Feniks 2e ed - Hoofdstuk 5 - Fabrikanten en Arbeiders oefentoetsen & antwoorden

a) Wetten waarin enclosures werden geregeld, zoals het privatiseren en omheinen van de common fields en het herverkavelen van de open fields. b) Verstedelijking; het groeien van bestaande steden en het ontstaan van nieuwe steden. c) Periode in de tweede helft van de 19de eeuw waarin een aantal West-Europese landen door het veroveren van kolonies in Afrika en Zuidoost-Azië een groot koloniaal wereldrijk (imperium) opbouwden. d) Economisch systeem met als hoofdoel zoveel mogelijk winst maken   De juiste combinaties zijn: A2, B3, C1   a) Engelse edelman die een handboek over moderne landbouw schrijft. b) Engelse premier tijdens de Conferentie van Berlijn c) Economische denker, die vond dat mensen zo veel mogelijk aan hun eigen belang moesten denken.   De juiste volgorde is: 4 – 1 – 5 – 3 – 2  De agrarische revolutie, de transportrevolutie en de demografische revolutie.   Hierdoor waren arbeiders minder tijd kwijt aan het lopen van huis naar de fabriek.   Vanwege de grondstoffen die vaak uit de kolonies kwamen, en omdat de industrieproducten aan de inwoners van de kolonies konden worden verkocht (afzetgebied).   De communisten (die een gewelddadige revolutie wilden) en de sociaal-democraten (die via het parlement invloed wilden uitoefenen). Het negatieve gevolg dat deze bron laat zien zijn de slechte woon- en leefomstandigheden van (kinder)arbeiders. Je kunt deze bron niet gebruiken voor het doen naar een onderzoek naar de Industriële Revolutie, want de bron is afkomstig uit een fictieboek, dus je kunt de betrouwbaarheid niet goed controleren.   De discussie die wordt bedoeld is de ‘sociale kwestie’, want deze wet gaat over de werkomstandigheden van (jonge) arbeiders.   Deze spotprent geeft een realistisch beeld van de Conferentie van Berlijn, want (net als tijdens de conferentie) verdelen de Europese landen grondgebied in Afrika onder elkaar door het trekken van rechte lijnen.