ongelijkheid gaat over verschillen in welvaart en ontwikkeling tussen gebieden.  Bij Sociale ongelijkheid gaat het over verschillen in ontwikkelingen en ontwikkelingskansen tussen groepen mensen in de samenleving.   De belangrijkste drie redenen: Natuurlijke omstandigheden. Dichtbevolkte gebieden vallen vaak samen met de geschiktheid van het klimaat, vruchtbare bodems en de beschikbaarheid van water.  Gunstige ligging. Gebieden die gunstig liggen t.o.v. economische kerngebieden in de wereld.  Koloniale verleden: in bijna alle ooit gekoloniseerde gebieden concentreert de bevolking zich rond kustgebieden / voormalige handelsposten.   Bij pushfactoren gaat het om reden om uit een gebied te vertrekken.  Bij pullfactoren gaat het om redenen om je in een gebied te vestigen.    a) Bij diffusie gaat het om de verspreiding van een ruimtelijk verschijnsel vanuit een kerngebied, zoals geloof (christendom). b) Voornaamste reden dat diffusie voorkomt: moderne media, internationale handel, migratie en toerisme.   Internationale arbeidsverdeling.   a) Interne oorzaken. Toelichting: het gaat hier om oorzaken die binnen het land Brazilië plaatsvinden. In dit geval: de ongelijke verschillen in inkomsten tussen politici en een leraar in Brazilië.   b) Externe oorzaken. Tip: het gaat hier om oorzaken die te maken hebben met de relatie die een ontwikkelingsland heeft met rijke landen. In dit geval de kostprijs van kleding in Bangladesh voor de bedrijven in de rijke landen Verenigde Staten en Nederland. c) Interne oorzaken. Tip: het gaat hier om oorzaken die binnen het land Burkina Faso plaatsvinden. In dit geval: de relatief weinig nomadische veehouders die hier voorkomen vanwege natuurlijke omstandigheden (schaarser worden van grasland en water).  d) Externe oorzaken. Tip: het gaat hier om oorzaken die te maken hebben met de relatie die een ontwikkelingsland heeft met rijke landen. In dit geval de productie van iphones voor de westerse rijke markt waar relatief goedkope arbeidskrachten uit het armere (of semi-perifere) Indonesië worden ingezet.    Deze kun je aflezen aan: de samenstelling van de beroepsbevolking de samenstelling van het exportpakket Toelichting: het is belangrijk om hierbij aan te geven dat naarmate een arm land zich ontwikkelt, de beroepsbevolking opschuift van de primaire sector naar de dienstverlenende tertiaire sector.    a) Het gaat om een land in de periferie. b) Er is hier sprake van een relatief jonge bevolking met relatief weinig ouderen. Tip: kijk goed naar de opbouw van de bevolkingspiramide. Gebruik de verticale assen om de leeftijdscategorie af te lezen om te achterhalen welk deel van de bevolking bestaat uit het niet actieve deel van de bevolking (0-19 jaar en 65> jaar) en actieve deel van de bevolking (20-65 jaar). Kijk daarbij goed hoe groot deze groepen zijn om te bepalen of het hier gaat om een bevolkingspiramide die past bij de periferie, semi-periferie of centrumlanden. Bestudeer bron 31 uit je boek goed als je deze vraag lastig vindt.    De juiste antwoorden zijn: Sneller. Toelichting: de wereldbevolking is bijvoorbeeld in de 20e eeuw verviervoudigd. Gehalveerd. Toelichting: bij natuurlijke bevolkingsgroei wordt het geboortecijfer verminderd met het sterftecijfer.  Afgenomen: Toelichting: bij relatieve groei gaat het om de groei in procenten.    Hoe hoger de verstedelijkingsgraad, hoe lager het verstedelijkingstempo.  Of: hoe lager de verstedelijkingsgraad, hoe hoger het verstedelijkingstempo. Toelichting: kijk goed naar de overeenkomsten tussen gebieden. Bestudeer goed de legenda en denk dan na welke overeenkomsten je kan zien tussen de verschillende gebieden. Wat valt op bij landen met een relatieve hoge koopkracht en de verstedelijkingsgraad en het verstedelijkingstempo?    a)  Links op de foto is Mexico afgebeeld.  Dat is te zien aan het woestijn- en steppe landschap.  Ook is er in vergelijking met de rechterkant van de foto relatief weinig bedrijvigheid. Toelichting: Kenmerkende van het grensgebied tussen de Verenigde Staten en Mexico is dat in de Verenigde Staten het aandeel van de dienstverlenende sector relatief hoog is i.v.m. die van Mexico.  b) De relatie tussen de VS en Mexico past binnen het centrum-periferiemodel, omdat de Verenigde Staten als centrumland bepaalt hoe de relatie met Mexico zal zijn. Een goed voorbeeld is: de VS maakt als centrumland gebruik van goedkope arbeid uit de (Semi)periferie van Mexico. Toelichting: bij centrum-periferiemodel gaat het altijd om een afhankelijkheidsrelatie tussen gebieden.    