Feniks 3e ed/LRN-line - Toets Tijdvak 8 - Tijd van burgers en stoommachines oefentoetsen & antwoorden

a)  Fout: sociaal-democraten. Het moet zijn: nationalisten. b)  Fout: huisnijverheid. Het moet zijn: fabrieksarbeid. c)  Fout: overmatig drankgebruik. Het moet zijn: lage lonen. d)  Fout: communisten. Het moet zijn: sociaal-democraten. e)  Fout: verdedigden. Het moet zijn: bekritiseerden. f)  Fout: 1917. Het moet zijn: 1919. 6-3-2-4-1-5  Toelichting:6) Nederland wordt een zelfstandige staat.3) In verschillende Europese steden breken politieke rellen uit.2) De rechten van de Nederlandse koning worden ingeperkt. 4) Na een grondwetswijziging krijgen veel Nederlandse mannen kiesrecht.1) Christelijke scholen worden gelijkgesteld aan openbare scholen.5) Nederland krijgt algemeen kiesrecht. Een juist antwoord bestaat uit de volgende elementen: 1. Een beschrijving van de situatie op het platteland. Bijvoorbeeld: Veel boeren verdienden te weinig om het boerenbedrijf voort te zetten. 2. Hoe dit leidt tot verstedelijking. Bijvoorbeeld: In de stad hoopten deze boeren een beter bestaan op te bouwen. Een juist antwoord bestaat uit de volgende elementen: 1. Een uitleg van de werking van stoommachines. Bijvoorbeeld: Door de toepassing van stoomkracht konden aan een machine heel veel mensen werken. 2. Een uitleg waarom dit fabrieksmatige arbeid nodig maakt. Bijvoorbeeld: De omvang van de machines was zo groot dat thuisarbeid niet meer mogelijk was. Een juist antwoord bestaat uit de volgende elementen: 1. Een uitleg van waar het liberalisme voor staat. Bijvoorbeeld: Liberalen willen een vrijemarkteconomie. 2. Een uitleg waarom vakbonden dan een bedreiging vormen. Bijvoorbeeld: Vakbonden leidt tot organisatie en dat beperkt het vrije economische verkeer. Een juist antwoord bestaat uit de volgende elementen: 1. Een uitleg van de ideeën van Karl Marx. Bijvoorbeeld: Karl Marx vond dat arbeiders door revolutie aan de macht moesten komen. Dan zouden mensen leren om eerlijk te delen. 2. Een uitleg over hoe dat leidt tot optimisme. Bijvoorbeeld: In de toekomst zouden alle mensen dus welvarend en gelijk zijn. Marx vond dat goed. Een juist antwoord bestaat uit de volgende elementen: 1. Een uitleg van wat er in de grondwet van 1887 stond. Bijvoorbeeld: Dat alle mannen die geschikt waren mochten stemmen. 2. Een uitleg waarom de sociaal-democraten daar blij mee waren. Bijvoorbeeld: Omdat de grondwet heel algemeen was geformuleerd, was voor een volgende uitbreiding geen grondwetswijziging meer nodig, maar enkel een ‘gewone’ wet. Een gewone wet veranderen is makkelijker dan de grondwet veranderen. Een juist antwoord bestaat uit de volgende elementen: 1. Een uitleg van wat belangrijk is in de 19e eeuw. Bijvoorbeeld: In de 19e eeuw was nationalisme belangrijk. 2. Een uitleg van hoe dat leidt tot genoemde zaken. Bijvoorbeeld: De 17e eeuw was een eeuw waarop veel mensen trots waren. Dat kon nationalisme versterken. Nederlanders lieten door het imperialisme zien dat het land meetelde. Daar waren mensen trots op. Juiste antwoorden gaan in op het gegeven dat mensen met een opleiding vaak meer verdienen dan mensen zonder opleiding. Bijvoorbeeld: Door een goede opleiding konden arbeiders beter werk krijgen en meer gaan verdienen. a) De sociale kwestie. b) Juiste antwoorden gaan in op het feit dat foto’s zeldzaam waren of in scène gezet kunnen zijn. Enkele voorbeelden: Foto’s waren in deze tijd zeldzaam. Het is niet duidelijk of het beeld algemeen geldig is. Foto’s kunnen in scène gezet zijn, waardoor er geen eerlijk beeld wordt gegeven. a) De opkomst van politiek-maatschappelijke stromingen: liberalisme, nationalisme, socialisme, confessionalisme en feminisme. b) Juiste antwoorden gaan in op de veranderingen door de grondwet. Bijvoorbeeld: In de nieuwe Grondwet stond dat er vrijheid van godsdienst was. c) Juiste antwoorden gaan in op de veranderingen door de grondwet. Bijvoorbeeld: In de nieuwe Grondwet stond dat de ministers verantwoordelijk zijn. Een juist antwoord bestaat uit de volgende elementen: 1. Een uitleg van het begrip emancipatiebeweging. Bijvoorbeeld: Deze bewegingen willen achtergestelde groepen meer rechten geven. 2. Welk succes een emancipatiebeweging al had geboekt. Bijvoorbeeld. Feministen wilden dat vrouwen ook kiesrecht kregen. Blijkbaar is dat niet zo vreemd meer omdat er nu over mannenkiesrecht wordt gesproken. Blijkbaar vinden (veel) mensen het niet vreemd meer dat ook vrouwen gaan stemmen.