Nova Natuurkunde 4e ed - Hoofdstuk 5 - Kracht en beweging oefentoetsen & antwoorden
Deze toets behandelt de volgende onderwerpen: kracht, beweging, voortstuwen, tegenwerken, optrekken, afremmen, arbeid, veiligheid, verkeer, afstand, versnelling, vertraging, beweging, eerste en tweede wet van Newton, stopafstand, reactieafstand en remweg.

Grootheid | Symbool | Eenheid | Symbool |
Kracht / nettokracht | F | Newton | N |
Massa | m | kilogram | kg |
Versnelling | a | meter per seconde kwadraat | m/s^2 |
Arbeid | W | Newtonmeter of Joule | Nm of J |
Afstand | s | meter | m |
Snelheid | v | meter per seconde | m/s |
Tijd | t | seconde | s |
Wrijvingskracht | Fw | Newton | N |
- Toevoeging: In de tweede rij staat bij grootheid de kleine letter m ingevuld. Verwar dit niet met meter, want dat is een eenheid!!
- Een beweging waarbij de snelheid gelijkmatig groter wordt. Of: Een beweging waarbij de snelheid elke seconde evenveel toeneemt.
- Twee tegenwerkende krachten zijn de luchtwrijving en de rolwrijving.
- a) Omdat de kist stil blijft staan, en de snelheid constant is ( 0km/h) is de resultante kracht 0 Newton. Dat betekent dat de tegenwerkende kracht gelijk is aan de voortstuwende kracht, dus 500 Newton.
- b) Als Gijs stopt met duwen, en de kist beweegt niet, is de resultante kracht 0 Newton. Omdat de voortstuwende kracht 0 Newton is, is de tegenwerkende kracht ook 0 Newton.
- c) Omdat de kist met een constante snelheid beweegt, is de resultante kracht 0 Newton. Ze duwen met een kracht van 900 Newton, dus de tegenwerkende kracht is ook 900 Newton.
- d) Wanneer de voortstuwende kracht groter is dan de tegenwerkende kracht, is er dus een resultante kracht. Dat betekent dat er een versnelling is en dus dat de kist steeds sneller gaat en geen constante snelheid heeft.
- e) Naast de tegenwerkende en voortstuwende kracht, spelen ook de zwaartekracht en normaalkracht een rol. Deze zijn tegenovergesteld aan elkaar en zijn ook gelijk aan elkaar. Dat betekent dat ook in verticale richting de resultante kracht 0 Newton is.
- a) Je ziet in een (v,t)-diagram of iets een versnelde beweging is, wanneer de lijn in een rechte lijn schuin omhoog gaat.
- b) Je ziet in een (v,t)-diagram of iets een constante beweging is, wanneer de lijn horizontaal loopt
- Als de resultante kracht 0N is, blijft het voorwerp zijn snelheid en richting behouden. Dat geldt ook wanneer een voorwerp stil staat.
- Een massa met een constante snelheid wil diezelfde snelheid en richting behouden.
- Toelichting: Daarom kost het kracht om een massa te versnellen of te vertragen of van richting te veranderen. Er geldt hoe groter de massa is, hoe groter de kracht moet zijn om dit voorwerp te versnellen/vertragen of van richting te laten veranderen.
- Een grotere kreukelzone zorgt voor een langere remweg voor de inzittenden. De voorkant van de auto deukt in, waardoor de personen nog iets langer de tijd hebben om naar voren te bewegen. De kracht die dan vrijkomt op de personen is lager, omdat de afstand langer is.
- Er zitten hoofdsteunen in auto’s om je nek te beschermen. Wanneer je van achteren aangereden wordt, schiet de auto naar voren, maar zal je lichaam (en je hoofd dus) naar achteren willen schieten. (zie ook begrip traagheid). Om nekletsel te voorkomen zit er een hoofdsteun die je hoofd tegenhoudt en dus ook beschermt.
- Toelichting: Het is dan uiteraard wel van belang dat deze goed is afgesteld, anders verliest hij zijn werking.
- De nettokracht (F) bereken je door de massa (m) te vermenigvuldigen met de versnelling (a).
- F = m x a
- Je lichaam wil dezelfde richting aanhouden omdat traagheid een rol speelt. Wanneer je een bocht naar rechts maakt, zul je voelen dat je in de auto naar links gaat hangen, omdat je lichaam eigenlijk rechtdoor wil.
- De versnelling (a) bereken je door het verschil in snelheid (delta v) te delen door het verschil in tijd (delta t).
- Toevoeging: let op dat je het verschil gebruikt en niet de eindsnelheid of de eindtijd. Wat overigens in sommige gevallen best hetzelfde kan zijn.
