Toets Scheikunde

Polaris Scheikunde - Hoofdstuk 7 - Zuren en basen oefentoetsen & antwoorden

1e editie

Deze oefentoets behandelt de volgende onderwerpen: Eigenschappen van zuren en basen, sterke en zwakke zuren en basen, Zuurbase reacties, pH-berekeningen (sterk en zwak), amfolyten.

Polaris Scheikunde
Toets Scheikunde
Polaris Scheikunde
Online maken
Toets afdrukken
Een stof kan stroom geleiden als het aan de volgende twee voorwaarden voldoet:Er zijn geladen deeltjes aanwezigDeze geladen deeltjes kunnen vrij bewegen.In een zure oplossing zitten geladen deeltjes (zoals H3O+) die vrij door de oplossing kunnen bewegen. Daarom geleidt een zure oplossing stroom.Een zwakke base in water neemt H+ van H2O op. Dit is een evenwichtsreactie.F−+H2O⇆HF+OH−\rm F^- + H_2O \leftrightarrows HF + OH^-F−+H2​O⇆HF+OH− Wanneer CH3CH2COOH\rm CH_3CH_2COOHCH3​CH2​COOH een $\rm H^+$ afstaat, dan blijft het zuurrestion $\rm CH_3CH_2COO^-$ achter. Deze twee deeltjes vormen samen een zuurbase koppel. Dit is dus niet met $\rm NH_3$. In de Binas tabel zien we dat broomthymolblauw geel is als de pH onder de 6,0 zit.Bij pH = 5,8 heeft de oplossing dus een gele kleur. Een sterk zuur is aflopend en zal dus volledig worden omgezet in ionen. Er zijn dus veel geladen deeltjes.Een zwak zuur is in evenwicht en zal dus maar voor een deel worden omgezet in ionen. Er zijn minder vrije ionen in de oplossing aanwezig.Hierdoor zal een sterk zuur beter stroom geleiden dan een zwak zuur.Doordat er bij het sterke zuur meer H3O+ aanwezig is, is de pH ervan lager. Je kan dit ook zien aan de formule pH=−log [H3O+]\rm pH = -log\ [H_3O^+]pH=−log [H3​O+].Een sterk zuur is niet automatisch een gevaarlijker zuur. Dit hangt onder andere af van de gebruikte concentratie en de toepassing. Sterk zuur, dus het is een aflopende reactie.$\rm HNO_3 + H_2O \to H_3O^+ + NO_3^-$Zwak zuur, dus het is een evenwichtsreactie. Er zal daarom maar 1 H+ worden afgestaan.$\rm H_2S + H_2O \leftrightarrows H_3O^+ + HS^-$Kaliumoxide: K2O\rm K_2OK2​O, een goed oplosbaar zout.K2O→2 K++O2−\rm K_2O \to 2\ K^+ + O^{2-}K2​O→2 K++O2−Het negatieve ion reageert vervolgens als sterke base met water.O2−+H2O→2 OH−\rm O^{2-} + H_2O \to 2\ OH^-O2−+H2​O→2 OH−Je kan de reactie ook in één keer geven:$\rm K_2O + H_2O \to 2\ K^+ + 2\ OH^-$K2O+H2Oto2 K++2 OH−NaCN, een goed oplosbaar zoutNaCN→Na++CN−\rm NaCN \to Na^+ + CN^-NaCN→Na++CN−Het negatieve ion reageert vervolgens als zwakke base met water.CN−+H2O⇆HCN+OH−\rm CN^- + H_2O \leftrightarrows HCN + OH^-CN−+H2​O⇆HCN+OH−Hier kan je de reactie niet in één keer geven, omdat de tweede reactie een evenwichtsreactie is en de eerste reactie een aflopende reactie. Gegeven[zoutzuur]=[H3O+]=0,10 M\rm [zoutzuur] = [H_3O^+]= 0,10\ M[zoutzuur]=[H3​O+]=0,10 MGevraagdpH=?