Pincode 7e ed/FLEX - Hoofdstuk 6 - Productie en markt oefentoetsen & antwoorden

Bij een kapitaalintensieve productie wordt er tijdens het productieproces vooral gebruik gemaakt van machines. Er worden weinig mensen ingezet.  Bij een arbeidsproductieve productie wordt er tijdens het productieproces vooral gebruik gemaakt van menselijke arbeid. Er zijn weinig machines betrokken.    De prijs die consumenten in de winkel betalen noemen we de consumentenprijs. Tip: de prijs die de consumenten in de winkel betalen is de prijs inclusief btw.    Afzet is het aantal producten dat een bedrijf in een bepaalde periode verkoopt.    Bedrijfskosten zijn de kosten die een bedrijf maakt voor de productie, die zij zelf moeten betalen.  Maatschappelijke kosten zijn kosten die een bedrijf maakt voor de productie, waar de samenleving aan meebetaald. Om de samenleving niet teveel te laten betalen wil een bedrijf maatschappelijk verantwoord ondernemen. Dat betekent dat er tijdens de productie zo min mogelijk kosten worden gemaakt en dat er rekening wordt gehouden met de schade voor de samenleving.  Productiefactor Voorbeeld Natuur Lucht, grondstoffen Arbeid Lichamelijke inspanning, geestelijke inspanning tijdens produceren Kapitaal  Machines, gereedschappen Ondernemerschap Denkwerk, risico’s nemen   € 1,99 - € 1,29 = € 0,70 Tip: Kijk naar de prijs waarvoor het product de broodfabriek is ingekomen en waarvoor het de fabriek weer verlaat.    € 12,99 x 15 = € 194,85 Tip: omzet is het bedrag dat wordt verdiend met de verkoop van producten.   Drie van de volgende: Technologische ontwikkelingen: mechanisatie of automatisering zorgt ervoor dat de productie zal versnellen.  Arbeidsverdeling / specialisatie: wanneer iedere werknemer doet waarin hij/zij goed is zal de productie versnellen.  Scholing: als werknemers geschoold zijn en veel kennis hebben zal het productieproces sneller gaan.  Prestatieloon: wanneer sneller werken wordt beloond met bijvoorbeeld extra geld, zijn werknemers bereid harder te werken. Arbeidsomstandigheden verbeteren: wanneer bijvoorbeeld de sfeer op de werkvloer erg goed is zullen werknemers harder werken. Tip: arbeidsproductiviteit is de hoeveelheid producten die iemand in een bepaalde periode kan produceren.    (€ 20 000 - € 4 500 ) : 15 = € 1 033,33 Tip: afschrijving per jaar bereken je door de restwaarde van de aanschafwaarde af te halen. Vervolgens deel je deze kosten door het aantal jaren dat het product is gebruikt.  a) 1 000 000 + 800 000 + 350 000 + 525 000 + 400 000 = 3 075 00 telefoons b) (800 000 : 3 075 000) x 100% = 26% Tip: bereken het percentage door de telefoons van Samsung te delen door het totale aantal telefoons.   a) € 6 500 : 100 x 135 = € 8 775 Tip: verkoopprijs = inkoopprijs + brutowinstmarge b) € 8 775 : 100 x 121 = € 10 617,75 Tip: consumentenprijs = verkoopprijs + btw a)  € 2,50 x 550 = € 1375 omzet € 1,20 x 550 = € 660 inkoopwaarde € 1375 - € 660 = € 715 brutowinst € 715 - € 200 = € 515 nettoresultaat Tip: omzet - inkoopwaarde = brutowinst - bedrijfskosten = nettowinst b)  Wanneer de inkoopprijs stijgt, stijgt ook de inkoopwaarde. Als de omzet gelijk blijft en de inkoopwaarde stijgt, hebben we een lagere brutowinst. De bedrijfskosten blijven ook gelijk, maar door een lagere brutowinst zal het nettoresultaat ook zakken. Tip: beschrijf eerst het effect op de inkoopwaarde, daarna op de brutowinst en tot slot het effect op het nettoresultaat.    In totaal zijn er 7 250 telefoonhoesjes gemaakt door 25 personen in 5 dagen. Dat betekent dat er 7 250 : 25 = 290 telefoonhoesjes per persoon zijn gemaakt in 5 dagen. 290 : 5 = 58 telefoonhoesjes per persoon per dag.