Feniks 3e ed/LRN-line - Toets Historische context 3 - Nederland (1948 - 2008) oefentoetsen & antwoorden

a)  Fout: bepaalde. Het moet zijn: overlegde de overheid met vakbonden. b) Fout: vijftig. Het moet zijn: zestig. c)  Fout: zestig. Het moet zijn: vijftig. d)  Fout: nationaliseerde. Het moet zijn: privatiseerde. e)  Fout: Maastricht. Het moet zijn: Schengen. f)  Fout: 2001. Het moet zijn vroege jaren tachtig van de twintigste eeuw.   5-1-3-6-2-4   Een juist antwoord bestaat uit de volgende delen. 1. Een uitleg van de betekenis van de Tweede Wereldoorlog voor de neutraliteitspolitiek. Bijvoorbeeld: De neutraliteitspolitiek faalde omdat Nederland toch betrokken raakte bij de Tweede Wereldoorlog. 2. Een uitleg waarom Nederland deze politiek loslaat. Bijvoorbeeld: Nederland dacht daarom na de oorlog dat het zich beter kon aansluiten bij het Westerse blok.   Een juist antwoord bestaat uit de volgende delen. 1. Een uitleg van de economische ontwikkelingen na de Tweede Wereldoorlog. Bijvoorbeeld: De welvaart steeg waardoor de mogelijkheden om te reizen toenamen. 2. Een uitleg van hoe dat leidt tot een toename van het aantal forenzen. Bijvoorbeeld: Mensen konden dus makkelijker verder van hun werk gaan wonen en gaan forenzen.   Een juist antwoord bestaat uit de volgende delen. 1. Een uitleg van de betekenis van de EU. Bijvoorbeeld: Door de EU werd de handel binnen Europa makkelijker. 2. Een uitleg van hoe dit leidt tot groeiende welvaart. Bijvoorbeeld: Door handel groeit de winst van bedrijven en dus ook de welvaart in Nederland.   Juiste antwoorden gaan in op de achterstand van nieuwe Nederlanders ten opzichte van andere bevolkingsgroepen. Bijvoorbeeld: Langzaam bleek dat het opbouwen van een goed bestaan in een nieuw land als Nederland niet eenvoudig was.   Juiste antwoorden gaan in op de vermenging van culturen over de hele wereld. Bijvoorbeeld: Nederlandse jongeren gebruiken elementen van de cultuur van jongeren uit andere delen van de wereld.   a) Juiste argumenten gaan in op het geringe verschil tussen de periode voor en na de Tweede Wereldoorlog. Bijvoorbeeld: Het leven van voor de oorlog werd na de Tweede Wereldoorlog weer vrij snel voortgezet. Dit blijkt bijvoorbeeld uit de terugkeer van een gerichtheid op de eigen zuil. b) Juiste antwoorden gaan in op de verschillen tussen de periode voor en na de Tweede Wereldoorlog. Bijvoorbeeld: De buitenlandse politiek van Nederland veranderde drastisch. Dit blijkt uit het feit dat de neutraliteitspolitiek werd losgelaten en Nederland voor haar veiligheid voortaan vertrouwde op de VS.   a) De toenemende westerse welvaart die vanaf de jaren '60 van de 20e eeuw aanleiding gaf tot ingrijpende sociaal-culturele veranderingsprocessen. b) Juiste antwoorden gaan in op de veranderingsgezindheid van de Provo’s. Bijvoorbeeld: Provo’s wilden graag meer gelijkheid in de samenleving. Uit dit liedje blijkt dat die gelijkheid er nog niet was.   Een juist antwoord bestaat uit de volgende delen. 1. Een uitleg van de economische omstandigheden in de jaren ’70. Bijvoorbeeld: In de jaren zeventig ontstonden er economische problemen en groeide de werkeloosheid. 2. Een uitleg van de economische omstandigheden in de jaren ’90. Bijvoorbeeld: Door de toenemende handel in Europa groeide de welvaart en daalde de werkeloosheid.   a) Het plaatsen van kernwapens in Nederland. b) Een juist antwoord bestaat uit de volgende delen. 1. Het benoemen van een standpunt. In dit geval:  Er wordt aangegeven dat deze wapens in Nederland moeten worden geplaatst. 2. Een toelichting. Bijvoorbeeld: Dit blijkt uit deze zin: Ieder gewin dat de tegenstander mocht hopen te behalen moet worden tenietgedaan door het risico van een voor hem onaanvaardbare mate van verwoesting.   Een juist antwoord bestaat uit de volgende elementen: 1. Een keuze. In dit geval: C 2. Een toelichting. Bijvoorbeeld: Fortuyn verdedigde het standpunt dat het allemaal minder ging met Nederland en Nederlanders niets meer wisten van hun eigen cultuur en dus niet bereid waren om deze te verdedigen (tegen andere culturen).