- Je antwoord in km/h deel je door 3,6. Het antwoord wat je dan krijgt is de snelheid in m/s.
- Toevoeging: Wanneer je de snelheid in m/s hebt, moet je dat getal vermenigvuldigen met 3,6 om je antwoord in km/h te krijgen.
- De afgelegde afstand bepaal je door de oppervlakte te bepalen onder de grafiek.
- Toevoeging: Let in de grafiek op de eenheden!
- De resultante kracht kan ervoor zorgen dat de snelheid van het voorwerp verandert en de resultante kracht kan ervoor zorgen dat de richting verandert.
- De stopafstand bestaat uit de reactietijd (1) en uit de remweg (2)
Situatie | Stopafstand wordt groter | Stopafstand wordt kleiner |
Je gaat vanaf een oprit de snelweg op. | x | |
Het begint ineens te regenen. | x | |
Je gaat langzamer rijden omdat er meer verkeer op de weg is. | x | |
Er stappen vier mensen uit de auto. | x |
- a) 36 /3.6 = 10 m/s
- b) 90/3.6 = 25 m/s
- c) 126/3.6 = 35 m/s
- d) 20 * 3.6 = 72 km/h
- e) 35 * 3.6 = 126 km/h
- f) 3 * 3.6 = 10,8 km/h
- Gegeven: beginsnelheid = 25,2 km/h = 25,2 / 3,6 = 7 m/s
- eindsnelheid = 28,8 km/h = 28,8 / 3,6 = 8 m/s
- tijdsverschil = 5,0 seconde
- Gevraagd: versnelling (a) in meter per seconde kwadraat
- Formule: a = delta v / delta t
- a = (8-7) / (5,0 -0) = 0,20 meter per seconde kwadraat
- Conclusie: De versnelling is 0,20 meter per seconde kwadraat.
- a) Piet gaat sneller fietsen, dus zijn voortstuwende kracht wordt groter. Omdat hij met een constante snelheid fietst, moet de resultante kracht 0 Newton zijn. Dat betekent dus dat zijn tegenwerkende krachten ook groter zijn geworden, maar even groot zijn gebleven als zijn voortstuwende kracht.
- b) Piet fietst in beide situaties met een constante snelheid. En een constante snelheid betekent altijd een resultante kracht van 0 Newton. Dus de resultante kracht is gelijk gebleven.
- a) De snelheid neemt toe, dus er moet een resultante kracht zijn. Omdat de lift omhoog steeds sneller beweegt, moet de kracht omhoog (Fs) groter zijn dan de kracht omlaag (Fz).
- b) De snelheid is constant, dus er is geen resultante kracht. Dat betekent dat de spankracht gelijk is aan de zwaartekracht.
- c) De snelheid neemt af, dus er moet een resultante kracht zijn. Omdat de lift omhoog beweegt, maar de snelheid afneemt, moet de kracht omlaag (Fz) dus groter zijn dan de kracht omhoog (Fs).
- d) De snelheid naar beneden neemt toe dus er moet een resultante kracht zijn. Omdat de lift naar beneden gaat en steeds sneller gaat, moet de kracht omlaag (Fz) dus groter zijn dan de kracht omhoog (Fs)
- e) De snelheid is constant, dus er is geen resultante kracht. Dat betekent dat de spankracht gelijk is aan de zwaartekracht.
- f) De snelheid naar beneden neemt af, dus er moet een resultante kracht zijn. Omdat de lift naar beneden gaat en steeds minder snel gaat, moet de kracht omhoog (Fs) dus groter zijn dan de kracht omlaag (Fz).
- g) De snelheid is constant, dus er is geen resultante kracht. Dat betekent dat de spankracht gelijk is aan de zwaartekracht.
- a) Bij een hoge snelheid is de kans op kantelen het grootst.
- b) In een bocht is de kans op kantelen het grootst.
- c) Met een grote massa is de kans op kantelen het grootst.
- Een reden is dat een vrachtwagen een grotere massa heeft en dus een grotere traagheid.
- a) Omdat je steeds sneller gaat, is de zwaartekracht groter dan de wrijvingskracht.
- b) Omdat je met een constante snelheid gaat, is de zwaartekracht even groot als de wrijvingskracht.
- c) Je snelheid neemt af, dus er is een vertraging. De zwaartekracht is kleiner dan de wrijvingskracht.
- d) Omdat je met een constante snelheid gaat, is de zwaartekracht even groot als de wrijvingskracht.
