Bedrijfseconomie in Balans 9e ed
- Domein D Investeren en financieren - H 16 t/m 18
oefentoetsen & antwoorden
9e editie
Klas 4-5|Havo
Deze oefentoets behandelt o.m. de volgende onderwerpen:
Aandelenkapitaal
Aandelenemissie
Reserves
Winstverdeling BV/NV
Intrinsieke waarde
Soorten langlopende leningen
Afnemerskrediet en leverancierskrediet
Vraag en aanbod vermogensmarkt
Toezichthouders
Examendomein D
Toets Bedrijfseconomie
Bedrijfseconomie in Balans 9e ed
Online maken
Toets afdrukken
1) B2) C3) A4) D Agioreserve 🡪 ontstaat doordat aandeel geëmitteerd worden tegen een emissiekoers hoger dan de nominale waarde van een aandeel. Herwaarderingsreserve 🡪 ontstaat wanneer vaste activa in waarde is gestegen en wanneer deze hogere actuele waarde wordt verwerkt op de balans. Algemene reserve (winstreserve) 🡪 ontstaat door het reserveren (= niet uitkeren) van winst.Dividendreserve 🡪 dit is een specifieke winstreserve, die dus ook ontstaat door het niet uitkeren van winst. Het doel van deze reserve is dividendstabilisatie. Hypothecaire lening 🡪 Een lening ten behoeve van de aankoop van onroerende goederen (vastgoed), waarbij de onroerende goederen als onderpand worden gegeven aan de bank (zie ook hoofdstuk 8). Obligatielening 🡪 Een lening waarbij de totale hoofdsom wordt opgedeeld in vele kleine leningen, die daarop weer verdeeld worden over meerdere geldgevers. Deze geldgevers ontvangen een schuldbewijs, wat een obligatie wordt genoemd. De verschillende geldgevers worden daarop obligatiehouders genoemd. Onderhandse lening 🡪 Een lening waarbij er sprake is van één geldgever en één geldnemer (dus geen obligatielening). De geldgever kan een bank zijn, maar bijvoorbeeld ook een familielid. Achtergestelde lening 🡪 Dit is een lening die pas terugbetaald hoeft te worden, wanneer alle andere leningen zijn afgelost. Vaak wordt deze lening verstrekt door een familielid bij de opstart van een onderneming. Bij afnemerskrediet wordt er vóóruitbetaald. De klant betaalt al voor het product of de dienst, vóórdat deze wordt geleverd 🡪 Betaling voor levering. Voorbeelden kunnen zijn:- Kopen van een bioscoopkaartje voordat je naar de film gaat. - Kopen van een early bird ticket voor een evenement of festival. - Aanbetaling - Iets bestellen via Internet, waarbij je direct bij de order betaald, maar het product nog moet ontvangen. Bij leverancierskrediet wordt er achteraf betaald. De klant heeft het product al ontvangen, maar er is nog niet (volledig) betaald voor het product 🡪 Betaling ná levering. Deze vorm van krediet herken je op de balans aan de posten debiteuren én crediteuren. Bij debiteuren is er sprake van verstrekt leverancierskrediet (jij verstrekt krediet aan jouw afnemers. De spullen zijn al geleverd, maar jouw klanten moeten jou nog betalen). Bij crediteuren is er sprake van ontvangen leverancierskrediet (jij moet jouw leveranciers nog betalen, maar hebt wel de producten al ontvangen). Let op! Een veelgemaakte denkfout is dat bij debiteuren sprake is van afnemerskrediet, omdat debiteuren afnemers zijn. Jij weet nu waarom dit verkeerd is! Autoriteit Financiële Markten (AFM)Controleert of consumenten duidelijke en eerlijke informatie krijgen van financiële instellingen m.b.t. financiële producten (spaarrekeningen, leningen, beleggingen, pensioenen, etc.)De Nederlandsche Bank (DNB)Controleert vereisten van en verleent vergunningen aan banken en beleggingsinstellingen. WerkwijzeDenk altijd aan de volgende berekening: MAK – AIP = GAK. Bovenstaande berekening is altijd op basis van de nominale waarde van de aandelen. Let op dat de aandelen in portefeuille in deze opgave niet zijn gegeven in nominale waarde, maar in het aantal aandelen. Op een balans staat altijd de totale nominale waarde van de aandelen in portefeuille. EindantwoordMAK – AIP = GAKMAK = €50.000.000 (gegeven)AIP = 200.000 aandelen x €5 = €1.000.000GAK = €5.000.000 - €1.000.000 = €4.000.000 WerkwijzeAgio is het verschil tussen de emissiekoers en de nominale waarde. Je kunt agio zowel per aandeel bereken als de totale agio op de balans. EindantwoordAgio per