\rm pH = ?pH=?FormulepH=−log[H3O+]\rm pH = -log[H_3O^+]pH=−log[H3​O+]BerekeningpH=−log(0,10)=1,00\rm pH = -log (0,10) = 1,00pH=−log(0,10)=1,00ConclusieHet zoutzuur heeft een pH van 1,00.Gegeven[natronloog]=[OH−]=0,25 M\rm [natronloog] = [OH^-]= 0,25\ M[natronloog]=[OH−]=0,25 MGevraagdpH=?\rm pH = ?pH=?FormulepOH=−log[OH−]\rm pOH = -log[OH^-]pOH=−log[OH−]pH+pOH=14,00\rm pH + pOH = 14,00pH+pOH=14,00BerekeningpOH=−log(0,25)=0,602\rm pOH = -log (0,25) = 0,602pOH=−log(0,25)=0,602pH=14,00−0,602=13,40\rm pH = 14,00 - 0,602 = 13,40pH=14,00−0,602=13,40ConclusieDe natronloog heeft een pH van 13,40.GegevenpH=3,00\rm pH = 3,00pH=3,00Gevraagd[H3O+]=? M\rm [H_3O^+] = ?\ M[H3​O+]=? MFormule[H3O+]=10−pH\rm [H_3O^+] = 10^{-pH}[H3​O+]=10−pHBerekening[H3O+]=10−3,00=1,0⋅10−3 M\rm [H_3O^+] = 10^{-3,00} = 1,0\cdot 10^{-3} \ M[H3​O+]=10−3,00=1,0⋅10−3 MConclusieDe $\rm [H_3O^+]$ is 1,0⋅10−3 M\rm 1,0\cdot 10^{-3} \ M1,0⋅10−3 MGegevenpH=11,89\rm pH = 11,89pH=11,89Gevraagd[OH−]=? M\rm [OH^-] = ?\ M[OH−]=? MFormulepOH=14,00−pH\rm pOH = 14,00 - pHpOH=14,00−pH[OH−]=10−pOH\rm [OH^-] = 10^{-pOH}[OH−]=10−pOHBerekeningpOH=14,00−11,89=2,11\rm pOH = 14,00 - 11,89 = 2,11pOH=14,00−11,89=2,11[OH−]=10−2,11=7,8⋅10−3 M\rm [OH^-] = 10^{-2,11} = 7,8\cdot 10^{-3}\ M[OH−]=10−2,11=7,8⋅10−3 MConclusieDe [OH-] is 7,8⋅10−3 M\rm 7,8\cdot 10^{-3}\ M7,8⋅10−3 M Voor het opstellen van de zuur-base reacties volg je de volgende stappen:Noteer de formules van de aanwezige deeltjes. Noteer de formules van het zuur en de base voor de reactiepijl.Bekijk hoeveel H+-ionen worden overgedragen.Noteer de reactieproducten na de pijl.Controleer of er een instabiel zuur is ontstaan.Waterstoffluoride: HF (zwak zuur) en een oplossing van NaCN, dus CN- (zwakke base). Zwak en zwak is een evenwichtsreactie.HF+CN−⇆\rm HF + CN^- \leftrightarrowsHF+CN−⇆Het zuur kan 1 H+ afstaan en de base kan 1 H+ opnemen.HF+CN−⇆F−+HCN\rm HF + CN^- \leftrightarrows F^- + HCNHF+CN−⇆F−+HCNEr ontstaat geen instabiel zuur.De reactie is dus HF+CN−⇆F−+HCN\rm HF + CN^- \leftrightarrows F^- + HCNHF+CN−⇆F−+HCN  Fosforzuur H3PO4 (zwak zuur) en BaC2O4 (vast zout met een zwak basisch ion). Zwak en zwak is een evenwichtsreactie.H3PO4+BaC2O4⇆\rm H_3PO_4 + BaC_2O_4 \leftrightarrowsH3​PO4​+BaC2​O4​⇆Het zuur kan 3 H+ afstaan en de base kan 2 H+ opnemen. De verhouding is dus 2 :3.Er ontstaat een vaste stof, dus een zout: Ba3(PO4)2\rm Ba_3(PO_4)_2Ba3​(PO4​)2​. De base wordt $\rm H_2C_2O_4$.Er ontstaat