a) 1 hoger 2 vroeger, vorig 3 hoger geplaatst, superieur
b) het past, is in overeenstemming met
c) 1 afwachten, wachten op 2 verwachten, hopen
d) te weinig
e) wijsheid, verstand
f) ppp van exponere; ten toon gesteld, blootgesteld
g) niemand
h) waarom
i) vallen, terechtkomen in
j) gesprek, conversatie
k) 1 dienen 2 slaaf zijn van
l) liever, eerder
m) verdienen
n) graag, met plezier
o) 1 werpen voor 2 voorwerpen, verwijten
a) Onbepaalde voornaamwoorden verwijzen naar vaag gebleven/niet met name genoemde, dus onbepaalde persoon/personen, begrip(pen) of voorwerp(en).
b) Bijvoorbeeld: iets, iemand, sommigen, een of ander.
c) Na si, nisi, num en ne, gaat ali niet met quis-je mee
d) Uter, neuter en alter hebben allemaal betrekking op twee personen/dingen (ze kunnen allemaal een vertaling met ‘beiden’ hebben)
e) Het zijn (hoofd-)telwoorden
a) Seneca was overtuigd Stoïcijn, d.i. aanhanger van de Stoa.
b) De stoa was in Athene de zuilengang waar de filosofen zich verzamelden.
c) Agrippina stelde Seneca aan om Nero tot keizer op te voeden.
d) * sapiens een wijs mens, die de complete filosofie van de Stoa heeft doorgrond* ratio de rede, het verstand, de logica => uitsluiting van emotie
* apatheia volstrekte emotieloosheid, afwezigheid van emotie
aliqui
aliqua
nom ev
aliqui
aliqua
gen
alicuius
alicuius
dat
alicui
alicui
acc
aliquem
aliquam
abl
aliquo
aliqua
nom mv
aliqui
aliquae
gen
aliquorum
aliquarum
dat
aliquibus
aliquibus
acc
aliquos
aliquas
abl
aliquibus
aliquibus
nemo
quisque
uter
nom
nemo
quisque
uter
gen
nullius
cuiusque
utrius
dat
nemini
cuique
utri
acc
neminem
quemque
utrum
abl
nullo
quoque
utro
a) genitivus ev mnl/vrl/onz
b) genitivus ev mnl/vrl/onz
c) accusativus ev vrl
d) dat/abl mv mnl/vrl/onz
e) ablativus ev mnl/onz
f) genitivus mv vrl
g) accusativus ev mnl/vrl
h) nom/abl ev vrl
a) een persoonlijk voornaamwoord duidt duidelijk een bekend/eerder genoemd persoon/ding aan, een onbepaald voornaamwoord laat in het midden over wie/wat het precies gaat.
b) Omdat unus altijd maar over 1 persoon/ding gaat, en dus nooit meervoud kan zijn. Duo (2) en tres (3) kunnen juist nooit over slechts 1 gaan.
c) Na (ni)si wordt aliquis quis, en zou je het dus met een vragend of betrekkelijk voornaamwoord kunnen verwarren.
d) Quisque betekent ieder, wat al een inhoudelijk meervoud is, je kunt het niet nog eens in meervoud zetten.
a) Seneca vond, dat de emoties van de andere aanwezigen bij zo’n schouwspel aanstekelijk waren en dus een bedreiging vormden voor de apatheia.
b) Nero was juist zeer emotioneel en gegrepen door ‘lusten’, de hoop was dat asl hij leerde volgens verstand te leven en lusten te beteugelen, hij een evenwichtiger leider zou worden (of woorden van gelijke strekking).
c) Alle mensen zijn speelbal van het lot, het gaat erom hoe je je leven leidt (al dan niet volgens de ratio), niet hoe je geboren bent.
d) De rust van Seneca kwam voort uit apatheia: acceptatie zonder angst,verdriet, boosheid etc
a) Deze werkwoorden staan in de imperativus ev.
b) Doe dit, mijn (beste) Lucilius: verzamel en bescherm/bewaar de tijd die tot nog toe of werd weggenomen of vergleed. Overtuig jezelf dat dit zo(danig) is (zo)als ik schrijf: sommige tijden worden van ons geroofd, sommigen stiekem weggemoffeld, sommigen stromen weg. Het droevigst echter is de verspilling die door onoplettendheid gebeurt.
