Stepping Stones 7e ed - Hoofdstuk 2 - Health oefentoetsen & antwoorden

a. to be under the weather (TW) b.(ver)minderen (TW) c. pressure (A) d. enable (C) e. beperken (F) f. brain (F) g. verteren (G) h. to suffer (TW) i. promise (A) j. opnemen (C) k. harmful (G) l.  waiting room (TW) m.  distinct (G) n.  uitstekend (A) o.  ingenieur (C) p.  mazelen (G) q.  verlichten (F) r.  bend (A) s.  rapidly (C) t.  actually (F) a.  I have a small bruise, it’s nothing serious. (Stone 4) b. I have bumped my head on the cupboard and now I’ve got a bruise. (Stone 5) c.  Just relax and don’t make it bigger than it is. (Stone 6) d. What were you doing when the accident happened? (Stone 5) e. Marit has got a terrible headache. (Stone 4) f.  If I were you, I’d take it easy for a couple of days. (Stone 6) a. My sister has cleaned the windows, now I can actually see through them. b. I have passed my driver’s test, now I am allowed to borrow my dad’s car. c. Hank and Suzy have danced together for thirteen years. d. Have you already seen the new timetable?  e. She has not done all of her homework yet. f. We cannot go to grandma until you have finished tidying your room. g. I have shot many pictures during our vacation. h. Nina has always wanted to visit New York city. i. Kyle and Jennifer have worked together for three weeks now. j. Since the invention of the mobile phone, social life has changed. a.  I have never learned how to ride a horse, I am not able to ride one. b.  You should not eat too much fast-food. c.  Can/Could I help you with something? d. She can jump over six feet, I have seen her do it before. e.  Do you know we first have to introduce ourselves on the forum? f. Can you tell me what I have to take with me? g.  I should first do my homework, else I cannot go to my soccer training. h. They could talk for hours when they first started dating. a. Wanneer iets in het verleden begonnen is en nog bezig is óf wanneer het resultaat nu nog belangrijk is. b. Bij “I have worked there for three months” werk je er  nog steeds. Bij “I worked there for three months.” werk je nu niet meer daar. c. My grandmother has always loved dancing, even since she was a little girl. a.  Nooit; I have never met the Queen of England. b.  onlangs; They have recently been to an amusement park, it was amazing.  c. Sinds; Since we have discovered the secret code to that game, we cannot stop playing. d. Net; I have just met each other for the first time. e.  Tot nog toe; I have never thought about that until now.  Tip: Er zijn natuurlijk meerdere varianten te bedenken op bovenstaande voorbeeldzinnen. Dit zijn slechts suggesties. Let erop dat je onderwerp aansluit bij je persoonsvorm. Is het he/she/it, dan krijg je has. Bij de andere onderwerpen krijg je have. Na have komt het voltooid deelwoord (past participle), dit kan het werkwoord met -ed zijn of de derde vorm van je irregular verbs. Let verder op waar je bepaling van frequentie of tijd in de zin staat. Klopt dit met de voorbeeldzinnen? a. De boerderij van je overgrootouders was op dat moment in hun bezit, dat is verleden tijd. Je grootmoeder vertelt hier echter nog steeds verhalen over, al sinds je klein bent. Dus krijg je een present perfect. Antwoord: My grandmother’s parents owned a farm, she has told stories about it since I was a little boy.  b. Het moment dat Jamie’s broer het vertelde is op een bepaald moment in het verleden (afgerond dus past simple). Hij vindt je echter al een hele lange tijd leuk (en nog steeds) dus krijg je present perfect. Antwoord:   Jamie’s  brother told me that he has liked me for ages.  c. De zomer van 2020 is een tijdsbepaling in het verleden vandaar dat je de past simple krijgt. je leert er nu over in de klas, dat heeft effect op nu dus krijg je de present perfect. Antwoord:  In the summer of 2020, there was a big news item on healthcare. We have learned about it in class.  d. Het moment dat Sammy het geschreven had was op school en dus in de past simple. Ze is ooit begonnen met het idee om de Mount Everest te beklimmen en dat wil ze nog steeds vandaar dat je hier de present perfect krijgt. Antwoord:  At school, Sammy wrote a story about how she has always wanted to climb Mount Everest. e. Je hebt al vele boeken erover gelezen, maar bent daar waarschijnlijk nog niet klaar mee. Bovendien heeft het invloed op nu, je neemt alle kennis uit die boeken mee. Het tweede gedeelte is meer een uitdrukking; ik zou niet zeggen dat. Antwoord:     I have read many books on chemistry, but I would not say I am an expert. a. Je bent aan het vertellen dat je iets aan het doen wat toen iets anders gebeurde. Dat wat je aan het doen was krijgt de past continuous en de actie die tussendoor komt krijgt de past simple. Antwoord: I was cycling to school when I bumped into someone.  b. Je buikpijn en zere keel begonnen gisteren en daar heb je nog steeds last van. In dat geval krijg je een present perfect (has had). Let op stomach ache schrijf je als twee losse woorden. Let ook op de spelling van throat. De tijdsbepaling komt aan het einde van de zin. Antwoord: He has had a stomach ache and a sore throat since yesterday. c.  Ondanks dat Michael zich misschien nu nog steeds zo voelt, gaat het over hoe hij zich voelde op het moment dat hij het jou vertelde. Vandaar dat alle persoonsvormen in deze zin in de past simple zijn. Antwoord: Michael told me that he was a bit under the weather/ feeling so-so, he had a runny nose and looked pale. d.  Het gaat hier om een advies wat gegeven wordt in de gebiedende wijs. Je zou hiervoor ook ‘you should…’ toe kunnen voegen. Antwoord: Just exhale/breath out and avoid stress. e. GP is een afkorting en staat voor general practitioner. Let op; doctor is geen goede vertaling voor huisarts. Het advies is op dat moment gegeven vandaar dat dit in de past simple staat. Na adviseren krijg je ‘to’, dit hoort als vaste combinatie bij elkaar. Je adviseert namelijk iets. Na to komt vervolgens het hele werkwoord (stop). Smoking is hier gebruikt als zelfstandig naamwoord (noun), dit noem je de gerund. Antwoord: The GP advised me to stop smoking.