Geschiedeniswerkplaats Historische Contexten 2e ed - Historische context 2 - Koude Oorlog (1945 - 1991) oefentoetsen & antwoorden

a) As-mogendheden: Duitsland en haar bondgenoten. b) Communisme: ideologie die ultieme gelijkheid wil bereiken. c) Driehoeksdiplomatie: diplomatie tijdens de Vietnamoorlog om de oorlog te beëindigen. d) Ideologie: geheel aan overtuigingen. e) Invloedssfeer: gebied waar een bepaald land invloed heeft op het bestuur. f) Koude Oorlog: wapenwedloop tussen de VS en de Sovjetunie tussen 1945 en 1991.  g) Tonkinresolutie: resolutie waardoor de president van de VS militair mocht ingrijpen in Viernam. h) Trumandoctrine: idee dat de VS alle vrije landen moet steunen tegen het communisme. i) Vreedzame coëxistentie: het vreedzaam naast elkaar bestaan van de VS en de Sovjetunie. j) Warschaupact: militair samenwerkingsverband van communistische landen.   2-5-6-4-3-1   Juiste antwoorden benoemen de economische en politieke verschillen. Bijvoorbeeld:  De VS waren kapitalistisch en werden democratisch bestuurd. De Sovjetunie was communistisch werd niet zo democratisch bestuurd.   Een juist antwoord bestaat uit de volgende elementen: 1. Een uitleg van wat de Trumandoctrine inhoudt. Bijvoorbeeld: Door de Trumandoctrine wilden de VS Europa beschermen tegen het communisme en boden zij steun aan bedreigde landen. 2. Een uitleg van hoe dat past bij het vijandsbeeld van de Sovjetunie. Bijvoorbeeld: De Sovjetunie zag dit als een soort aanval op de Sovjetunie, waardoor zij de Amerikanen nog meer als vijand ging zien.   Een juist antwoord bestaat uit de volgende elementen: 1. Een uitleg van de Vietnamoorlog. Bijvoorbeeld: De VS waren niet in staat om deze strijd te winnen. 2. Een uitleg wat dit betekende voor het imago van de VS. Bijvoorbeeld: Mensen betwijfelden of de VS nog wel in staat waren om de Sovjetunie te verslaan mocht het tot een militaire confrontatie komen.   Een juist antwoord bestaat uit de volgende elementen: 1. Een uitleg van de Hongaarse Opstand. Bijvoorbeeld: De Hongaren kwamen in opstand tegen de communistische machthebbers. 2. Wat dit zegt over het draagvlak van het communisme. Bijvoorbeeld: Kennelijk waren veel Hongaren en wellicht ook veel mensen in andere landen geen fan van het communisme.   Voorbeelden van juiste antwoorden: 1. Het communisme krijgt voet aan de grond en kan dus gaan concurreren met het kapitalisme. 2. De VS hebben een enorme militaire voorsprong. Daardoor vormen deze bommen een bedreiging voor de Sovjetunie, die zich dus moet verdedigen. 3. De Trumandoctrine gaat over actieve bemoeienis met Europa. Dit wordt door de Sovjetunie als bedreigend ervaren.   Een voorbeeld van een juist antwoord: De Koude Oorlog vroeg om een economisch sterk Europa. Dit kon worden gerealiseerd door Europese samenwerking.    Een voorbeeld van een juist antwoord: Chroesjtsjov, omdat de spreker communistisch is (kameraden) en kritiek heeft op Stalin. Dit past bij de destalinisatierede van Chroesjtsjov.    Juiste antwoorden gaan in op de waarde van sport voor propaganda. Bijvoorbeeld: Door de vele sportoverwinningen kon de regering van de DDR laten zien dat het land sterke en gezonde mensen voortbracht. Dit kon worden gebruikt om te onderbouwen dat het communisme beter was dan het kapitalisme.   a) Door de val van de Berlijnse Muur. b) Door verregaande Europese integratie.   Een voorbeeld van een juist antwoord: De landen uit Midden-Europa willen zo aangeven dat zij niet langer behoren tot het communistische blok en nu een eigen koers varen.