Toets Wiskunde

Getal & Ruimte 12e ed deel 1 - Hoofdstuk 2 - Gelijkvormigheid oefentoetsen & antwoorden

12e editie

Onderwerpen:  Gelijkvormigheid: verhoudingstabel, parallelprojectie, gelijkvormige driehoeken, gelijkvormigheidskenmerken, bewijzen, stelling, middenparallel, zwaartelijn.

Getal & Ruimte 12e ed deel 1
Toets Wiskunde
Getal & Ruimte 12e ed deel 1
Online maken
Toets afdrukken
a)  Dan kun je kruislings vermenigvuldigen, dus: $a \cdot x = b \cdot c$ Dat geeft: $x = \frac{bc}{a}$ b)  De overeenkomstige hoeken zijn gelijk.  Ook zijn de verhoudingen van de overeenkomstige zijden gelijk (en kun je er dus een verhoudingstabel mee maken). c) De kenmerken voor gelijkvormige driehoeken zijn: Twee gelijke hoeken (hh) Verhouding van de zijden (zzz) Een hoek en de verhouding van de omliggende zijden (zhz) Een rechte hoek en de verhouding van twee niet-omliggende zijden (zzr) d) Een zwaartelijn van een driehoek is een lijn door een hoekpunt van de driehoek die door het midden van de tegenoverliggende zijde gaat. a) Gebruik altijd het stuk van de tabel waar je alle getallen kent. Dus de eerste en de tweede kolom om x uit te rekenen:  3 10 x 4 Kruislings vermenigvuldigen geeft dan: $10 \times x = 3 \times 4$, dus $x = \frac{3 \times 4}{10} = 1.2$  Zo is ook $y= \frac{10\times 9}{4}= 22.5$ b)  Kruislings vermenigvuldigen en uitwerken:  $4(x+3)=3x$ (let op de haakjes!) $4x + 12 = 3x$ $x = -12$ Voor $y$ geeft dit: $6y = 4(y-1)$ $6y = 4y – 4$ $2y = -4$ $y=-2$   a) Benoem twee van de volgende paren gelijke hoeken en noteer waarom ze gelijk zijn: $\angle D = \angle A$ (Z-hoeken) $\angle E = \angle B$ (Z-hoeken) $\angle C_1 = \angle C_2$ (overstaande hoeken) b)  DE EC DC AB BC AC   Omdat je dan de derde zijde zo kunt kiezen dat die een andere lengte heeft.  Een goede schets laat twee driehoeken zien met twee zijdes met dezelfde verhouding, en een derde zijde die afwijkt. De twee driehoeken hebben dan ook een duidelijk andere vorm. Hieronder geven we een voorbeeld. De verhouding van zijdes AB:DE en BC:EF is 1:1, maar zijdes AC en DF hebben een heel andere lengte. a)  Hierbij hoort de verhoudingstabel:  $105$ $126$ $35$ $p$ Dat geeft: $p = \frac{35 \times 126}{105} = 42$.   b) Bij deze projectie hoort de verhoudingstabel:  $15$ $q$ $12$ $9$ $6$ $r$ Dat geeft:  $q = \frac{15 \times 6}{9} = 10$, en  $r = \frac{9 \times 12}{15} = 7.2$.   Om de hoogte van de boom te berekenen, moeten we de lengte weten van het lijnstuk $AE$. $AE$ is onderdeel van $\triangle ACE$. $\triangle ACE$ is gelijkvormig met $\triangle BCD$, want $\angle A = \angle B$ (allebei rechte hoeken) en $\angle C = \angle C$ (dezelfde hoek). De verhoudingen van deze driehoeken kunnen we in een verhoudingstabel opschrijven: AC AE BC BD Hierbij is $AC = 24 + 1.8 = 25.8$ (volgt uit de figuur). Ook is $BC = 1.8$ en $BD = 1.5$. Invullen geeft: 25,8 AE 1,8 1,5 Kruislings vermenigvuldigen geeft: $AE \times 1.8 = 25.8 \times 1.5$ $AE = \frac{25.8 \times 1.5}{1.8} = 21.5$. Dus de lengte van de boom is 21.5 meter. a)  Nummer eerst de hoeken A, P, X, Q en C. $\rm \angle A_{2} = \angle A_{2}$ want het is dezelfde hoek. $\angle P_{1} = \angle B$ want het zijn allebei rechte hoeken. Dus $\triangle APX \simeq \triangle ABC$. $\angle P_{1} = \angle Q_{2}$ want het zijn allebei rechte hoeken. $\angle X_{2} = \angle