Praktische Economie MAX (oude editie) - Hoofdstuk 6 - Meer over de markt oefentoetsen & antwoorden

Bruto binnenlands product Een positief extern effect van windmolens is dat het leidt tot meer productie van groene stroom Een negatief extern effect van windmolens is dat er natuurgebieden verwoest moeten worden voor de aanleg van deze windmolenparken. Vrij verkeer van goederen en diensten: subsidies en invoerrechten zijn verboden. Vrij verkeer van arbeid en kapitaal: werknemers mogen zonder moeilijkheden in een ander EU land werken of hun geld op een buitenlandse rekening zetten. Provincies, gemeenten en waterschappen Bij een vlaktaks betaalt iedereen hetzelfde percentage aan belasting. Iemand die miljonair is betaalt 10% en iemand die in een fabriek werkt ook. In Nederland is het belastingsysteem gebaseerd op het draagkrachtbeginsel. Dit houdt in dat iemand die naar verhouding meer verdient, ook meer belasting betaalt. Als Nederland dit ook in zou voeren zou de inkomensverdeling dus schever.  In de cao staan allerlei financiële en niet-financiële afspraken die een bedrijfstak met elkaar heeft gemaakt. Dit is voordelig voor werknemers zodat werknemer A niet minder betaald krijgt dan werknemer B voor hetzelfde werk. Hetzelfde geldt voor bijvoorbeeld het aantal vrije dagen of onkostenvergoeding. Inkomen, vermogen en winst De overheid wil de consumptie van sigaretten remmen. Sigaretten hebben namelijk negatieve externe effecten. De volksgezondheid verslechtert bijvoorbeeld. Ook is een negatief extern effect van sigaretten milieuverontreiniging. De productie van tabak is milieuverontreinigend en veel sigaretten worden na consumptie op de grond gegooid.  Tip: gebruik hierbij de formule deel/geheel * 100  Land A: 460 + 420 = 880 miljard. 880 / 1220 * 100 = 72,1 Land B: 280 + 220 = 500 miljard. 500 / 700 * 100 = 71,4 72,1 > 71,4  Land A heeft dus de meest open economie. a) 20.711 * 36,65% + (68507 – 20711) * 38,10% + (92000 – 68507) * 51,75% = €37.958,49 b) 68507 * 37,35% + (92000 – 68507) * 0,495 = €37.216,40 a) 36.000 – 2.300 = €33.700 b) In box 1 en 2, haar inkomen is namelijk hoger dan €20.711 maar lager dan €68.507 Tip: gebruik de formule  (nieuw-oud)/oud*100% 2019: 0,25 * 20.000 = €5.000 2020: 0,269 * 23.000 = €6.187 (6187-5000) / 5000 * 100% = 23,74% Het bedrag dat Theo aan belasting moet betalen is gestegen met 23,74%