aandeel = €12,50 - €0,50 = €12,00 Totale agio = 2.000.000 aandelen x €12 = €24.000.000Dus agioreserve = €24.000.000 WerkwijzeWanneer is er sprake van te veel vreemd vermogen? Denk hierbij aan de verhouding tussen eigen vermogen en vreemd vermogen. Denk ook aan de gevolgen ten opzichte van het aantrekken van vermogen en de financieringsvoorwaarden die vreemd vermogen verstrekkers kunnen gaan stellen. EindantwoordVeel vreemd vermogen zorgt voor meer betalingsverplichtingen in de toekomst 🡪 rente + aflossingen. Wanneer een bedrijf meer vreemd vermogen heeft dan eigen vermogen overstijgen de schulden de bezittingen van het bedrijf, oftewel schulden > bezittingen. Hierdoor neemt het faillissementsrisico toe.Dit hogere risico zorgt ervoor dat het moeilijker wordt om eigen vermogen te genereren, want aandeelhouders zullen minder snel aandelen willen kopen van een bedrijf, waarbij het faillissementsrisico hoog is. Daarnaast zullen vreemd vermogen verschaffers (banken) minder geneigd zijn om geld te lenen aan dit bedrijf. Het wordt dus ook moeilijker om vreemd vermogen te verkrijgen. Vreemd vermogen verschaffers die wel bereid zijn om geld te lenen, zullen door het hogere risico een hoger rentepercentage vragen. Eindantwoord a)De beurskoers is hoger geweest dan 50 dollar. Een emissiekoers is altijd lager dan de beurskoers! Anders kunnen beleggers de aandelen op de beurs tegen een lagere koers kopen dan bij de emissie. De emissie zal dan mislukken. Eindantwoord b)10 miljoen dollar / 50 dollar = 200.000 aandelenEindantwoord c)Wanneer Elon Musk als topman bij Tesla zelf ook voor een flink bedrag aandelen koopt, geeft dat beleggers meer vertrouwen in positieve toekomstontwikkelingen bij Tesla. Beleggers zijn dan sneller geneigd ook aandelen te kopen van Tesla, waardoor de kans groter wordt dat de emissie slaagt. Eindantwoord a)De Algemene Vergadering van Aandeelhouders (AVA)Werkwijze b)Het berekenen van de winstverdeling gaat altijd in drie stappen.Bereken de vennootschapsbelastingBereken het dividendBereken wat wordt toegevoegd aan de reservesVoor het berekenen van de vennootschapsbelasting gebruik je de gegeven tabel met het schijvensysteem. De percentages worden altijd gegeven, daar deze jaarlijks kunnen wijzigen. Denk goed na hoe je het dividend kunt berekenen. Het dividendpercentage is gegeven.Dit dividendpercentage wordt altijd berekend over de nominale waarde van de aandelen (oftewel het GAK). Wat overblijft na verrekening van vennootschapsbelasting en dividend wordt toegevoegd aan de algemene reserve. Let op! Soms kan het zijn dat wordt gegeven hoeveel wordt toegevoegd aan de algemene reserve. In dat geval dient het dividend als laatste te worden berekend. Eindantwoord b) Vennootschapsbelasting = 20% van €200.000 + 25% van €2.800.000 = €740.000Dividend = 5% van €25.000.000 = €1.250.000 Toevoeging aan reserve = €3.000.000 - €740.000 - €1.250.000 = €1.010.000Werkwijze c) De intrinsieke waarde per aandeel komt in principe overeen met het eigen vermogen per aandeel, want alle posten zijn gewaardeerd tegen actuele waarde. Eigen vermogen = GAK + reserves + winstsaldo (resultaat voor belasting)We moeten hier uitgaan van het eigen vermogen na winstverdeling.Bedenk dus welk deel van de winst overblijft als eigen vermogen. Dit is alleen het deel van de winst dat wordt toegevoegd aan de algemene reserve, oftewel het bedrag dat je hebt berekend bij b). Om het eigen vermogen per aandeel te kunnen berekenen, dien je het totale eigen vermogen (na winstverdeling) te delen door het aantal geplaatste aandelen. Het aantal geplaatste aandelen bereken je door het GAK te delen door de nominale waarde van een aandeel. Eindantwoord c) Intrinsieke waarde (eigen vermogen) na winstverdeling = 25.000.000 + 10.000.000 + 1.010.000 = €36.010.000Aantal geplaatste aandelen = 25.000.000 / 0,25 = 100.000.000 aandelen36.010.000 / 100.000.000 = €0,36 (36 cent). Eindantwoord a)Aantal geplaatste aandelen = €35.000.000 / €5 = 7.000.000 aandelenVoor deze aandelen is in totaal ontvangen: €35.000.000 (GAK) + €21.000.000 (agio) = €56.000.000 