- a)
- Gegeven: snelheid (v) = 90 km/h = 25 m/s en tijd (t) = 5,0 seconde
- Gevraagd: versnelling (a) in $\rm m/s^2$
- Formule: a = v / t
- Invullen: a = 25 / 5,0 = 5,0 $\rm m/s^2$
- Conclusie: De versnelling is 5,0 $\rm m/s^2$
- b)
- Gegeven: versnelling (a) = 5,0 $\rm m/s^2$ en massa (m) = 900 kg
- Gevraagd: nettokracht (F) in Newton
- Formule: F = m x a
- Invullen: F = 900 x 5 = 4500 N
- Conclusie: De nettokracht is 4500 N.
- Gegeven: snelheid (v) = 100 km/h = 27,8 m/s en de tijd (t) is 2,0 seconde
- Gevraagd: afstand (s) in meter
- Formule: s = v x t
- Invullen: s = 27,8 x 2,0 = 55,6 meter
- Conclusie: De afstand is 55,6 meter.
Deze toets bestellen?
- Snel nog even wat toetsen oefenen? Kies dan onze meest flexibele optie.
- Je kunt maandelijks opzeggen.
- Toegang tot alle vakken bij ToetsMij.
Wat krijg je bij een abonnement?
- Toegang tot alle vakken
- 20 kwalitatieve oefentoetsen per maand
- Antwoorden, uitwerkingen en toelichtingen
- Geen stress voor het maken van toetsen
- Voordelig en flexibel. Ideaal als je maar een paar maanden toetsen hoeft te gebruiken.
- Betaal per kwartaal en bespaar hiermee 2 euro per maand.
- Toegang tot alle vakken bij ToetsMij.
Wat krijg je bij een abonnement?
- Toegang tot alle vakken
- 20 kwalitatieve oefentoetsen per maand
- Antwoorden, uitwerkingen en toelichtingen
- Geen stress voor het maken van toetsen
- Favoriete keuze van meer dan 70% van de gebruikers.
- Betaal slechts 90 euro per jaar en bespaar hiermee 65 euro.
- Geniet van een volledig jaar toegang tot alle vakken bij ToetsMij.
Wat krijg je bij een abonnement?
- Toegang tot alle vakken
- 20 kwalitatieve oefentoetsen per maand
- Antwoorden, uitwerkingen en toelichtingen
- Geen stress voor het maken van toetsen
Dit zeggen leerlingen en ouders
Cijfers omhoog
Onze zoon had in februari zeker 12 minpunten. Hij is gestart met oefenen via Toets mij en heeft een geweldige eindsprint getrokken en afgelopen week bijna het onmogelijke waargemaakt. Er zijn nog maar 2 minpunten over en nog niet alle toetsen zijn terug. Het heeft onze zoon enorm geholpen, omdat er breed getoetst wordt en de vraagstelling, zoals van hem begrepen, overeenkomt met de toets. Als je de oefentoetsen goed kunt maken, beheers je de stof echt goed!
Fijn dat leerlingen alvast een keer een toets kunnen oefenen die eruit ziet zoals op school.
Wij hebben sinds kort Toetsmij, omdat onze dochter het erg lastig heeft met Wiskunde. Op deze manier kan ze het hoofdstuk oefenen met een toets die qua vraagstelling overeenkomt met de toetsen op school. Nu kan ze dit dus eerst oefenen voordat ze de echte toets moet doen. Als docent Engels die werkt met Of Course en All Right kan ik bevestigen dat de toetsen grotendeels overeenkomen met de vraagwijze van de methode zelf. Dat is dus heel fijn voor leerlingen om te oefenen. We hadden heel even een dingetje met het nakijken, want de uitwerkingen werden niet goed weergegeven. Even een mailtje en binnen een dag reactie en ICT ging meteen aan de slag met het herstellen van de uitwerkingen. Super contact, goede dienstverlening! Aanrader!
Zéér tevreden!!
Lid geworden voor mijn zoon in leerjaar 1 van (toen 13) inmiddels 15. Hij zit nu in leerjaar 3 HAVO. Elk boek is makkelijk te vinden en alsmede mailt met een probleem omdat hij Duits krijgt uit een boek van leerjaar 2 word dit zelfs op zondag binnen een half uur opgelost en toegevoegd aan ons account! Zo’n toffe service zie je niet vaak meer! Dus wij zijn zéér tevreden. Sinds we het nu weer gebruiken (tijdje niet gebruikt) scoort hij weer voldoendes en zelf voor wiskunde een 8.8!
Zoek in meer dan 10.000 toetsen
Echte toetsvragen, precies aansluitend op jouw lesmethode en leerjaar. Voor klas 1 t/m 6 van vmbo-t t/m gymnasium.
