Libre Service 4e ed/LRN-line
- Unité 5 - Clichés
oefentoetsen & antwoorden
LRN-line
Klas 4|Havo
Deze oefentoets behandelt o.m. de volgende onderwerpen: woorden en zinnen, grammatica (de ontkenning, bijzondere vormen van werkwoorden op -er, de onregelmatige werkwoorden partir, tenir, vivre, lidwoorden), schrijven.
Toets Frans
Libre Service 4e ed/LRN-line
Online maken
Toets afdrukken
het ding (§5.2)water geven (§5.2)de helm (§5.2)weghalen (§5.2)het geheugen (§5.3)het voedingsmiddel (§5.3)beschadigen (§5.3)ontwikkelen (§5.3)met mate (§5.7)het beroep (§5.7)de helft (§5.7)veroorzaken (§5.7) la société (§5.5)se rendre compte (§5.5)c’est-à-dire (§5.5)taquiner (§5.5)ridicule (§5.5)l’avantage (§5.5)embêtant (§5.9)le chômage (§5.9)sale (§5.9)le SDF (§5.9)paresseux (§5.9)la queue (§5.9) 1 = D / 2 = G / 3 = A / 4 = H / 5 = B / 6 = E / 7 = C / 8 = F Tu penses qu’il est capable de gagner la compétition sans avoir dormi? Je n’aime pas ton comportement Tu parles trop pendant le cours.Matias est nerveux pour son entretien d’embauche de demain. Aura-t-il le job? Aux Pays-Bas, on a le droit d’obtenir le permis de conduire à l’âge de 16 ans.Il faut s’adapter à la nouvelle situation: je vais changer de travail après 20 ans. Qu’est-ce que tu en penses? (§5.5) Les élèves s'entendent bien avec leur prof. (§5.5)Ça ne serait pas marrant. (§5.5)Pouvez-vous me dire s'il y a un train pour Lyon ? (§5.9) Il me faut quelques données pour trouver le train. (§5.9) De ontkenning in het Frans bestaat altijd uit twee delen: het woordje ‘ne’ komt altijd vóór de persoonsvorm te staan. Het tweede gedeelte, dat afhankelijk is van welke ontkenning je gebruikt (bijvoorbeeld: pas, jamais, guère, etc.) staat altijd meteen na de persoonsvorm. Als je de zin ‘Zij werkt in een restaurant’- ‘Elle travaille dans un restaurant’ wilt omvormen naar ‘Zij werkt niet meer in een restaurant’, krijg je dus ‘Elle ne travaille plus dans un restaurant’. ‘Travaille’ is de persoonvorm, ‘ne’ staat ervoor, ‘plus’ staat erachter. Als je een zin met een wederkerend voornaamwoord (bijv. je me lève à huit heures) of met een persoonlijk voornaamwoord (bijv. je lui envoie une lettre) ontkennend wilt maken, dan komt het woordje ‘ne’, het eerste gedeelte van de ontkenning, altijd vóór het wederkende werkwoord (je ne me lève pas à huit heures) of vóór het persoonlijke voornaamwoord (je ne lui envoie pas de lettre).De ontkenningen ‘niemand’ en ‘nergens’ zijn uitzonderlijk als het gaat om de plaats van het tweede gedeelte van de ontkenning, omdat het tweede gedeelte van de ontkenning hierbij pas na het hele gezegde komt. Bijvoorbeeld: Je n’ai vu personne aujourd’hui. In de regel veranderen onbepaalde lidwoorden (un/une/des) en delende lidwoorden (du/de la/de l’/des) in de of d’ (bij een klinker of stomme h) als er een ontkenning in de zin staat. De zin ‘Je fais du sport’, wordt in de ontkenning dus niet ‘Je ne fais pas du sport’, maar ‘Je ne fais pas de sport’. Werkwoorden op -cer (zoals commencer)Krijgen een cédille (ç) voor de letter a.u en o.(je commençais)Werkwoorden op -ger (zoals manger)Krijgen een stomme e voor de letters a, u en o (nous mangeons)Werkwoorden met een stomme e (zoals lever)Krijgen een accent grave (è) voor een stomme e in de uitgang (je lève)Werkwoorden met een é in de stam (zoals préférer)Krijgen een accent grave (è) in plaats van een accent aigu (é) voor een stomme e in de uitgang (je préfère) Dit geldt niet in de futur en de futur du passéWerkwoorden op -eter (zoals jeter)Krijgen een extra ‘t’ voor een stomme e in de uitgang (je jette)Werkwoorden op -eler (zoals appeler)Krijgen een extra ‘l’ voor een stomme e in de uitgang (je m’appelle)Werkwoorden op -oyer of -uyer (zoals employer of essuyer)Krijgen een i in plaats van een y voor een stomme e in de uitgang (j’emploie) De meervoudsvorm van onbepaalde lidwoorden, het woordjes ‘des’, wordt in het Nederlands niet vertaald. Kijk maar naar dit verschil: ‘les étudiants’ betekent ‘de studenten’, ‘des étudiants’ betekent ‘studenten’. In het laatste geval, waar het gaat om een onbepaald lidwoord, weet je niet om welke studenten het gaat. Het gaat hier om studenten in het algemeen. In het Nederlands vertaal je daarom het lidwoord niet mee.Dit verschijnsel is eveneens van toepassing in de volgende situaties:De werkwoorden van ‘gevoel’, aimer, adorer, préférer en détester, worden altijd gevolgd door een bepaald