Er is sprake van kettingmigratie, omdat vele migranten elkaar volgde. Dat kan zijn: eerst de vaders wanneer later de rest van de familie volgde. Het aantal maquiladora locaties nam buiten de grenszone na 1994 toe als gevolg van het NAFTA verdrag. Hierdoor nam de liberalisering toe en was het mogelijk om maquiladoras buiten de grenszone te stichten. Toelichting: probeer bij dit soort vragen goed te bedenken: waarom zien we juist het aantal Maquiladoras vanaf 1994 toenemen? En waarom gebeurde dat juist buiten de grenszone? Probeer daarbij stil te staan bij gebiedskenmerken zoals: ten zuiden van de grensregio zijn de loonkosten lager.    a) Regionale ongelijkheid. Tip: bij regionale ongelijkheid gaat het altijd om ongelijkheid verschillen tussen gebieden (bijvoorbeeld het inkomen).  b) Figuur 5 en 6 laten zien dat in de Mexicaanse staten met relatief de meeste Maquiladora-steden het loonniveau relatief laag is. In Mexicaanse Staten met relatief minder Maquiladora-steden is het loonniveau relatief hoger.  In de Mexicaanse staten met relatief veel Maquiladora-steden zijn de lonen relatief laag op de Mexicaanse arbeidsmarkt. Toelichting: bestudeer bij dit soort vragen goed de kaarten. Hier komt kaartvaardigheden aan bod. Bestudeer eerst de legenda goed. Vervolgens kijk je naar overeenkomstige kenmerken in de spreiding van belangrijke kenmerken. In dit geval: de aanwezigheid van Maquiladora steden en spreiding van het loonniveau in Mexicaanse deelstaten.    a) Handelsbalans. Tip: bij handelsbalans gaat het om het verschil tussen de waarde van de geïmporteerde en geëxporteerde goederen. Bij een positieve handelsbalans is de export > hoeveelheid import.  b)  In deze grensregio Mexico en de Verenigde Staten is te zien dat in Mexico de import hoger is dan de export. Er is dan sprake van een negatieve handelsbalans.  In het grensgebied van de Verenigde Staten is te zien dat export groter is dan de import.  Deze relatie sluit goed aan bij het centrum-periferiemodel, omdat de Amerikanen vooral hoogwaardige goederen produceren en gebruik maken van goedkope arbeid in de periferie. Toelichting: bestudeer goed de term centrum-periferiemodel. Denk daarbij goed na wanneer er sprake is van een afhankelijkheidsrelatie tussen gebieden en hoe je dat terugziet in deze kaart.    a) Japan in fase 4. Brazilië in fase 2.  Tip: kijk goed naar de bevolkingsopbouw in de figuren. In rijke landen (centrumlanden) stijgt de druk door vergrijzing. In arme landen (periferielanden) is de demografische druk juist hoog door vergrijzing. In semiperiferielanden daalt de vruchtbaarheid snel, maar hebben landen wel een grote, jonge beroepsbevolking.  b) Er zijn relatief weinig jonge mensen, waardoor het geboortecijfer laag zal zijn / er weinig kinderen geboren zullen worden. Daardoor zal de bevolking krimpen.  Toelichting: sta bij dit soort vragen goed stil bij de voor- en nadelen van een bepaalde bevolkingsopbouw.    Culturele diffusie.   Twee van de volgende beeldkenmerken:  De westerse man bestudeert / leest chinees.  De Chinese man bestudeert / leest frans.  De man uit India bestudeert / leest Spaans. Toelichting: hier is sprake van culturele diffusie, omdat er een uitwisseling plaatsvindt van cultuurelementen.    Uit het antwoord moet blijken dat: De sociale ongelijkheid als gevolg van de coronacrisis kan toenemen. De rijken worden rijker en de armen worden armer.  De ontwikkelingskansen van groepen mensen die minder te besteden hebben daardoor minder (ontwikkelings)kansen i.v.m. de rijkere groep uit de samenleving.  Toelichting:: in de bron wil de cartoonmaker aangeven dat er een verband bestaat tussen inkomen en overleven / uit de coronacrisis komen. Hoe rijker, hoe meer te besteden en hoe beter je uit de coronacrisis kan komen. De armeren hebben minder te besteden, hebben daarbij minder ontwikkelingskansen en kunnen daardoor slechter uit deze crisis komen.    Ecologische migrant. Er is hier sprake van natuurlijke omstandigheden, zoals een overstroming. Dat is de reden voor deze vrouw en kind om te migreren.  Toelichting: kijk goed naar de omstandigheden die hier plaatsvinden. Gaat het om natuurlijke omstandigheden (ecologie) of sociaal-politieke (armoede, schending mensenrechten) of economische (werkloosheid).    a) Megastad. Rio de Janeiro heeft meer dan 10 miljoen inwoners. Toelichting: een megasted herken je aan het feit dat die meer dan 10 miljoen inwoners heeft.  b)  De informele sector ontstaat in steden als gevolg van de trek van platteland naar de stad. Door de massale trek zijn steden, zoals Rio de Janeiro, niet in staat om iedereen onderdak en werk te bieden.  Het gevolg hiervan is het ontstaan van de informele sector. Toelichting: bestudeer goed de kenmerkende verschillen tussen de informele sector en de formele sector. Denk daarbij goed na waar een informele sector ontstaat en waarom juist daar. 

