Biologie voor Jou 7e ed deel A - Thema 2 - Voortplanting en ontwikkeling oefentoetsen & antwoorden

a) In de bijballen worden zaadcellen tijdelijk opgeslagen. b) Sperma bestaat uit zaadcellen, vocht en voedingsstoffen. c) In de clitoris liggen veel zintuigcellen. d) De celdeling waarbij geslachtscellen worden gemaakt noem je de reductiedeling. e) In een eicel zitten 23 chromosomen. f) Eicellen rijpen in de follikels onder invloed van een hypofysehormoon. g) Na de ovulatie ontstaat uit de follikel het gele lichaam. h) De de eerste paar weken krijgt het embryo zuurstof en voedingsstoffen via bloedvaten in de navelstreng en de placenta. i) In de navelstrengader stroomt het bloed van de placenta naar het embryo. j) De nageboorte duurt meestal het kortst. k) De eerste fase van de geboorte heet de ontsluiting. l) Chlamydia wordt veroorzaakt door bacteriën. m) Candida wordt veroorzaakt door een schimmel en kan dus niet worden bestreden met antibiotica. n) Ja, een vrouw heeft gewoon nog zin in seks na een sterilisatie. o) Een gesteriliseerde man produceert nog wel sperma, maar er zitten geen zaadcellen meer in. p) Iemand die zowel op mannen als vrouwen valt noem je biseksueel.   De volgende nummers hebben niet te maken met voortplanting: 1-2-8-9-14   De kleine schaamlippen maken normaal gesproken slijm, zodat de penis makkelijker naar binnen glijdt. Als dat niet meer gemaakt wordt, kan de seks wat lastiger zijn. Een glijmiddel kan dit probleem oplossen.   In lichaamscellen komen de chromosomen in paren voor, dus dat kan alleen maar een even aantal zijn Als een cel 45 chromosomen bevat, kan dat alleen maar een geslachtscel zijn.    a) Nummer 4 is de ovulatie. b) Nummer 5 is het gele lichaam. c) Nummer 3 is de rijpe follikel. d) De eicel komt na de eisprong in de eileider terecht.   Als de eicel bevrucht wordt, blijft het gele lichaam een tijd in stand. In afbeelding 2 verdwijnt het gele lichaam, dus de eicel is niet bevrucht.   a) De drieling is ontstaan uit 3 eicellen. b) De drieling is ontstaan uit 3 zaadcellen.   Deze jongeren zijn waarschijnlijk geboren met het virus omdat hun moeder aids heeft.   Door hormonen in het spiraaltje komt er geen bevruchting. Door het koperdraadje beschadigen de zaadcellen.   De clitoris is te vergelijken met de eikel. De clitoris en de eikel bevatten zintuigcellen die bij prikkeling kunnen leiden tot een orgasme.   De openingen van een meisje zijn van achter naar voor: anus - vagina - urinebuis.   a) De 4 ontstane cellen zijn geslachtscellen omdat er in elke cel maar 2 chromosomen zitten in plaats van 4. b) Deze deling heet meiose of reductiedeling.   a) Dit orgaantje is de hypofyse b) Hormonen uit de hypofyse zorgen voor de het begin van de puberteit. De kern van de eicel en de spermacel zijn nog niet versmolten. Er heeft dus nog geen bevruchting plaatsgevonden   a) Dit zijn slagaders b) Het bloed stroomt hierin van het embryo naar de placenta. c) Dit bloed bevat veel afvalstoffen. Iemand die seropositief is, is besmet met het aidsvirus. Je kunt dan nog heel gezond zijn. Pas als je ziekteverschijnselen krijgt, heb je aids.   Als ze een regelmatige cyclus heeft, is ze inderdaad niet in haar vruchtbare dagen. Maar haar ovulatie kan best een keer wat later plaats vinden, waardoor ze onverwacht toch zwanger kan worden.