Humboldt 1e ed - Hoofdstuk 3 - Klimaatveranderingen oefentoetsen & antwoorden

a) Opwarmt b) Kouder c) Lager d) Minder   Via zee- en luchtstromen.   Een afname in zonneactiviteit.   1) De wereldbevolking groeit. 2) De welvaart stijgt in grote delen van de wereld.   Meteoroloog   1E; 2A; 3C; 4B; 5F; 6D Toelichting: er zijn meerdere cijfers die met hoge- of lagedruk gecombineerd kunnen worden, maar dan zouden er bij de andere cijfers geen mogelijkheden zijn. Je moet dus beginnen met de andere letters te combineren. Let goed op of het om het noordelijk of zuidelijk halfrond gaat! 90° N.B. is de noordpool, 0° is de evenaar.    De meteorietinslag zorgde voor veel stof en as in de atmosfeer. Hierdoor bereikte veel minder zonlicht het aardoppervlak en koelde de aarde af. Deze klimaatverandering werd veel diersoorten fataal.   Niet waar Waar Waar Niet waar   Twee van de volgende redenen: 1) De steeds wildere zee kan steeds meer stukken van de steeds zachtere kust wegslaan. 2) De stijging van de zeespiegel draagt bij aan de afbraak van de kust 3) Het leefgebied van de Inuit omvat ook delen van de zee die ‘s winters dichtvriezen. Door de opwarming van de aarde is er steeds minder ijs dat door de Inuit als leefgebied kan worden gebruikt.   Jasmine bevond zich op het zuidelijk halfrond. Door de draaiing van de aarde krijgt wind op het zuidelijk halfrond een afbuiging naar rechts, en draaien winden rondom een lagedrukgebied met de klok mee. Toelichting: op de foto zie je aan de wolken dat de wind met de klok mee draait. Je past hier de wet van Buys Ballot toe.   Door de ligging van Cuttack in de tropen, ligt er de helft van het jaar een hogedrukgebied met weinig neerslag, en de andere helft van het jaar een lagedrukgebied met veel neerslag. Deze periode met veel neerslag wordt ook wel moesson genoemd.   a) Nee. De ellipsvorm van de baan van de aarde om de zon is een voorwaarde voor het onstaan van een ijstijd, maar het moet op het noordelijk halfrond zomer zijn op het moment dat de aarde het verst van de zon af staat. In de bron is het op het noordelijk halfrond winter. b) De baan van de aarde om de zon is in de bron zeer ellipsvorming. De cyclcus van de ellipsvormigheid van de baan van de aarde om de zon duurt 100.000 jaar. Over 50.000 jaar is de baan van de aarde rond de zon dus veel ronder. Dit maakt het onwaarschijnlijk dat er een ijstijd kan ontstaan.   a) Plaats 1, want deze ligt aan de koude kant van het koufront. b) Vanuit het zuidwesten. Lucht stroomt van hogedrukgebieden naar lagedrukgebieden (dus vanuit het zuiden), en krijgt op het noordelijk halfrond een draaiiing naar rechts (dus vanuit het westen). c) De zwarte lijnen zijn isobaren. Toelichting: alleen isolijnen is niet goed genoeg, je moet herkennen dat deze kaart gaat over luchtdruk. Isothermen is dus ook niet goed, want dat gaat over temperatuur.