Humboldt 1e ed - Hoofdstuk 1 - Natuurlijke hulpbronnen oefentoetsen & antwoorden

a) Alle stoffen of krachten in de natuur die van economisch nut kunnen zijn. b) Afvoer van het teveel aan water, meestal met buizen onder de grond. c) Groep van zeventien metalen die niet schaars zijn, maar in zulke kleine concentraties of zo verspreid voorkomen dat winning kostbaar is. d) Gesteente dat voor de mens nuttige mineralen bevat.   a) Reservoirgesteente   Neerslag, rivierwater, grondwater   Lithium wordt veel gebruikt voor oplaadbare batterijen. Overeenkomst: bij beide energiebronnen wordt CO2 uitgestoten. Verschil: biomassa is een hernieuwbare energiebron, aardolie is niet-hernieuwbaar.   1) Plantenresten worden door sedimenten bedekt. 2) De druk en temperatuur nemen toe. 3) Aardgas wordt uit het organische materiaal geperst   Producten die we in Europa consumeren, zoals groente, vlees en kleding, zijn vaak elders op de wereld geproduceerd. Voor de productie van deze producten wordt water verbruikt, wat uit lokale watervoorraden wordt gehaald.   In stollingsgesteente kun je zeker geen fossiele brandstoffen aantreffen. Stollingsgesteente ontstaan uit stollend magma, en in magma zitten geen organische resten.   a) waar b) waar c) waar d) niet waar   a) Natuurlijke dimensie b) Culturele dimensie Toelichting: het gaat hier om normen en waarden, dus het hoort bij de culturele dimensie. c) Economische dimensie d) Natuurlijke dimensie a) Het welvaartsniveau ligt in Centraal Afrika lager dan in de rest van de wereld, waardoor er per inwoner minder vraag naar energie is. Er kan dus makkelijker aan de vraag worden voldaan. b) Centraal Afrika leent zich goed voor hernieuwbare energiebronnen als zonne-energie en waterkracht. Zo zorgt de ligging rond de evenaar ervoor dat er veel zon is, en ook valt er veel regen.   a) Je kunt beter een gehaktbal minder eten. Voor een kilo vlees is 15.000 liter water nodig, een douchebeurt valt daarbij in het niets. b) Argument voor: het waterverbruik van een douche en het waterverbruik voor de productie van een kilo vlees veranderen niet als je op een andere plek op aarde woont, dus het overslaan van de gehaktbal is nog steeds een betere manier om je watervoetafdruk te verkleinen. Argument tegen: het water dat is gebruikt voor de productie van een kilo vlees leidt niet direct tot watertekorten, terwijl lang douchen in een droge regio als Saudi-Arabië direct kan leiden tot lokale schaarste.  a) Nee, geen van de zeldzame aardmetalen zijn op de kaart weergegeven. b) Land A. Dit land heeft de meeste aardolie, en het belang van aardolie neemt steeds meer af. c) Land F. Argument 1: dit land heeft de meeste grondstoffen. Argument 2: dit land heeft uraniummijnen, en de vraag naar deze schone energiebron kan in de toekomst belangrijker worden. Argument 3: dit land heeft een verbinding met de zee, wat export makkelijker maakt.