geen instabiel zuur.De reactie is 2 H3PO4+3 BaC2O4⇆3 H2C2O4+Ba3(PO4)2\rm 2\ H_3PO_4 + 3\ BaC_2O_4 \leftrightarrows 3\ H_2C_2O_4 + Ba_3(PO_4)_22 H3​PO4​+3 BaC2​O4​⇆3 H2​C2​O4​+Ba3​(PO4​)2​   We gebruiken de gegevens uit Binas tabel 52A.Kresolrood kleurt geel bij een pH onder de 7,0 (en boven de 1,0).Dimethylgeel kleurt geel bij een pH boven de 4,0.Max kan dus zeggen dat de oplossing een pH heeft tussen de 4,0 en de 7,0.Een zure oplossing heeft een pH onder de 7,0. Dit is het geval, dus het is een zure oplossing.Om de pH zo nauwkeurig mogelijk te bepalen kies je indicatoren waarmee de ondergrens en bovengrens zo dicht mogelijk bij de echte waarde komen.Een mogelijke indicator als ondergrens is broomkresolgroen. Dit kleurt groen bij pH boven 5,4.Een mogelijke indicator als bovengrens is broomthymolblauw. Dit kleurt geel bij pH onder de 6,0.Lakmoes verandert van kleur bij pH = 5,5, maar dit omslagtraject is vaag waardoor je het niet met zekerheid kan vaststellen.Methylrood heeft een omslagtraject in pH tussen de 4,8 en 6,0. Als de pH hiertussenin zit dan is de kleur een mengsel van de kleuren bij lagere en hogere pH-waarden.De mengkleur van rood en geel is oranje.De kleur van de oplossing wordt dus oranje. Eerst lossen we het zout op in water:$\rm Fe(NO_3)_3 \to Fe^{3+} + 3\ NO_3^-$Het ijzer(III)-ion kan vervolgens in gehydrateerde vorm reageren met water. In Binas tabel 49 zie je dat het om een zwak zuur gaat.$\rm Fe(H_2O)_6^{3+} + H_2O \leftrightarrows Fe(H_2O)_5(OH)^{2+} + H_3O^+$Evenwichtsvoorwaarde:$\rm K_z = \frac{[Fe(H_2O)_5(OH)^{2+}][H_3O^+]}{[Fe(H_2O)_6^{3+}]}$De ijzer(III)nitraatoplossing is zuur. Bij toevoeging van natronloog krijg je de volgende reactie:$\rm H_3O^+ + OH^- \to 2\ H_2O$De pH zal dus stijgen richting 7,00. Als er een overmaat natronloog is toegevoegd, dan zal de pH verder stijgen en de oplossing basisch worden.Een amfolyt kan zowel als zuur en als base reageren:Als zuur: $\rm HCO_3^- + OH^- \to CO_3^{2-} + H_2O$Als base: $\rm HCO_3^- + H_3O^+ \to H_2CO_3 + H_2O$Hierbij is koolzuur een instabiel zuur dat bestaat uit CO2 en H2O, dus:$\rm HCO_3^- + H_3O^+ \to CO_2 + 2\ H_2O$Een amfolyt reageert als zuur wanneer Kz > Kb en als base wanneer Kb > KzIn Binas tabel 49 staat: $\rm K_z\ HCO_3^- = 4,7 \cdot10^{-11}$ en $\rm K_b\ HCO_3^- = 2,2 \cdot10^{-8}$  Hier is Kb > Kz, dus de oplossing reageert basisch.Gegeven$\rm [HCO_3^-] = 0,010\ M$$\rm V = 100\ mL$$\rm n\ _{H_3O^+} = 0,0013\ mol$GevraagdpH van de oplossingFormule$\rm Molariteit = \frac{n}{V}$$\rm pH = -log\ [H_3O^+]$BerekeningUit de reactie (zie vraag d) blijkt dat de molverhouding 1:1 is, dus kijk je welke stof in overmaat aanwezig is.