Pallas 1 4e druk - Hoofdstuk 4 - oefentoetsen & antwoorden

a) Hij kreeg van de godin Pallas Athena een paar koperen kleppers; de vogels schrokken zo van dit geluid dat ze opvlogen en hij deze met zijn giftige pijlen kon doden. b) Hij groef een kanaal vanaf de rivier dat hij door de stallen leidde en een eind verder weer in de rivier liet uitkomen. Door de stroming van het water werd het vuil meegesleurd en zo waren de stallen in één dag schoongemaakt. c) Ze geloofden dat een gestorven held nog zoveel kracht had dat hij zich met de wereld van de levenden kon bemoeien. d) Waren meestal van goddelijke afkomst, verrichtten fantastische daden, beleefden ongelofelijke avonturen e) Offers aan helden; op een klein altaar werden zwarte dieren geslacht. a) vriend b) (hij) verbergt c) rots, rotsblok d) (hij) roept e) hoofd, kop f) (hij) doodt g) niets h) ander i) daarna j) sterfelijk  k) 1. wat, 2. waarom l) (hij) zoekt m) onsterfelijk n) ieder o) 1. nieuw, 2. jong p) één q) meteen r) (hij) vindt, ontdekt, treft aan s) groot a) nominativus meervoud vrouwelijk b) nominativus enkelvoud vrouwelijk / nominativus meervoud onzijdig / accusativus meervoud onzijdig c) accusativus enkelvoud mannelijk / nominativus enkelvoud onzijdig / accusativus enkelvoud onzijdig d) accusativus meervoud mannelijk e) nominativus enkelvoud vrouwelijk f) nominativus enkelvoud mannelijk g) accusativus enkelvoud vrouwelijk h) accusativus enkelvoud vrouwelijk   a) δεινήν, δεινάς b) μακρόν, μακρά Tip: in het rijtje van het onzijdig is de nominativus gelijk aan de accusativus c) ἕκαστον, ἑκάστους d) νέον, νέα Tip: in het rijtje van het onzijdig is de nominativus gelijk aan de accusativus e) μακράν, μακράς Tip: denk om de rho, epsilon, iota-regel. Na deze letters blijft de alfa staan en komt er dus geen èta bij de accusativus enkelvoud. a) ἀθανάτους Want: beide accusativus meervoud mannelijk b) νέος Want: beide nominativus enkelvoud mannelijk c) θνητά Want: beide nominativus/accusativus meervoud onzijdig d) μακράν Want: beide accusativus enkelvoud vrouwelijk e) δεινή Want: beide nominativus enkelvoud vrouwelijk Let op: θνητά kan hier niet, nominativus enkelvoud vrouwelijk zou θνητή zijn f) δεινόν Want: beide accusativus enkelvoud mannelijk a) klopt niet; ἄλλη zou de nominativus enkelvoud vrouwelijk zijn b) klopt niet; δεινόν zou de accusativus enkelvoud mannelijk zijn c) klopt d) klopt niet; μακραῖς is dativus meervoud vrouwelijk, maar het moet hier μακρας (accusativus meervoud vrouwelijk zijn) e) klopt a) δεινούς Want: je moet er accusativus meervoud mannelijk van maken b) μακράν Want: je moet er accusativus enkelvoud vrouwelijk van maken. Denk ook om de rho, iota, epsilon-regel; de alfa blijft staan, er komt geen èta. c) ἕκαστον Want: je moet er accusativus enkelvoud mannelijk van maken d) νέα Want: je moet er nominativus enkelvoud vrouwelijk van maken. Denk om de rho, iota, epsilon-regel: na de epsilon komt een alfa, geen èta. e) δεινάς Want: je moet er accusativus meervoud vrouwelijk van maken f) ἀλλά Want: je moet er nominativus/accusativus meervoud onzijdig van maken (deze zijn immers aan elkaar gelijk) a) de verschrikkelijke vrienden; accusativus meervoud mannelijk b) het lange land; de lange streek; accusativus enkelvoud vrouwelijk c) iedere god (het lidwoord mag je hier weglaten!); accusativus enkelvoud mannelijk d) de nieuwe strijd; nominativus enkelvoud vrouwelijk e) de verschrikkelijke strijden; accusativus meervoud vrouwelijk f) de andere beesten; nominativus/accusativus meervoud onzijdig 1. Medusa heeft een verschrikkelijk hoofd. Tip: Medusa is een naam, dus je hoeft het lidwoord niet te vertalen. Bij δεινήν κεφαλήν staat geen lidwoord, dus je mag niet met ‘het’ vertalen. 2. Waarom heeft Medusa een verschrikkelijk hoofd? Tip: het is een vraagzin; het niet als vraag vertalen betekent dat je geen punten zou krijgen. 3. Het hoofd heeft grote slangen! Tip: kijk goed waar het bijvoeglijk naamwoord bij hoort. In dit geval is het de combinatie μεγάλας ὕδρας. 4. Waarom doden de onsterfelijke goden (de) verschrikkelijke Medusa niet? Tip: in dit geval mag je het lidwoord bij Medusa best vertalen, maar je mag het ook weglaten. Staat er een bijvoeglijk naamwoord bij een naam? Dan kan je vaak het lidwoord prima erbij vertalen. Blijf goed in de gaten houden welk bijvoeglijk naamwoord bij welk zelfstandig naamwoord hoort. 5. Ze kunnen (het) niet. Tip: er is hier sprake van een niet uitgedrukt onderwerp. Je moet dus met “zij/ze” vertalen. Houd wel in je achterhoofd wie er bedoeld worden met deze “zij”. 6. De slangen doden de mensen. 7. Maar Perseus is geen mens. 8. Hij roept de verschrikkelijke Medusa en hij doodt (haar). Tip: Medusa is het lijdend voorwerp bij beide werkwoorden; dat maakt deze zin wat lastig. Je mag in je vertaling daardoor Medusa herhalen of “haar” toevoegen. 9. Hij neemt het hoofd en gaat naar Atlas. 10. Het hoofd doodt Atlas. Tip: dit klinkt raar, maar klopt wel: het hoofd van Medusa kon immers mensen verstenen en dus doden. a) Het onderwerp is hier Ἡ Μέδουσα, het lijdend voorwerp is δεινήν κεφαλήν en het werkwoord is ἔχει. Kijk hier goed naar de naamvallen; als een woord in de accusativus staat is het immers lijdend voorwerp. b) Dit bijvoeglijk naamwoord heeft dezelfde naamval, hetzelfde geslacht en hetzelfde getal als ὕδρας. Hierbij hoort het dus; samen betekent het “grote slangen” c) ἀθάνατοι is een bijvoeglijk naamwoord en hoort bij θεοί, δεινήν is een bijvoeglijk naamwoord en hoort bij Μέδουσαν. d) Dit werkwoord staat in de 3e persoon meervoud. Er is sprake van een niet uitgedrukt onderwerp, maar degenen die bedoeld worden staan in r.4: οἱ ἀθάνατοι θεοί; denk erom dat hetgeen je naar verwijst nooit enkelvoud kan zijn, omdat het werkwoord in het meervoud staat. e) Perseus doodt Medusa; Medusa staat hier in de accusativus en is dus lijdend voorwerp. f) Hij hakt het eraf en gebruikt het dan om mensen te verstenen/doden.