Biologie voor Jou 7e ed deel A - Thema 1 - Organen en cellen oefentoetsen & antwoorden

a) Alle omzettingen van stoffen in een organisme noem je stofwisseling. b) Ja, elk organisme heeft een levensloop. c) Een groep cellen met dezelfde bouw en functie noem je een weefsel. d) De borst- en buikholte worden gescheiden door het middenrif. e) Aan het boveneind van de tubus zit het oculair. f) De objectieven zitten vast in de revolver. g) Intercellulaire ruimtes zijn gevuld met water of lucht. h) De kern regelt alles wat er in de cel gebeurt. i) Een lichaamscel van een mens bevat 46 chromosomen. j) Voorafgaand aan de deling wordt van elk DNA molecuul een kopie gemaakt. k) Vlak na de deling worden beide cellen groter door plasmagroei. l) Nee, met 1 proef kun je maximaal 1 factor onderzoeken, dus temperatuur OF licht.   a) De longslagader loopt niet door het middenrif, want zowel hart als longen zitten in de borstholte. b) De aorta loopt wel door het middenrif, want die gaat ook naar organen in de buikholte.   Je tong is een spier, dit is dus spierweefsel. De totale vergroting is 15 x 20 = 300x   a) Nummer 7 = vacuole b) Nummer 4 = celwand c) De kern is nummer 2   Een geslachtscel van een mens heeft 23 chromosomen. Dit zijn veel minder chromosomen (16), dus het is niet een geslachtscel van een mens.   Het DNA is dan al gekopieerd, want pas daarna gaan de chromosomen spiraliseren en worden ze zichtbaar.   Je kunt geen goede conclusies trekken. Je hebt 2 factoren tegelijk onderzocht.  Je weet dan niet welke factor welke invloed op de zang heeft gehad.   Hij kan het best de grootste vergroting gebruiken, dus het oculair van 10x en het objectief van 100x.   a) Deze cel kan niet afkomstig zijn van een kikker omdat: er bladgroenkorrels te zien zijn en dieren hebben dat niet. er celwanden te zien zijn en dieren hebben dat niet. b) De kern is niet te zien.   Als veel cellen in een mitose stadium zitten is het snel groeiend weefsel, er komen veel cellen bij. Het zijn dan waarschijnlijk bloemknoppen in de lente, die groeien juist dan sterk uit.  Wortelpunten groeien in de herfst nauwelijks omdat de boom dan weinig water en mineralen nodig heeft.    a) Hij is vergeten om een controlegroep te maken. b) Hij had ook 100 koeien voer zonder hormonen moeten geven. Nu kan hij zijn onderzoeksvraag niet goed beantwoorden, want hij heeft geen vergelijkingsmateriaal.