Disco 2 (blauw)
- Hoofdstuk 29 - Agrippina en Nero
oefentoetsen & antwoorden
3e editie
|Gymnasium
Toets Latijn
Disco 2 (blauw)
Online maken
Toets afdrukken
a) hinderlaag
b) 1 aarzelen 2 twijfelen
c) maar als
d) 1 argwaan koesteren 2 vermoeden
e) 1 ijzer 2 zwaard
f) omgeven (met)
g) zee
h) wanneer
i) kwaad, gevaar
j) plichtgevoel, respect, genegenheid
k) uiterst, ergst
l) het bevalt me
m) het is mij duidelijk, ik besluit
n) eerder(e), eerst(e)
o) toeval
a) Het gerundivum verbuigt bij vrouwelijke congruentie als groep I, bij mannelijk en onzijdig als groep II.
b) Een dativus auctoris is de dativus die bij gerundiva aangeeft door wie het gedaan moet worden.
c) Het gerundium heeft een actieve betekenis.
d) Het gerundivum heeft een passieve betekenis.
e) Een relatieve aansluiting is een hoofdzin die begint met een betrekkelijk voornaamwoord (relativum). Het antecedent hiervan staat in de vorige zin.
a) Brittanicus zou zijn vermoord door Nero, omdat hij door de lofprijzingen van Agrippina een concurrent in hem zag.
b) Poppaea zette Nero tegen Agrippina op en probeerde hem over te halen, zijn moeder opzij te zetten en met haar (P) te trouwen.
c) Doordat de slavin Acerronia werd gedood terwijl zij uitriep dat ze Agripina was, werd het Agrippina duidelijk dat de schipbreuk een aanslag op haar (A’s) leven was.
d) Nero werd gefeliciteerd omdat met de dood van zijn moeder een aanslag op zijn eigen leven voorkomen zou zijn.
scribendus
scribenda
scribendum
nom ev
scribendus
scribenda
scribendum
gen
scribendi
scribendae
scribendi
dat
scribendo
scribendae
scribendo
acc
scribendum
scribendam
scribendum
abl
scribendo
scribenda
scribendo
nom mv
scribendi
scribendae
scribenda
gen
scribendorum
scribendarum
scribendorum
dat
scribendis
scribendis
scribendis
acc
scribendos
scribendas
scribenda
abl
scribendis
scribendis
scribendis
qui
quae
quod
nom ev
qui
quae
quod
gen
cuius
cuius
cuius
dat
cui
cui
cui
acc
quem
quam
quod
abl
quo
qua
quo
nom mv
qui
quae
quae
gen
quorum
quarum
quorum
dat
quibus
quibus
quibus
acc
quos
quas
quae
abl
quibus
quibus
quibus
a) zinsdeel dat deel uitmaakt van het gezegde, d.i. behoort bij het werkwoord ‘zijn’ of ‘worden’. Dit zinsdeel heeft altijd betrekking op het onderwerp. (bv De man is groot.)
b) Staat altijd in het onzijdig, is altijd naamwoordelijk deel van het gezegde. Je vertaalt het met ‘het/er/men moet ge.. worden’.
c) Het betrekkelijk voornaamwoord verwijst altijd naar een antecedent, het vormt het begin van een betrekkelijke bijzin of een relatieve aansluiting.
a) een gerundium is een zelfstandige bepaling, heeft alleen 3 uitgangen vh enkelvoud onzijdig en vertaal je actief; een gerundivum is bijvoeglijk, heeft dus álle naamvallen en getallen, congrueert en vertaal je passief.
b) een congruerend gerundivum is bijvoeglijk bij een genoemd zelfst nw (epistula scribenda = de te schrijven brief), een onpersoonlijk gerundivum congrueert met een niet altijd genoemd onzijdig ‘het/men/er’ (scribendum est = ER moet geschreven worden)
c) een betrekkelijke bijzin staat in of aan de hoofdzin, gescheiden met komma’s, je vertaalt met ‘die, dat, wie’ (puella, quam video, iucunda est=het meisje dat ik zie, is leuk) . De relatieve aansluiting is een losse hoofdzin die begint met een betrekkelijk voornaamwoord, dat je als persoonlijk of aanwijzend vertaalt (puella est iucunda. Quam video = Het meisje is leuk. Ik zie haar)
a) Vrouwen die met woorden bewapend zijn/Met woorden gewapende vrouwen moeten niet genegeerd worden.
b) De zee stortte zich over de kust door te stromen.
c) Poppaea viel bij Nero in de smaak. Zij wilde de moeder van Nero gif geven.
d) Nero twijfelde of Agrippina gedood moest worden.
e) Door het werk af te maken heeft de jongen het respect van zijn vader verworven.
f) Nadat zwaard en gif geprobeerd waren moest Agrippina door een hinderlaag gedood worden.
Tip: Vraag je bij -nd-vormen steeds af:
(Stap 1) behoort de -nd- tot de stam van het werkwoord? bv defendere -defendis⇒ dan is het een gewone persoonsvorm.
behoort de -nd- níet tot de stam, dan moet je dus onderzoeken of het een gerundium of gerundiVum is:
(Stap 2) congrueert de -nd-vorm met een ander woord in de zin?
