Feniks 2e ed - Hoofdstuk 4 - Verlichting en Revolutie oefentoetsen & antwoorden

a) Het wetboek dat Napoleon liet opstellen en waarin gelijkheid voor de wet was opgenomen. De Code Napoléon vormt nog steeds de basis van het burgerlijk wetboek in veel Europese landen. b) Burgers en staat maken afspraken over het beste bestuur, waaraan zij zich beiden moeten houden. c) Afspraak uit 1598, waarin koning Hendrik IV de Protestanten godsdienstige vrijheid garandeerde. d) Iedereen die niet tot de eerste of tweede stand behoorde, behoorde tot de derde stand: van arme boeren tot rijke burgers.   a) + 3) b) + 1) c) + 2)   a) Leider van de Radicalen in de Franse revolutie, werd zelf onthoofd onder de guillotine. b) Franse filosoof, die de encyclopedie (1751) samenstelde. c) Belangrijkste adviseur van Lodewijk XIV, die het koningschap redde door verdeeldheid te zaaien onder tegenstanders.   4 (1709) - 3 (1789) - 2 (1813) – 5 (1814) - 1 (1819) Lodewijk vertrouwde de adel niet en kon de adel door de feestjes goed in de gaten houden.   Rijke burgers hadden de mogelijkheid boeken te kopen waar deze ideeën in stonden OF rijke burgers hadden makkelijker toegang tot salons waarin de ideeën werden verspreid.   Sociaal-economische oorzaak: honger, armoede en sociale ongelijkheid Politiek-bestuurlijke oorzaak: onvrede over het absolute koningschap van Lodewijk XVI   Vrijheid, want de macht van de koning werd voortaan beperkt door de grondwet. Let op: als je een ideaal uit de Franse revolutie moet noemen, dan moet je kiezen uit: vrijheid, gelijkheid en broederschap. De bedoeling van de opdrachtgever is de grote invloed van de salons op de verspreiding van de verlichte ideeën te laten zien. Door veel filosofen af te beelden, kan de opdrachtgever de grote invloed benadrukken.   Je ziet in de prent dat de mensen uit de eerste en tweede stand feestvieren, terwijl zij de burger het zware werk laten doen. Je herkent de eerste stand aan de dure kleding en christelijke symbolen en dure kleding en pruiken. In de Franse standenmaatschappij gaat de burger (onderaan) gebukt onder de hoge belastingdruk terwijl de eerste en tweede stand nauwelijks iets bijdragen. Dus geeft deze prent een betrouwbaar beeld van de positie van de derde stand in de Franse standenmaatschappij. Tip: zet de volgende stappen om bij een bronvraag met een afbeelding het juiste antwoord te geven:  Beschrijf wat je ziet in de afbeelding Leg uit wat het begrip uit de opgave te maken heeft met de afbeelding Geef je conclusie: wat is het antwoord op de vraag?   Je ziet in de prent dat de Engeland en Pruisen een spelletje spelen met Frankrijk als speelbal. Dit wil zeggen dat zij Frankrijk de baas waren. In 1815 was Napoleon definitief verslagen in de slag bij Waterloo en/of hadden Europese landen als Engeland en Pruisen in het Congres van Wenen gezorgd voor herstel van de macht van de oude vorstenhuizen Dus geeft deze prent een realistisch beeld van Europese verhoudingen in het jaar 1815. Tip: zet de volgende stappen om bij een bronvraag met een afbeelding het juiste antwoord te geven: Beschrijf wat je ziet in de afbeelding Leg uit wat het begrip uit de opgave te maken heeft met de afbeelding Geef je conclusie: wat is het antwoord op de vraag?