En/Ook als je wilde opletten, verglijdt een groot deel van het leven terwijl wij slecht handelen, een zeer groot deel terwijl wij niets doen, het hele leven terwijl we iets onbelangrijks doen.
c) aliquae al.1, aliquod al. 2
d) nobis male agentibus al.1 r.4; terwijl wij slecht handelen/doen.
e) hoc .. esse r.2 gelijktijdig (want inf praes); se ..mori al.2 gelijktijdig (want inf praes); se .. debere al.3 (want inf praes)
f) elabitur => elabor = verglijden, (uitsluitend) passieve vorm, actieve betekenis; idem mori in al. 2
g) ponat, aestimet en intellegat zijn coniunctivi (pr act) van de afhankelijke vraag.
h) uter nostrum elk van ons beiden ⇒ Seneca en de adressant Lucilius.
i) Dum differtur vita effugit: Terwijl het wordt uitgesteld ontvlucht het leven.
j) Zo groot is de stupiditeit van de mens/mensen, dat de dingen die het kleinst en minderwaardigst zijn, het meest waard worden geschat, maar niemand/niemand echter oordeelt dat hij iets verschuldigd is die tijd ontvangen heeft, wanneer/terwijl dat het ene/enige is wat geen enkele man kan terugbetalen.
k) In deze brief stelt Seneca dat je zuinig moet zijn op de tijd die je gegund is omdat het leven voorbij raast en je elk moment kan ontglippen. Tijd is dus het meest waardevolle wat je krijgt. In de Stoa gaat het ook om leven met wat je hebt, soberheid en leven met je verstand (ratio), geen waarde hechten aan nutteloze zaken als geld en pleziertjes (het aliud leve, minima et vilissima) {of woorden van gelijke strekking}.
Tip: Maak aantekeningen in de tekst, vertaal eventueel wat zinnen op klad.
Lees de vragen goed, en zet blokhaken in de tekst om het betreffende stuk.
Algemene vertaaltip: Als je een Latijnse zin niet direct overziet, is het raadzaam eerst de kern van de zin en de structuur van de zin vast te stellen. Dan heb je de belangrijkste informatie. Ga bij het vaststellen van de kern van de zin als volgt te werk:
(Stap 1) Lees de zin woord voor woord, van links naar rechts, totdat je bij de persoonsvorm (gezegde) komt (vaak achteraan). Benoem deze zo exact mogelijk. Noteer benoeming/betekenis eventueel in potlood erboven in de tekst.
(Stap 2) Uit de betekenis van de persoonsvorm leid je vervolgens gegevens af over de samenstelling van de zin: kun je alleen een onderwerp verwachten of ook een lijdend voorwerp en een meewerkend voorwerp?
(Stap 3) Zoek de noodzakelijke onderdelen (zie stap 2) in de zin en geef ze een vaste kleur OF schrijf boven het onderwerp/de nominativus een 1, de accusativus/het lijdend voorwerp een 2 en de meewerkend voorwerp/dativus een 3. NB Het onderwerp kan natuurlijk ook IN de persoonsvorm zitten!
(Stap 4) Vertaal nu de kernzin(nen) en daarna de aanvullingen.
Houd hierbij rekening met alle mogelijke constructies (abl.abs., aci, nd-vormen) en of je ze voortijdig, natijdig of gelijktijdig moet vertalen!
Zie ook blz 147 -148 van Disco 2.
Ter info: de complete vertaling van de tekst.
Seneca groet zijn vriend Lucilius
1] Doe dit, mijn (beste) Lucilius: verzamel en bescherm/bewaar de tijd die tot nog toe of werd weggenomen of vergleed. Overtuig jezelf dat dit zo(danig) is (zo)als ik schrijf: sommige tijden worden van ons geroofd, sommigen stiekem weggemoffeld, sommigen stromen weg. Het droevigst echter is de verspilling die door onoplettendheid gebeurt.
En/Ook als je wilde opletten, verglijdt een groot deel van het leven terwijl wij slecht handelen, een zeer groot deel terwijl wij niets doen, het hele leven terwijl we iets onbelangrijks doen. 2] Wie zul jij mij noemen die enige prijs op tijd stijlt, die de dag op waarde schat, die begrijpt dat hij dagelijks sterft? Want hierin wordt elk van ons beiden misleid, dat wij naar de gehele dood vooruitkijken: een groot deel ervan gaat al voorbij; alles wat voorbijgegaan is (al het voorbijgegane) houdt de dood.
3] Terwijl het wordt uitgesteld ontvlucht het leven. Alles is (ons) vreemd (is van een ander), Lucilius, alleen de tijd/de tijd als enige is van ons; de natuur stuurde ons naar het bezit van dit ene vluchtige leven, waaruit wie dan ook (ons) kan verdrijven.
Zo groot is de stupiditeit van de mens/mensen, dat de dingen die het kleinst en minderwaardigst zijn, het meest waard worden geschat, maar niemand/niemand echter oordeelt dat hij iets verschuldigd is die tijd ontvangen heeft, wanneer/terwijl dat het ene/enige is wat geen enkele man kan terugbetalen.
Deze toets bestellen?
Voordeligst
Lidmaatschap ToetsMij
€ 12,99/mnd
Snel nog even wat toetsen oefenen? Kies dan onze meest flexibele optie.