Praktische Economie MAX (oude editie) - Hoofdstuk 7 - Ruilen over de tijd oefentoetsen & antwoorden

Rente, mensen die geld lenen en dus hun consumptie willen vervroegen moeten hiervoor betalen in de vorm van rente over het geleende geld. Kapitaaldekkingsstelsel. Bij het kapitaaldekkingsstelsel worden de uitkeringen betaald van een kapitaal dat in de loop van tijd is opgebouwd.Je pensioen is kapitaal dat je gedurende je werkende fase opbouwt. De nominale rente Een student investeert in zijn/haar menselijk kapitaal. Dit houdt in dat de studenten nu investeren om later meer te verdienen. Voorbeelden van een goed antwoord: De AOW kosten kunnen sterk toenemen, er zijn meer ouderen die een uitkering krijgen dan werkende mensen die voor die uitkeringen zorgen. Er is te weinig arbeid beschikbaar De kosten van de gezondheidszorg nemen toe, oudere mensen behoeven meer zorg dan jongeren. Bij het omslagstelsel wordt het geld dat nodig is voor de uitkeringen direct overgeheveld naar de uitkeringsgerechtigden. Op het moment dat er bijvoorbeeld meer ouderen zijn kan er een tekort aan werkenden ontstaan om voor die uitkeringen te zorgen. Bedrijven vervroegen hun consumptie om in de toekomst meer rendement te behalen. Griekenland leende geld van andere landen om uitgaven te kunnen doen. Griekenland vervroegt dus haar consumptie en is aan het ruilen over tijd. Over de staatsschulden moet ook rente betaald worden. Op de bron zie je een lineaire hypotheek. Bij een lineaire hypotheek los je elk jaar eenzelfde bedrag af. Doordat de lening op deze manier afneemt, wordt de het bedrag dat je aan rente betaalt lager.  De aflossing blijft dus hetzelfde en het bedrag dat je aan rente betaalt vermindert. a) Berekening: 2009 = 32,20/35 * 100 = 92 2010 = 33,80/35 * 100 = 96,6 2012 = 35,60/35 * 100 = 101,7 b) Tip: gebruik hierbij de formule: (nieuw-oud) / oud * 100% (35 - 33,80) / 33,80 * 100% = 3,55% a) Als Danielle nominaal spaart staat er 1,03 * 300 = €309 op haar bankrekening. Ze krijgt dus €9 rente. b) De reele rente is negatief, de inflatie is namelijk hoger dan de rente. c) Komend jaar kosten de schoenen 1,06 * 300 = €318. Als ze het spaart heeft ze €309. Ze kan dus beter meteen de schoenen kopen. Inflatie is een stijging in het algemene prijspeil. Voor dezelfde bungalow zijn ze dus meer geld kwijt.