X_{4}$ want het zijn overstaande hoeken. Dus $\triangle APX \simeq \triangle CQX$. $\angle A_{2} = \angle C_{1}$ want het zijn z-hoeken. $\angle P_{1} = \angle D$ want het zijn allebei rechte hoeken. Dus $\triangle APX \simeq \triangle CDA$. Dus $\triangle APX$ is gelijkvormig met $\triangle ABC$, $\triangle CQX$ en $\triangle CDA$. b) Hiervoor gebruiken we dat $\triangle APX$ gelijkvormig is met $\triangle CQX$ $PX = x$ en $QX = 10 - x$ (de breedte van het zwembad min $PX$). $CQ = 25 - 8 = 17$ (de lengte van het zwembad min AP) en $AP = 8$. Dit kunnen we opschrijven in een verhoudingstabel: $AP$ $PX$ $CQ$ $QX$ Invullen geeft: $8$ $x$ $17$ $10-x$ Kruislings vermenigvuldigen geeft: $17 \times x = 8 \times (10 - x)$ $17x = 8(10-x)$ $PX = x$, dus de oplossing van de vergelijking geeft de lengte van $PX$. c) $17x = 80 - 8x$ $25x = 80$ $x = 3.2$ d) Voor deze vraag moeten we het schuine stuk $AX$ berekenen. Dit is namelijk het stuk dat Sem heeft gezwommen totdat hij de euro laat vallen bij punt $X$. $AP = 8$, dat is gegeven. $PX = 3.2$, dat hebben we bij vraag b en c berekend.   Dus met de stelling van Pythagoras kunnen we lijnstuk $AX$ als volgt berekenen: $AP^{2} + PX^{2} = AX^{2}$ $(8)^{2} + (3.2)^{2} = AX^{2}$ $AX^{2} = 74.24$ $AX = \sqrt{74.24} \approx 8.6$   a) Maak eerst een schets van $\triangle PDH$ met daarin $\triangle PAQ$: $\angle P = \angle P$ want het is dezelfde hoek. $\angle D = \angle A$ want het zijn allebei rechte hoeken. Dus $\triangle PDH \simeq \triangle PAQ$. Dit kunnen we opschrijven in een verhoudingstabel: $PD$ $DH$ $PA$ $AQ$ Invullen geeft: $5$ $4$ $3$ $AQ$ Kruislings vermenigvuldigen geeft: $AQ = \frac{3 \times 4}{5} = 2.4$.   b)  Maak eerst een schets van $\triangle PRA$ en $\triangle RBS$ en nummer de hoeken van R: $\angle R_{2} = \angle R_{4}$ want dat zijn overstaande hoeken. $\angle B = \angle A$ want het zijn allebei rechte hoeken. Dus $\triangle RBS \simeq \triangle RAP$. Dit kunnen we opschrijven in een verhoudingstabel: $RB$ $BS$ $RA$ $AP$ Invullen geeft: $2$ $BS$ $4$ $3$ Kruislings vermenigvuldigen geeft: $BS = \frac{3 \times 2}{4} = 1.5$.   a) $\rm \angle B = \angle B$ (want dit is dezelfde hoek). $\angle D_{2} = \angle A$ (want dat zijn allebei rechte hoeken) $ \triangle BDA \simeq \triangle BAC$ (die volgorde!). $\rm \angle C = \angle C$ (want dit is dezelfde hoek). $\angle D_{1} = \angle A$ (want dit zijn allebei rechte hoeken) $\} \triangle DCA \simeq \triangle ACB$ (die volgorde!).   b)  $AC$ is te berekenen met de stelling van Pythagoras, namelijk: $AD^{2} + CD^{2} = AC^{2}$ $6^{2} + 8^{2} = 100$ $AC^{2} = 100$ $AC = \sqrt{100} = 10$   Bij opgave a) hebben we gezien dat $\triangle DCA \simeq \triangle ACB$. Dit kunnen we opschrijven in een verhoudingstabel: $DC$ $DA$ $AC$ $AB$ Invullen geeft: $8$ $6$ $10$ $AB$ Dat geeft: $AB = \frac{10 \times 6}{8} = 7.5$.   Gebruik eerst dat lijn BD een zwaartelijn is: Dus de verhouding van $DZ:BZ = 1:2$.  Dat betekent dat $BZ = 2 \cdot 3\frac{1}{3} = 6\frac{2}{3}$. Dan is $BD = BZ + DZ = 10$. Zwaartelijn BD deelt zijde AC in twee gelijke delen, dus $AD = \frac{1}{2} \cdot 12 = 6$. Nu kunnen we de stelling van Pythagoras gebruiken in driehoek ABD, want $\angle A = 90 \degree$: $AD^2+AB^2=BD^2$ $6^2+AB^2=10^2$ $AB^2=100-36=64$ Dus $AB = \sqrt{6}=8$ (we hoeven niet af te ronden).

