Feniks 2e ed - Hoofdstuk 5 - Fabrikanten en Arbeiders oefentoetsen & antwoorden

a) Het (in opdracht van een ondernemer) verwerken van grondstoffen bij de mensen thuis, zoals wol spinnen en stoffen weven. b) Het basismateriaal waaruit door bewerking een ander product of artikel gemaakt wordt. c) Het huidige Vietnam, Laos en Cambodja d) Vergadering van Europese landen in 1884-1885 in Berlijn, waarbij onderling gebieden in Afrika werden verdeeld   De juiste combinaties zijn: A2, B3, C1   a) Engelse uitvinder van de Spinning Jenny b) Engelse kapitein, die Australië ontdekt c) Schreef in 1848 het Communistisch Manifest, waarin de klassenstrijd centraal staat   De juiste volgorde is: 3 – 2 – 1 – 4 – 5  Voor het waterframe was veel snelstromend water nodig, dit was in de huisnijverheid niet beschikbaar. In fabrieken was er wel veel water beschikbaar. Het waterframe was te groot en te duur voor een kleine werkplaats. Door het bouwen van een fabriek kon de investering in het waterframe terug worden verdiend. Let op: Bij deze vraag bestaat je antwoord steeds uit twee onderdelen: In het eerste onderdeel leg je iets uit over het waterframe (bijvoorbeeld: veel water nodig / te groot en te duur voor kleine werkplaats); in het tweede onderdeel ga je in op het ontstaan van fabrieken (waarom lossen fabrieken de problemen met het waterframe op?).   De eigenaar van de fabriek kon de investeringen in het gebouw en het materiaal door nachtdiensten zo rendabel mogelijk maken.   Die motieven zijn dat de kolonies handig waren om goedkoop aan grondstoffen te komen, en dat de kolonies dienden als afzetmarkt, waar industrieproducten konden worden verkocht. Frankrijk had na 1871 nog een ander motief. Frankrijk moest vanaf 1871 accepteren dat Duitsland nu het machtigste land op het Europese vasteland was. Een groot koloniaal rijk was voor Frankrijk een manier om te laten zien dat het land nog steeds meetelde.   Veel liberalen vonden dat de staat de individuele burger zo veel mogelijk zijn gang moesten laten gaan / dat een zo groot mogelijke vrijheid het beste voor de samenleving was. Als de overheid zich actief zo inzetten voor de situatie van arbeiders, zou dit ten koste gaan van de vrijheid van burgers. Deze bron laat als negatief gevolg van de industriële revolutie zien dat (jonge) kinderen zware arbeid moesten verrichten in de mijnen (en in de fabrieken). Deze bron is betrouwbaar, want de bron is afkomstig uit een officieel overheidsdocument, namelijk een onderzoek van het parlement.   Het liberalisme wil dat rol van de overheid zo klein mogelijk is. Dit blijkt ook uit de bron, want Smith schrijft dat een onzichtbare hand het maatschappelijk belang dient. Dit betekent dat de overheid zich niet meer bezig hoeft te houden met het maatschappelijk belang.   Deze uitspraak klopt niet, want de Conferentie van Berlijn gaat over de verdeling van Afrika, terwijl de spotprent over China gaat (te zien aan “Chine” en de Chinese figuur op de achtergrond).