lidwoord (j’adore le coca = ik ben dol op cola)..Bij woorden die te maken hebben met het lichaam (j’ai les yeux bleus = ik heb blauwe ogen).Bij datums (c’est le 15 mars = het is 15 maart).Bij dagen waarop er altijd iets gebeurt (le jeudi, j’ai un cours de musique = donderdags heb ik muziekles).In het Frans staat er altijd een woordje voor het zelfstandig naamwoord. Gebruik je in het Nederlands geen lidwoord, dan gebruik je in het Frans in de meeste gevallen een delend lidwoord (je voudrais du lait = ik zou graag melk willen).De delende lidwoorden (du/de la/ de l’/des) veranderen in de of d’ als:Er sprake is van een ontkenning (je bois du lait > je ne bois pas de lait).Er sprake is van een woord van hoeveelheid (j’achète de la viande > j’achète un kilo de viande).Een land is vrouwelijk als de landsnaam op een ‘e’ eindigt (France, Espagne, Allemagne). De rest van de namen zijn mannelijk. Il ne parle pas français.Je ne fais jamais mes devoirs pour l’école.Sam ne peut pas non plus venir à la fête samedi.Je ne suis pas du tout riche.Tu n’as rien mangé? Deze zin staat in de passé composé. De twee delen van de ontkenning komen om het hulpwerkwoord (as) heen te staan, want dat is altijd de persoonsvorm. Ma copine ne veut aller nulle part. Let op! In deze zin staat het tweede deel van de ontkenning volgens de regel ná het gehele gezegde. Het zinsdeel ‘au cinéma - naar de bioscoop’, verdwijnt in de ontkennende zin. Non, je n’ai pas encore payé le T-shirt.Non, personne n’a vu les clés. In deze zin is ‘niemand’ het onderwerp van de zin. Als dat, net als hier, het geval is, komt het woordje ‘personne’ voorop in de zin te staan, gevolgd door ne of n’.Non, je ne fais plus de hockey. In dit geval verandert het delend lidwoord ‘du’ in ‘de’, omdat de delende lidwoorden volgens de regel in de of d’ veranderen in een ontkennende zin. Nous mangeonsElle commençaitTu lèverasIls jettentJ’appelleraisTu emploiesOn payerais/paierais (beide vormen zijn correct)Je préfère Tu parsNous tenonsVous vivrezJe maintiendraiJ’ai obtenuJe suis sortiIl partiraitJ’ai vécu Kijk bij een dergelijke opdracht altijd goed naar het zelfstandig naamwoord dat achter het lidwoord staat. Bepaal eerst of dit lidwoord mannelijk, vrouwelijk of meervoud is. Het woord is mannelijk of vrouwelijk als dit biologisch bepaald is (bijv. le père of la soeur), maar vaak kun je het geslacht niet raden. Leer dit daarom altijd bij het woord in de woordenlijst! Een woord is meervoud als je ziet dat het woord eindigt op een ‘s’. Soms is het niet nodig om te weten of een woord mannelijk of vrouwelijk is: als het woord begint met een klinker of een stomme h, dan kun je altijd de afgekorte (l’) vorm van het (delend) lidwoord gebruiken. Je suis au/à la/à l’/aux supermarché pour acheter du/de la/de l’/des lait et du/de la/de l’/des oeufs. Le/la/les/l’ samedi, j’ai toujours un/une/des match de foot.Moi, j’adore du/un/le foot. C’est mon loisir préféré!Dans le/la/les/l’ écoles en France, on ne peut pas utiliser un/une/des/de/d’ portable.Je suis au/à la/à l’/aux hôpital. J’ai le/la/les/un/une bras cassé. Je déteste des/les/un hôpitaux! In onderstaande antwoorden zie je dat er drie verschillende voorzetsels worden gebruikt: au, en, aux.De landen waar ‘en’ gebruikt wordt, zijn vrouwelijke landen. Deze eindigen allemaal op de letter ‘e’.De landen waar ‘aux’ gebruikt wordt, zijn landen in het meervoud. Deze eindigen in het eerste deel van het woord op een ‘s’.De overige landen zijn mannelijk (de landen die niet eindigen op een ‘e’). Hierbij gebruiken we ‘au’.Au PortugalEn FranceAux États-UnisEn AllemagneAux Pays-BasAu JaponEn ChineEn Suisse Onderstaand antwoord is een voorbeeld. De onderstaande tekst is samengesteld uit zinnetjes en woorden van paragraaf 5.5. Uiteraard kun je een aantal woorden vervangen door andere woorden. In onderstaand voorbeeld zijn een aantal woorden/ zinnen schuingedrukt. Deze zinsdelen kun je gemakkelijk vervangen of toevoegen. Ça ne sert à rien de séparer les garçons et les filles. Il n’y a pas d’avantages.On apprend à vivre ensemble. Comme dans la vraie vie.C’est une idée ridicule/stupide!Je suis absolument contre cette idée./ À mon avis/Quant à moi, je suis absolument contre cette idée.Et je ne vais pas changer d’avis.
Deze toets bestellen?
Voordeligst
Lidmaatschap ToetsMij
€ 12,99/mnd
Snel nog even wat toetsen oefenen? Kies dan onze meest flexibele optie.