$\rm n HCO_3^- = 0,100\ L \times 0,10\ M = 0,0010\ mol$Er is dus $\rm 0,0013 - 0,0010 =0,0003\ mol\ H_3O^+$ over.$\rm [H_3O^+] = \frac{0,0003}{0,100} = 0,003\ M$$\rm pH = -log (0,003) = 2,52$ ConclusieDe pH van de oplossing is 2,52. GegevenpH=4,50\rm pH = 4,50pH=4,50Kz butaanzuur=1,5⋅10−5\rm K_z\ butaanzuur = 1,5\cdot 10^{-5}Kz​ butaanzuur=1,5⋅10−5 (uit Binas tabel 49)volume oplossing=200 mL\rm volume\ oplossing = 200\ mLvolume oplossing=200 mLGevraagdMassa butaanzuur = ? gFormules[H3O+]=10−pH\rm [H_3O^+] = 10^{-pH}[H3​O+]=10−pHKz=[H3O+][Zuurrestion][Butaanzuur]\rm K_z = \frac{[H_3O^+][Zuurrestion]}{[Butaanzuur]}Kz​=[Butaanzuur][H3​O+][Zuurrestion]​n=Molariteit⋅Volume\rm n = Molariteit \cdot Volumen=Molariteit⋅Volumemassa=n⋅molairemassa\rm massa = n \cdot molaire massamassa=n⋅molairemassaBerekening[H3O+]=10−4,50=3,16⋅10−5 M\rm [H_3O^+] = 10^{-4,50} = 3,16 \cdot 10^{-5}\ M[H3​O+]=10−4,50=3,16⋅10−5 MZwak zuur, dus we vullen het reactieschema in:ButaanzuurH2OZuurrestionH3O+begin$x$$0$$0$reactie−3,16⋅10−5-3,16\cdot 10^{-5}−3,16⋅10−5+3,16⋅10−5+3,16\cdot 10^{-5}+3,16⋅10−5+3,16⋅10−5+3,16\cdot 10^{-5}+3,16⋅10−5evenwichtx−3,16⋅10−5x-3,16\cdot 10^{-5}x−3,16⋅10−53,16⋅10−53,16\cdot 10^{-5}3,16⋅10−53,16⋅10−53,16\cdot 10^{-5}3,16⋅10−51,5⋅10−5=3,16⋅10−5x−3,16⋅10−5\rm 1,5\cdot 10^{-5} = \frac{3,16\cdot 10^{-5}}{x-3,16\cdot 10^{-5}}1,5⋅10−5=x−3,16⋅10−53,16⋅10−5​x=9,821⋅10−5 M butaanzuur\rm x = 9,821\cdot 10^{-5}\ M\ butaanzuurx=9,821⋅10−5 M butaanzuur9,821⋅10−5 M×0,200 L=1,964⋅10−5 mol\rm 9,821\cdot 10^{-5}\ M \times 0,200\ L = 1,964\cdot10^{-5}\ mol9,821⋅10−5 M×0,200 L=1,964⋅10−5 molMbutaanzuur=4×12,01+8×1,008+2×16,00=88,11 g/mol\rm M_{butaanzuur} = 4\times 12,01 + 8\times 1,008 + 2\times 16,00=88,11\ g/molMbutaanzuur​=4×12,01+8×1,008+2×16,00=88,11 g/molmassa=1,964⋅10−5×88,11=1,73⋅10−3 g=1,73 mg\ butaanzuur\rm massa = 1,964\cdot 10^{-5} \times 88,11 = 1,73\cdot 10^{-3}\ g = 1,73\ mg\  butaanzuurmassa=1,964⋅10−5×88,11=1,73⋅10−3 g=1,73 mg butaanzuur ConclusieJe moet 1,73 mg butaanzuur oplossen in 200 mL water om een pH van 4,50 te krijgen.GegevenpHbegin=4,50\rm pH_{begin} = 4,50pHbegin​=4,50pHeind=4,80\rm pH_{eind} = 4,80pHeind​=4,80Vbegin=200 mL\rm V_{begin} = 200\ mLVbegin​=200 mLGevraagdHoeveel mL water moet worden toegevoegd voor de nieuwe pH.Formule[H3O+]=10−pH\rm [H_3O^+] = 10^{-pH}[H3​O+]=10−pHVeind=nM\rm V_{eind} = \frac{n}{M}Veind​=Mn​BerekeningBij $\rm pH_{begin} = 4,50$ is $\rm [H_3O^+] = 10^{-4,50} = 3,16 \cdot 10^{-5}\ M$ aanwezig.3,16x10−5×0,200=6,32⋅10−6 mol\rm 3,16x10{-5} \times 0,200 = 