Deze toets bestellen?

Voordeligst
Lidmaatschap ToetsMij
€ 12,99/mnd
  • Snel nog even wat toetsen oefenen? Kies dan onze meest flexibele optie.
  • Je kunt maandelijks opzeggen.
  • Toegang tot alle vakken bij ToetsMij.
Kies dit abonnement

Wat krijg je bij een abonnement?

  • Toegang tot alle vakken
  • 20 kwalitatieve oefentoetsen per maand
  • Antwoorden, uitwerkingen en toelichtingen
  • Geen stress voor het maken van toetsen
Eenvoudig en veilig betalen met iDEAL of creditcard
3 maanden ToetsMij
€ 12,99
€ 10,99/mnd
  • Voordelig en flexibel. Ideaal als je maar een paar maanden toetsen hoeft te gebruiken.
  • Betaal per kwartaal en bespaar hiermee 2 euro per maand.
  • Toegang tot alle vakken bij ToetsMij.
Kies dit abonnement

Wat krijg je bij een abonnement?

  • Toegang tot alle vakken
  • 20 kwalitatieve oefentoetsen per maand
  • Antwoorden, uitwerkingen en toelichtingen
  • Geen stress voor het maken van toetsen
Eenvoudig en veilig betalen met iDEAL of creditcard
1 jaar ToetsMij
€ 12,99
€ 7,50/mnd
  • Favoriete keuze van meer dan 70% van de gebruikers.
  • Betaal slechts 90 euro per jaar en bespaar hiermee 65 euro.
  • Geniet van een volledig jaar toegang tot alle vakken bij ToetsMij.
Kies dit abonnement

Wat krijg je bij een abonnement?

  • Toegang tot alle vakken
  • 20 kwalitatieve oefentoetsen per maand
  • Antwoorden, uitwerkingen en toelichtingen
  • Geen stress voor het maken van toetsen
Eenvoudig en veilig betalen met iDEAL of creditcard

Dit zeggen leerlingen en ouders

10

Cijfers omhoog

Onze zoon had in februari zeker 12 minpunten. Hij is gestart met oefenen via Toets mij en heeft een geweldige eindsprint getrokken en afgelopen week bijna het onmogelijke waargemaakt. Er zijn nog maar 2 minpunten over en nog niet alle toetsen zijn terug. Het heeft onze zoon enorm geholpen, omdat er breed getoetst wordt en de vraagstelling, zoals van hem begrepen, overeenkomt met de toets. Als je de oefentoetsen goed kunt maken, beheers je de stof echt goed!

AP
9.0

Fijn dat leerlingen alvast een keer een toets kunnen oefenen die eruit ziet zoals op school.

Wij hebben sinds kort Toetsmij, omdat onze dochter het erg lastig heeft met Wiskunde. Op deze manier kan ze het hoofdstuk oefenen met een toets die qua vraagstelling overeenkomt met de toetsen op school. Nu kan ze dit dus eerst oefenen voordat ze de echte toets moet doen. Als docent Engels die werkt met Of Course en All Right kan ik bevestigen dat de toetsen grotendeels overeenkomen met de vraagwijze van de methode zelf. Dat is dus heel fijn voor leerlingen om te oefenen. We hadden heel even een dingetje met het nakijken, want de uitwerkingen werden niet goed weergegeven. Even een mailtje en binnen een dag reactie en ICT ging meteen aan de slag met het herstellen van de uitwerkingen. Super contact, goede dienstverlening! Aanrader!

Lelani van den Berg
10

Zéér tevreden!!

Lid geworden voor mijn zoon in leerjaar 1 van (toen 13) inmiddels 15. Hij zit nu in leerjaar 3 HAVO. Elk boek is makkelijk te vinden en alsmede mailt met een probleem omdat hij Duits krijgt uit een boek van leerjaar 2 word dit zelfs op zondag binnen een half uur opgelost en toegevoegd aan ons account! Zo’n toffe service zie je niet vaak meer! Dus wij zijn zéér tevreden. Sinds we het nu weer gebruiken (tijdje niet gebruikt) scoort hij weer voldoendes en zelf voor wiskunde een 8.8!

Linda Ockers

Zoek in meer dan 10.000 toetsen

Echte toetsvragen, precies aansluitend op jouw lesmethode en leerjaar. Voor klas 1 t/m 6 van vmbo-t t/m gymnasium.

Ik zit in het
en doe
ik wil beter worden in