Geschiedeniswerkplaats Historische Contexten 2e ed - Historische context 1 - Duitsland (1841 - 1945) oefentoetsen & antwoorden

a) Alliantiepolitiek: politiek van Bismarck om verdragen te sluiten met potentiële vijanden. b) Conferentie van München: Conferentie in 1938 waar Hitler toestemming krijgt om delen van Tsjecho-Slowakije te bezetten. c) Conservatief: behoudend. d) Conferentie van Berlijn: Conferentie in 1884-1885 waar de grenzen van Noord-Afrika worden bepaald. e) Machtigingswet: wet in Duitsland waardoor Hitler de absolute macht krijgt. f) Paramilitair: burgers die worden ingezet als militair. g) Rijkskanselier: Duitse regeringsleider. h) Republiek van Weimar: Naam van Duitsland tussen 1919 en 1933. i) Vlootwet: Wet waarin Duitsland besluit om de vloot enorm uit te breiden. j) Weltpolitiek: politiek om Duitsland meer macht op het wereldtoneel te geven.   3-2-1-4-5-6   Een voorbeeld van een juist antwoord: 1. Een beschrijving van de ontwikkelingen in Duitsland. Bijvoorbeeld: In Duitsland werd veel geïnvesteerd in het leger en de Duitse regering zette zich in voor het vergroten van de macht van Duitsland. 2. Een uitleg waarom dit leidde tot bezorgdheid in Frankrijk. Bijvoorbeeld: Uit deze ontwikkelingen kon een oorlog voortkomen of in ieder geval was dit een bedreiging van de macht van Frankrijk.   Een juist antwoord bestaat uit de volgende elementen. 1. Een uitleg van het Verdrag van Versailles. Bijvoorbeeld: Door het Verdrag van Versailles werd Duitsland vernederd. Het moest bijvoorbeeld land inleveren, herstelbetalingen doen en haar leger inkrimpen. 2. Een uitleg waarom Hitler zich hiertegen verzette. Bijvoorbeeld: Hitler wilde de macht van Duitsland juist herstellen en verzette zich dus tegen dit verdrag.   Een voorbeeld van een juist antwoord: De Reichkulturkammer hield toezicht op kunstenaars. Er verscheen allen kunst die de eenheid van het Duitse volk stimuleerde.   Een juist antwoord bestaat uit de volgende elementen. 1. Een keuze. Ja/nee 2. een toelichting: Ja, want de joden werden vanaf toen vooral gedood door vergassing. Nee, want de joden werden daarvoor ook al in grote getalen gedood.   Een voorbeeld van een juist antwoord: Bischmarck sloot allianties met alle potentiële vijanden.   a) Twee van de volgende: De rol van moderne propaganda- en communicatiemiddelen en vormen van massaorganisatie.  Het in praktijk brengen van de totalitaire ideologieën communisme en fascisme / nationaalsocialisme.  Het voeren van twee wereldoorlogen. b) De aansluiting met Oostenrijk.   Een voorbeeld van een juist antwoord: In deze periode, 1933-1938 groeide de Duitse economie en het aanzien van de Duitsland in de wereld. Dit leidde tot optimisme in de vorm van meer huwelijken, meer geboortes en minder zelfdodingen.   1) Het in praktijk brengen van de totalitaire ideologieën communisme en fascisme / nationaalsocialisme.  2) Het voeren van twee wereldoorlogen. 3) Racisme en discriminatie die leidden tot genocide, in het bijzonder op de joden.    Een voorbeeld van een juist antwoord: Door deze aanval en het weghalen van de beste Duitse troepen van het oostfront, kon de Sovjetunie sneller optrekken en wraak nemen op de Duitse bevolking.    Een voorbeeld van een juist antwoord: De soldaat heeft deze brief zelf geschreven en geeft dus waarschijnlijk weer wat hij denkt, maar omdat er ook sprake was van censuur is dat nooit helemaal zeker. De soldaat kan zijn opvattingen aangepast hebben aan de censuur.