Gemiddelde emissiekoers is dan €56.000.000 / 7.000.000 aandelen = €8 ofAgio per aandeel = €21.000.000 / 7.000.000 aandelen = €3Emissiekoers = nominale waarde + agio, dus €5 + €3 = €8Werkwijze b)Als er aandelen worden geplaatst voor €9, zal er ook agio zijn, want de emissiekoers van €9 > dan de nominale waarde van €5.Agio per aandeel is €4 (€9 - €5) Dat betekent dus dat zowel GAK als agioreserve moeten veranderen. Het geld van de uitgegeven aandelen wordt uiteraard ook ontvangen, dus vergeet de mutatie van de bank niet! Anders zou de balans ook niet meer in evenwicht zijn. Eindantwoord b)GAK + €5.000.000 Agio + €4.000.000Bank + €9.000.000 Eventueel zou nog genoemd kunnen worden dat AIP afneemt met 5.000.000. Eindantwoord a)Vakgarage Tom is de hypotheekgever. Hij verstrekt het recht van hypotheek aan de bank. Eindantwoord b) Een annuïteit is een periodiek gelijkblijvend bedrag dat betaald moet worden, bestaande uit een deel aflossing en een deel interest. Werkwijze c)Let op dat het hier een lineaire lening betreft. Bij een lineaire lening is er sprake van een periodiek gelijke aflossing. Interest wordt altijd berekend over de schuldrest begin periode. Bereken eerst de periodieke aflossing en de schuldrest. Eindantwoord c)De jaarlijkse aflossing bedraagt €130.000 / 25 jaar = €5.200 Begin jaar 5 is er 4 keer afgelost. De schuldrest bedraagt dus 130.000 – 4 x 5.200 = €109.200 De interest van jaar 5 bedraagt 4% van €109.200 = €4.368Werkwijze d)Maak voor een annuïteitenlening altijd een aflossingsschema. Ook hier geldt dat de interest wordt berekend over de schuldrest begin periode. Aflossing = annuïteit – interest. Nieuwe schuldrest = oude schuldrest – aflossing Eindantwoord d)SchuldrestAnnuïteitInterest(4% van schuldrest)Aflossing(annuïteit – interest)130.000€8.2965.2003.096126.904€8.2965.076,163.219,84123.684,16€8.2964.947,37 Hieronder is de balans per 1 januari 2024 gegeven van Denfi BV.Balans per 1 januari 2024GebouwInventarisAuto’sVoorraad goederenDebiteurenRabobankKas€ 200.000€ 15.000€ 18.000€ 100.000€ 60.000€ 15.000€ 100AandelenkapitaalAgioreserveHerwaarderingsreserveAlgemene reserve7% obligatieleningCrediteurenTe betalen bedragenING Bank€ 140.000€ 40.000€ 24.000€ 130.300€ 35.000€ 24.500€ 3.500€ 10.800€ 408.100€ 408.100De obligaties hebben een nominale waarde van €500Alle obligaties worden eind 2026 afgelost. Het kredietplafond bij de ING Bank bedraagt €25.000Bereken het aantal uitgegeven obligaties (§17.3)Bereken hoeveel couponrente Denfi BV moet uitkeren aan de obligatiehouders in 2024. (§17.3)Welke vorm van krediet ontvangt Denfi BV van de ING bank? (§17.6)Bereken de dispositieruimte van dit krediet. (§17.6)Geef een voordeel en een nadeel van dit krediet bij de ING bank. (§17.6)Leg aan de hand van deze balans uit of Denfi te maken heeft met verstrekt en/of ontvangen afnemerskrediet en verstrekt en/of ontvangen leverancierskrediet. (§17.4 en §17.5)Eindantwoord a)€35.000 / €500 = 70 obligaties. Eindantwoord b) Couponrente = 7% van de nominale waarde van een obligatie.7% van €500 = €35 per obligatieTotaal = 70 obligaties x €35 = €2.450Eindantwoord c)Rekening-courantkredietDit betekent dat je op een rekening in het rood/in de min mag staan. Werkwijze d)De dispositieruimte staat voor het bedrag dat nog opgenomen mag worden van het rekening-courantkrediet. Dit is het verschil tussen de huidige (rood)stand en het kredietplafond. Eindantwoord d)Dispositieruimte = kredietplafond – saldo Dispositieruimte = €25.000 - €10.800Dispositieruimte = €14.200 Eindantwoord e)Voordelen rekening-courantkrediet:Je mag boetevrij aflossen wanneer je wil. Je betaalt alleen interest over het opgenomen bedrag. Je mag afgeloste bedragen weer opnemen wanneer je maar wil zonder extra afsluit- of administratiekosten. Nadeel rekening-courantkrediet:Hoog interestpercentage (duur krediet)Eindantwoord f)Debiteuren = verstrekt leverancierskredietCrediteuren = ontvangen leverancierskrediet
Deze toets bestellen?
Voordeligst
Lidmaatschap ToetsMij
€ 12,99/mnd
Snel nog even wat toetsen oefenen? Kies dan onze meest flexibele optie.