Zo nee: dan is het OF gerundium, bepaal de naamval en vertaal die met het hele werkwoord (dus: necandi = genitivus⇒ van het doden)
OF onpersoonlijk gerundivum, hier staat dan vrijwel altijd een vorm van ESSE bij; vertaal met HET/MEN moet worden ge…(dus: dicendum est ⇒ HET moet worden gezegd)
Congrueert het wel? Dan is het een gerundiVum, ga door naar stap 3.
(Stap 3) Zoek uit waarmee het woord congrueert en in welke naamval en getal dit woord staat. Vertaal met ‘TE .. (hele werkwoord), OM TE .. (hele ww) of met ‘die moet worden ge…’ (dus: puellae hortandae lentiter ambulant⇒ de aan te sporen meisjes/de meisjes die aangespoord moeten worden lopen langzaam)Algemene vertaaltip: Als je een Latijnse zin niet direct overziet, is het raadzaam eerst de kern van de zin en de structuur van de zin vast te stellen. Dan heb je de belangrijkste informatie. Ga bij het vaststellen van de kern van de zin als volgt te werk:
(Stap 1) Lees de zin woord voor woord, van links naar rechts, totdat je bij de persoonsvorm (gezegde) komt (vaak achteraan). Benoem deze zo exact mogelijk. Noteer benoeming/betekenis eventueel in potlood erboven in de tekst.
(Stap 2) Uit de betekenis van de persoonsvorm leid je vervolgens gegevens af over de samenstelling van de zin: kun je alleen een onderwerp verwachten of ook een lijdend voorwerp en een meewerkend voorwerp?
(Stap 3) Zoek de noodzakelijke onderdelen (zie stap 2) in de zin en geef ze een vaste kleur OF schrijf boven het onderwerp/de nominativus een 1, de accusativus/het lijdend voorwerp een 2 en de meewerkend voorwerp/dativus een 3. NB Het onderwerp kan natuurlijk ook IN de persoonsvorm zitten!
(Stap 4) Vertaal nu de kernzin(nen) en daarna de aanvullingen.
a) Cluvius vertelt dat Agrippina zo graag de macht wilde behouden dat zij zich aanbood aan haar dronken zoon en tot incest bereid was.
b) iamque lasciva oscula aspicientibus servis; omdat slaven de hartstochtelijke zoenen al zagen/opmerkten.
c) pervulgatum esse incestum gloriante matre, nec toleraturos milites profani principis imperium (Nero begon zijn moeder te mijden) omdat het gerucht van incest verspreid was omdat zijn moeder opschepte, en de soldaten het gezag van een verdorven vorst niet zouden accepteren.
d) Postea mater defuncta templo et ceteris signis pietatis colenda erat; Later moest zijn overleden moeder worden geëerd met een tempel en andere tekenen van respect.
e) Uiteindelijk is gekozen voor een gearrangeerde schipbreuk, omdat vergif te verdacht was na de moord op Brittanicus, en een zwaard te moeilijk ivm bewaking.
f) intellegit = 3e ev ind perfectum act ⇒ hij begreep het snel/ineens; laudabat = 3e ev ind imperfectum act ⇒ hij prees haar steeds
g) Een voorbeeld van een gerundivum: retinendae r.1, vitandam r.6, colenda r.10: -nd-vormen, congruerend met een ander woord uit de zin.
h) Een voorbeeld van een gerundium: utendo r.9; het lijkt te congrueren maar dat is hier niet zo, de abl is afhankelijk van dubitans ⇒ twijfelen over het gebruik
i) Een voorbeeld van een relatieve aansluiting: Quae r.4
j) Senecam .. petivisse in r.4 is een AcI (met inf perf, dus voortijdig)
k) Een voorbeeld van een ablativus absolutus : aspicientibus servis OF gloriante matre, beiden met ppa dus gelijktijdig.
Tip: Maak aantekeningen in de tekst, vertaal eventueel wat zinnen op klad.
Lees de vragen goed, en zet blokhaken in de tekst om het betreffende stuk.
Ter Info de complete vertaling van het tekstje:
Cluvius vertelt dat Agrippina, begerig om haar macht te behouden, zo ver gegaan, dat zij, toen Nero door wijn en diner verhit begon te raken, zich bij herhaling aan haar dronken zoon aanbood, en tot incest bereid was; omdat zijn slaven reeds wellustige kussen bemerkten, zou Seneca tegen deze vrouwelijke verleidingskunsten hulp van een vrouw hebben ingeroepen. Zij, bezorgd om haar eigen precaire situatie en Nero's naam, waarschuwde hem , dat over de incest geroddeld was omdat Agrippina erover opschepte en dat de soldaten geen gezag van een verdorven keizer zouden dulden. Dus begreep Nero dat zij vermeden moest worden, en hij prees haar steeds als zij zich terugtrok in de tuinen of in Toscane, omdat zij van haar rust genoot. Ten slotte, menend dat zijn moeder het uiterste kwaad was, besloot hij haar te doden, terwijl hij twijfelde over het gebruiken van gif, zwaard of een ander(e vorm van) geweld.
Eerst beviel gif hem. Later moest zijn overleden moeder worden geeerd met een tempel en overige tekenen van respect.
Deze toets bestellen?
Voordeligst
Lidmaatschap ToetsMij
€ 12,99/mnd
Snel nog even wat toetsen oefenen? Kies dan onze meest flexibele optie.