6,32\cdot 10^{-6}\ mol3,16x10−5×0,200=6,32⋅10−6 molBij $\rm pH_{eind} = 4,80$ is [H3O+]=10−4,80=1,58⋅10−5 M\rm [H_3O^+] = 10^{-4,80} = 1,58\cdot 10^{-5}\ M[H3​O+]=10−4,80=1,58⋅10−5 MBij verdunnen blijft het aantal mol H3O+ hetzelfde, maar de molariteit verandert. $\rm V_{eind} = \frac{6,32 \cdot 10^{-6}}{1,58 \cdot 10^{-5}} = 0,400\ L$Vtoegevoegd=0,400−0,200=0,200 L\rm V_{toegevoegd} = 0,400 - 0,200 = 0,200\ LVtoegevoegd​=0,400−0,200=0,200 LConclusieEr moet 200 mL water worden toegevoegd om van pH = 4,50 naar pH = 4,80 te gaan. Gegeven[S2−]begin= 2,84⋅10−3 M\rm [S^{2-}]_{begin} =  2,84\cdot10^{-3}\ M[S2−]begin​= 2,84⋅10−3 M\Kb H2S=1,1⋅10−7\K_b\ H_2S = 1,1\cdot10^{-7}Kb​ H2​S=1,1⋅10−7 (Uit Binas tabel 49)GevraagdpH van de oplossing.FormulespOH=−log [OH−]\rm pOH = -log\ [OH^-]pOH=−log [OH−]pH=14,00−pOH\rm pH = 14,00 - pOHpH=14,00−pOHKb=[H2S] [OH−][HS−]\rm K_b = \frac{[H_2S]  [OH^-]}{[HS^-]}Kb​=[HS−][H2​S] [OH−]​ (evenwichtsvoorwaarde bij de tweede stap)BerekeningDe sterke base reageert volgens de reactie S2−+H2O→HS−+OH−\rm S^{2-} + H_2O \to HS^- + OH^-S2−+H2​O→HS−+OH−Dit is een aflopende reactie in de molverhouding 1:1, dus er ontstaat ook 2,84⋅10−3 M OH−=[OH−]sterk 2,84\cdot10^{-3}\ M\ OH^- = [OH^-]_{sterk}2,84⋅10−3 M OH−=[OH−]sterk​.De gevormde zwakke base reageert volgens de reactie HS−+H2O⇆H2S+OH−\rm HS^- + H_2O \leftrightarrows H_2S + OH^-HS−+H2​O⇆H2​S+OH−Dit is een evenwichtsreactie, dus voor deze [OH−]\rm [OH^-][OH−] gebruiken we een rekenschema.We willen x weten. De reactie is molverhouding 1:1, dus kunnen we het als volgt invullen:HS-H2OH2SOH-begin2,84⋅10−32,84\cdot10^{-3}2,84⋅10−300reactie−x-x−x+x+x+x+x+x+xevenwicht2,84⋅10−3−x2,84\cdot10^{-3}-x2,84⋅10−3−xxxxxxxEvenwichtsvoorwaarde: Kb=[H2S] [OH−][HS−]\rm K_b = \frac{[H_2S]  [OH^-]}{[HS^-]}Kb​=[HS−][H2​S] [OH−]​1,1⋅10−7=x⋅x2,84⋅10−3−x\rm 1,1 \cdot 10^{-7} = \frac{x \cdot x}{2,84\cdot10^{-3}-x}1,1⋅10−7=2,84⋅10−3−xx⋅x​x=2,84⋅10−3×1,1⋅10−7\rm x = \sqrt{2,84{\cdot}10^{-3} \times 1,1 {\cdot} 10^{-7}}x=2,84⋅10−3×1,1⋅10−7​x=1,77⋅10−5=[OH−]zwak\rm x = 1,77\cdot 10^{-5} = [OH^-]_{zwak}x=1,77⋅10−5=[OH−]zwak​De [OH−]totaal=[OH−]sterk+[OH−]zwak\rm [OH^-]_{totaal} = [OH^-]_{sterk} + [OH^-]_{zwak}[OH−]totaal​=[OH−]sterk​+[OH−]zwak​.Dus [OH−]totaal=2,84⋅10−3+1,77⋅10−5=2,86⋅10−3 M OH−\rm [OH^-]_{totaal} = 2,84\cdot10^{-3} + 1,77\cdot 10^{-5} = 2,86\cdot10^{-3}\ M\ OH^-[OH−]totaal​=2,84⋅10−3+1,77⋅10−5=2,86⋅10−3 M OH−pOH=−log (2,86⋅10−3)=2,54\rm pOH =-log\ (2,86\cdot10^{-3}) = 2,54pOH=−log (2,86⋅10−3)=2,54pH=14,00−2,54=11,46\rm pH = 14,00 - 2,54 = 11,46pH=14,00−2,54=11,46ConclusieDe pH van de oplossing is 11,46.