Deze toets bestellen?

Voordeligst
Lidmaatschap ToetsMij
€ 12,99/mnd
  • Snel nog even wat toetsen oefenen? Kies dan onze meest flexibele optie.
  • Je kunt maandelijks opzeggen.
  • Toegang tot alle vakken bij ToetsMij.
Kies dit abonnement

Wat krijg je bij een abonnement?

  • Toegang tot alle vakken
  • 20 kwalitatieve oefentoetsen per maand
  • Antwoorden, uitwerkingen en toelichtingen
  • Geen stress voor het maken van toetsen
Eenvoudig en veilig betalen met iDEAL of creditcard
3 maanden ToetsMij
€ 12,99
€ 10,99/mnd
  • Voordelig en flexibel. Ideaal als je maar een paar maanden toetsen hoeft te gebruiken.
  • Betaal per kwartaal en bespaar hiermee 2 euro per maand.
  • Toegang tot alle vakken bij ToetsMij.
Kies dit abonnement

Wat krijg je bij een abonnement?

  • Toegang tot alle vakken
  • 20 kwalitatieve oefentoetsen per maand
  • Antwoorden, uitwerkingen en toelichtingen
  • Geen stress voor het maken van toetsen
Eenvoudig en veilig betalen met iDEAL of creditcard
1 jaar ToetsMij
€ 12,99
€ 7,50/mnd
  • Favoriete keuze van meer dan 70% van de gebruikers.
  • Betaal slechts 90 euro per jaar en bespaar hiermee 65 euro.
  • Geniet van een volledig jaar toegang tot alle vakken bij ToetsMij.
Kies dit abonnement

Wat krijg je bij een abonnement?

  • Toegang tot alle vakken
  • 20 kwalitatieve oefentoetsen per maand
  • Antwoorden, uitwerkingen en toelichtingen
  • Geen stress voor het maken van toetsen
Eenvoudig en veilig betalen met iDEAL of creditcard

Dit zeggen leerlingen en ouders

10

Cijfers omhoog

Onze zoon had in februari zeker 12 minpunten. Hij is gestart met oefenen via Toets mij en heeft een geweldige eindsprint getrokken en afgelopen week bijna het onmogelijke waargemaakt. Er zijn nog maar 2 minpunten over en nog niet alle toetsen zijn terug. Het heeft onze zoon enorm geholpen, omdat er breed getoetst wordt en de vraagstelling, zoals van hem begrepen, overeenkomt met de toets. Als je de oefentoetsen goed kunt maken, beheers je de stof echt goed!

AP
9.0

Fijn dat leerlingen alvast een keer een toets kunnen oefenen die eruit ziet zoals op school.

Wij hebben sinds kort Toetsmij, omdat onze dochter het erg lastig heeft met Wiskunde. Op deze manier kan ze het hoofdstuk oefenen met een toets die qua vraagstelling overeenkomt met de toetsen op school. Nu kan ze dit dus eerst oefenen voordat ze de echte toets moet doen. Als docent Engels die werkt met Of Course en All Right kan ik bevestigen dat de toetsen grotendeels overeenkomen met de vraagwijze van de methode zelf. Dat is dus heel fijn voor leerlingen om te oefenen. We hadden heel even een dingetje met het nakijken, want de uitwerkingen werden niet goed weergegeven. Even een mailtje en binnen een dag reactie en ICT ging meteen aan de slag met het herstellen van de uitwerkingen. Super contact, goede dienstverlening! Aanrader!

Lelani van den Berg
10

Zéér tevreden!!

Lid geworden voor mijn zoon in leerjaar 1 van (toen 13) inmiddels 15. Hij zit nu in leerjaar 3 HAVO. Elk boek is makkelijk te vinden en alsmede mailt met een probleem omdat hij Duits krijgt uit een boek van leerjaar 2 word dit zelfs op zondag binnen een half uur opgelost en toegevoegd aan ons account! Zo’n toffe service zie je niet vaak meer! Dus wij zijn zéér tevreden. Sinds we het nu weer gebruiken (tijdje niet gebruikt) scoort hij weer voldoendes en zelf voor wiskunde een 8.8!

Linda Ockers

Zoek in meer dan 10.000 toetsen

Echte toetsvragen, precies aansluitend op jouw lesmethode en leerjaar. Voor klas 1 t/m 6 van vmbo-t t/m gymnasium.

Ik zit in het
en doe
ik wil beter worden in