Sprekend Verleden 6e ed - Hoofdstuk 1 - De Eerste Wereldoorlog, democratie en fascisme oefentoetsen & antwoorden

a. Centralen (1): Duitsland en Oostenrijk Hongarije die tijdens WOI tegen de Geallieerden vochten. b. Geallieerden (1): Alle landen die tegen Duitsland en zijn bondgenoten vochten. c. Totale oorlog (2): Oorlog waarbij niet alleen de militairen maar ook burgers doelwit zijn en waarbij de burgers in alle andere opzichten bij de oorlog betrokken zijn. d. Verdrag van Versailles (2): Het vredesverdag dat gesloten werd na WOI. e. Fascisme (3): Politieke stroming die tegen de parlementaire democratie is. f. Nationaal-socialisme (3): Fascistische stroming in Duitsland/ g. Rassenleer (3): Opvattingen over ongelijkheid van etnische groepen in de wereld. h. Gelijkschakeling (3): Het opbouwen van een volksgemeenschap in Duitsland onder leiding van Hitler door mensen bijeen te brengen bij nationaal-socialistische groeperingen en door het beheersen van de media. i. Hitlerjugend (3): Nationaal-socialistische jeugdorganisatie in Duitsland, waar alle jongens verplicht lid van waren. j. Bund Deutscher Mädel (3): Meisjesafdeling van de Hitlerjugend. k. Rijkscultuurkamer (3): Organisatie in het Derde Rijk waarvan ieder die werkzaam was bij de media of de kunst lid moest zijn. l. Neurenberger Rassenwetten (3): Wetten die Joden het staatburgerschap ontnemen en huwelijken tussen Joden en niet-Joden verboden. m. Einsatzgruppen (3): Speciale eenheden van de SS die in de veroverde Russische gebieden tot taak hadden Joden dood te schieten. n. Concentratiekampen (4): Gevangenkampen waarin gevangenen opgesloten werden. o. Vernietigingskampen (4): Door de Duitsers in WOII opgerichte concentratiekampen met het doel zoveel mogelijk Joden en zigeuners te vermoorden.  De juiste combinaties zijn: 1V, 2VI, 3III, 4IV, 5II, 6I.  a. Een goed antwoord bevat de volgende elementen: Frans-Ferdinand was troonopvolger in Oostenrijk-Hongarije en werd neergeschoten in 1914, waarna WOI uitbrak. b. Een goed antwoord bevat de volgende elementen: Benito Mussolini was een Italiaanse politicus en was leider van fascistisch Italie tussen de jaren ’25 en ’43. c. Een goed antwoord bevat de volgende elementen: Adolf Hitler was een Duitse politicus die WOII startte en was leider van de NSDAP en onder zijn leiding werden 6 miljoen Joden en anderen vermoord. d. Een goed antwoord bevat de volgende elementen: Leni Riefenstahl was een Duitse filmmaker en werd ingezet om Hitlers propaganda te verfilmen. e. Een goed antwoord bevat de volgende elementen: Joseph Goebbels was een Duitse politicus en als minister van Propaganda verantwoordelijk voor de propaganda van het Duitse Rijk.  De juiste volgorde is: 1. In Sarajevo wordt Frans-Ferdinand vermoord. (1914) 3. Russische communisten sluiten vrede met Duitsland en Oostenrijk-Hongarije. (1918) 2. De Vrede van Versailles wordt gesloten. (1919) 4. Mussolini wordt president van Italië. (1925) 5. Adolf Hitler wordt gekozen tot rijkskanselier van Duitsland. (1933) 6. Vanaf dit moment worden er vernietigingskampen gebruikt om de Joodse bevolking uit te roeien. (1941) Nationalisme komt in 2 vormen. 1. Het betekent dat je erg trots bent op je eigen land en dat je je eigen land het beste vind. Daarmee vind je andere landen ook minder dan de jouwe. 2. Als je geen eigen land hebt, dan wil je graag een eigen land stichten. Nationalisme kan op meerdere manieren aangewezen worden als oorzaak van WOI.  1. Servië wil een groter land en daarom vermoordt een Servische nationalist de Oostenrijks-Hongaarse kroonprins. Dat zorgt uiteindelijk voor WOI. 2. De landen in Europa voelen zich beter dan de ander, en daarom willen ze oorlog om te laten zien hoe sterk ze zijn.   1. Om jezelf beter te laten lijken. Je beeldt jezelf erg positief af. 2. Om de vijand negatiever te laten lijken. Daarmee lijkt je zelf automatisch beter.   Tijdens de industriele revolutie werden nieuwe, krachtigere, wapens gemaakt, zoals de mitrailleur. Daardoor was het mogelijk om sneller grote groepen mensen te vermoorden. De militaire tactiek bleef achter bij de nieuwe wapens. Men rende nog steeds op elkaar af, maar door de nieuwe wapens was dit amper succesvol. Vanwege deze twee redenen waren er veel slachtoffers tijdens WOII te betreuren.   Een goed antwoord bevat twee van de volgende elementen: De economische crises van 1923 en 1929. Daardoor raakten veel mensen in economisch zwaar weer omdat ze werkloos raakten. Ook was spaargeld nauwelijks meer wat waard. Daardoor verloren mensen het vertrouwen in de regering. Er waren groepen die tegen de democratie waren, waaronder de conservatieven en communisten. Daardoor was het lastig besturen. Socialisten en katholieken wantrouwden elkaar, waardoor ze niet met elkaar samenwerkten.  Door de ontevredenheid waren mensen geneigd om fascistische partijen te steunen.   De Rijkscultuurkamer had als doel om alle mensen die werkzaam waren in de media of kunst hetzelfde verhaal te laten vertellen. Afwijkende meningen werden op deze manier gefilterd. Bij de gelijkschakeling wilde Hitler de denkwijze van mensen beheersen. Door ze verplicht te laten deelnemen in allerlei nazi-organisaties werd deze mening aan hen opgedrongen.  Die beheersing ging door middel van de media. Alle mensen die werkzaam waren in de media zaten ook in de Rijkscultuurkamer.  Daarom past de instelling van de Rijkscultuurkamer bij de gelijkschakeling.  In de Neurenberger Rassenwetten staat dat Joden niet meer met niet-Joden mochten trouwen.  Daardoor vermengde het Arische ras niet meer met Joodse ras en bleef het ras zuiver. De oorzaak die zichtbaar is zijn de bondgenootschappen.  Je ziet namelijk dat telkens een ‘vriendje’ komt helpen als zijn bondgenoot aangevallen wordt.   De bedoeling van de OSS is om Hitler negatief af te schilderen. Daarom hebben ze hem als een doodskop neergezet. Ze kiezen voor een postzegel omdat ze dan een groot bereik hebben onder de Amerikaanse bevolking. Veel mensen gebruikten postzegels en door continu Hitler negatief afgeschilderd te zien, werd hun mening beinvloed.    In de bron schrijft Hitler negatief over een Joodse jongen. (hij zegt dat de Joodse jongen satanische, dus als de duivel, vreugde op zijn gezicht heeft. Ook zegt hij dat hij meisjes/vrouwen bederft, wat negatief is.)  Omdat hij Joden als minderwaardig beschouwd komt de Rassenleer terug. Die gaat uit van een ongelijkheid van etnische groeperingen. De rassenleer komt terug in de nationaal-socialistische ideologie.