Sprekend Verleden 6e ed - Hoofdstuk 2 - De Tweede Wereldoorlog oefentoetsen & antwoorden

a. Anschluss (1): De inlijving van Oostenrijk in 1938. b. Niet-Aanvalsverdrag (1): Overeenkomst tussen de SU en Duitsland waarbij ze afspraken dat ze elkaar niet zouden aanvallen en dat ze beide een deel van Polen zouden overnemen. c. Tribunaal van Neurenberg (3): Oorlogstribunaal waar na afloop van WOII de belangrijkste nazi-leiders berecht werden.  d. Rijkscommissaris (4): De hoogste gezagsdrager in Nederland tijdens de Duitse bezetting. e. Nationaal-Socialistische Beweging (4): Nederlandse fascistische partij onder leiding van Mussert. f. Nederlandse Unie (4): Politieke organisatie in Nederland die tijdens WOII met de Duitse bezetter wilde samenwerken zonder fascistisch te worden. g. Radio Oranje (4): Radio uitzendingen vanuit Londen tijdens WOII, gerichte op het bezette Nederland. h. Februaristaking (4): Staking in 1941 in Amsterdam tegen de anti-Joose maatregelen van de Duitse bezetter. i. Rijksradio (4): De Nederlandse Omroep, door de bezetter opgericht in maart 1941 in plaats van de reguliere omroeporganisaties. j. Spoorwegstaking (4): Grote staking in 1944 in Nederland met het doel de opmars van de Geallieerden te helpen door verbindingslijnen van het Duitse leger te hinderen. k. Market Garden (4): Mislukte militaire operatie in september 1944 om bij Arnhem de brug over de Rijn te veroveren. l. Hongerwinter (4): De winter van 1944-1945 waarbij in de grote steden in Nederland ongeveer 15.000 mensen door voedselgebrek om het leven kwamen. m. Collaborateurs (5): Mensen die tijdens WOII met de Duitsers samenwerkten.   De juiste combinaties zijn: 1V, 2VI, 3III, 4I, 5II, 6IV a. Een goed antwoord bevat de volgende elementen: Adolf Hitler was een Duitse politicus die WOII startte en was leider van de NSDAP en onder zijn leiding werden 6 miljoen Joden en anderen vermoord. b. Een goed antwoord bevat de volgende elementen: Benito Mussolini was een Italiaanse politicus en was leider van fascistisch Italie tussen de jaren ’25 en ’43. c. Een goed antwoord bevat de volgende elementen: Neville Chamberlain was een Britse politicus en verantwoordelijk voor de ‘vrede’ die hij sloot met Hitler tijdens de bijeenkomst in Munchen in 1938. d. Een goed antwoord bevat de volgende elementen: Franklin Roosevelt was een Amerikaanse president en vocht tegen Hitler tijdens WOII. e. Een goed antwoord bevat de volgende elementen: Josef Stalin was de communistische leider van de SU en vocht tegen Hitler tijdens WOII. f. Een goed antwoord bevat de volgende elementen: Arthur Seys-Inquart was een Oostenrijkse nazipoliticus en bestuurde Nederland tijdens de Duitse bezetting.   De juiste volgorde is: 2. Chamberlain is trots op het verdrag dat hij sloot met Hitler in Munchen. 3. Polen wordt vanuit het westen en oosten aangevallen, de Tweede Wereldoorlog is begonnen. 6. Rotterdam wordt gebombardeerd door de Duitse Luftwaffe. 1. Nederlands-Indië wordt aangevallen door Japanse troepen. 5. Geallieerde troepen stormen de stranden van Normandië op. 4. Op Nagasaki valt een atoombom. In het verdrag van Versailles werd Duitsland erg zwaar gestrafd. Sommige historici beweren dat Duitsland zo hard bestrafd werd dat ze wel wraak zouden willen nemen op de landen die het verdrag gesloten hadden. Daarmee zou het een oorzaak zijn voor WOII. Door de inzet van de Blitzkrieg tactiek was er niet 1 front waar op gevochten werd. De tactiek houdt namelijk in dat je bepaalde plekken heel gericht aanvalt.  Daarmee werd WOII dus een bewegingsoorlog. Alle landen die meededen aan WOII zetten propaganda in om de eigen bevolking positief te houden over de strijd. Ook zetten zij dit in om de vijand negatief af te schilderen.   Nederland kon niet neutraal blijven omdat Duitsland deze neutraliteit niet respecteerde.  Een land kan enkel neutraal blijven als je niet aangevallen wordt door een ander land. Duitsland wilde Engeland veroveren en dan was Nederland handig om ook in bezit te hebben. Door de oproep voor de Arbeitseinsatz gingen meer mensen in het verzet omdat zij niet wilden meewerken aan de Duitse oorlogsindustrie. Zij doken onder of gingen actief in verzet tegen de Duitse regering.   Door WOII ontstaat er minder controle in de koloniën van de West-Europese landen. Deze landen focussen zich meer op hun eigen gebied in Europa dan daar buiten. Dit biedt kansen voor nationalistische groeperingen om hun eigen organisaties op te richten of de onafhankelijkheid uit te roepen. De gebeurtenis die wordt uitgebeeld is het verdrag tussen Hitler en Stalin, gesloten in 1939. De tekenaar weet niet of dit een goed huwelijk is, aangezien hij zich afvraagt hoe lang de huwelijksreis zal duren. Dit is niet heel positief, daarom twijfelt hij aan het huwelijk.   De vrouwen werden kaalgeschoren zodat iedereen kon zien dat zij fout geweest waren tijdens de oorlog. Op deze manier werden hun zonden tijdens de oorlog nog duidelijker.     Er twijfelden ook mensen aan het Tribunaal van Neurenberg omdat zij vonden dat de overwinnaars zelf ook oorlogsmisdaden hadden begaan. Daarmee zouden ze wellicht niet objectief zijn en de nazi’s en Japanners zwaarder straffen.