Deze toets bestellen?

Voordeligst
Lidmaatschap ToetsMij
€ 12,99/mnd
  • Snel nog even wat toetsen oefenen? Kies dan onze meest flexibele optie.
  • Je kunt maandelijks opzeggen.
  • Toegang tot alle vakken bij ToetsMij.
Kies dit abonnement

Wat krijg je bij een abonnement?

  • Toegang tot alle vakken
  • 20 kwalitatieve oefentoetsen per maand
  • Antwoorden, uitwerkingen en toelichtingen
  • Geen stress voor het maken van toetsen
Eenvoudig en veilig betalen met iDEAL of creditcard
3 maanden ToetsMij
€ 12,99
€ 10,99/mnd
  • Voordelig en flexibel. Ideaal als je maar een paar maanden toetsen hoeft te gebruiken.
  • Betaal per kwartaal en bespaar hiermee 2 euro per maand.
  • Toegang tot alle vakken bij ToetsMij.
Kies dit abonnement

Wat krijg je bij een abonnement?

  • Toegang tot alle vakken
  • 20 kwalitatieve oefentoetsen per maand
  • Antwoorden, uitwerkingen en toelichtingen
  • Geen stress voor het maken van toetsen
Eenvoudig en veilig betalen met iDEAL of creditcard
1 jaar ToetsMij
€ 12,99
€ 7,50/mnd
  • Favoriete keuze van meer dan 70% van de gebruikers.
  • Betaal slechts 90 euro per jaar en bespaar hiermee 65 euro.
  • Geniet van een volledig jaar toegang tot alle vakken bij ToetsMij.
Kies dit abonnement

Wat krijg je bij een abonnement?

  • Toegang tot alle vakken
  • 20 kwalitatieve oefentoetsen per maand
  • Antwoorden, uitwerkingen en toelichtingen
  • Geen stress voor het maken van toetsen
Eenvoudig en veilig betalen met iDEAL of creditcard

Dit zeggen leerlingen en ouders

10

Cijfers omhoog

Onze zoon had in februari zeker 12 minpunten. Hij is gestart met oefenen via Toets mij en heeft een geweldige eindsprint getrokken en afgelopen week bijna het onmogelijke waargemaakt. Er zijn nog maar 2 minpunten over en nog niet alle toetsen zijn terug. Het heeft onze zoon enorm geholpen, omdat er breed getoetst wordt en de vraagstelling, zoals van hem begrepen, overeenkomt met de toets. Als je de oefentoetsen goed kunt maken, beheers je de stof echt goed!

AP
9.0

Fijn dat leerlingen alvast een keer een toets kunnen oefenen die eruit ziet zoals op school.

Wij hebben sinds kort Toetsmij, omdat onze dochter het erg lastig heeft met Wiskunde. Op deze manier kan ze het hoofdstuk oefenen met een toets die qua vraagstelling overeenkomt met de toetsen op school. Nu kan ze dit dus eerst oefenen voordat ze de echte toets moet doen. Als docent Engels die werkt met Of Course en All Right kan ik bevestigen dat de toetsen grotendeels overeenkomen met de vraagwijze van de methode zelf. Dat is dus heel fijn voor leerlingen om te oefenen. We hadden heel even een dingetje met het nakijken, want de uitwerkingen werden niet goed weergegeven. Even een mailtje en binnen een dag reactie en ICT ging meteen aan de slag met het herstellen van de uitwerkingen. Super contact, goede dienstverlening! Aanrader!

Lelani van den Berg
10

Zéér tevreden!!

Lid geworden voor mijn zoon in leerjaar 1 van (toen 13) inmiddels 15. Hij zit nu in leerjaar 3 HAVO. Elk boek is makkelijk te vinden en alsmede mailt met een probleem omdat hij Duits krijgt uit een boek van leerjaar 2 word dit zelfs op zondag binnen een half uur opgelost en toegevoegd aan ons account! Zo’n toffe service zie je niet vaak meer! Dus wij zijn zéér tevreden. Sinds we het nu weer gebruiken (tijdje niet gebruikt) scoort hij weer voldoendes en zelf voor wiskunde een 8.8!

Linda Ockers

Zoek in meer dan 10.000 toetsen

Echte toetsvragen, precies aansluitend op jouw lesmethode en leerjaar. Voor klas 1 t/m 6 van vmbo-t t/m gymnasium.

Ik zit in het
en doe
ik wil beter worden in