Economisch Bekeken deel A+B - Hoofdstuk 2 - Thuis en buitenshuis oefentoetsen & antwoorden

- a) Een consument kan wat hij mist zelf produceren of hij kan het kopen.
- b) Basisbehoeften zijn noodzakelijke behoeften zoals eten/drinken, woning (onderdak), kleding en gezondheidszorg. Luxebehoeften zijn zaken die het leven aangenamer maken zoals vakantie, auto of dingen die je koopt voor je hobby.
- c) Er is sprake van schaarste als er te weinig middelen zijn om in alle behoeften te voorzien.
- d) De mate waarin je in staat bent om je wensen en behoeften te vervullen.
- De drie productiefactoren die de producent nodig heeft voor onbetaalde productie zijn: natuur, gereedschap (hulpmiddelen is ook goed) en (onbetaalde) arbeid.
- De andere 2 redenen zijn dat je er geen tijd voor hebt en omdat je er zelf niet toe in staat bent.
- a) Niet waar. Een cirkeldiagram is het meest geschikt om weer te geven hoe iets is onderverdeeld.
- b) Niet waar. Een staafdiagram is opgebouwd uit staven.
- c) Waar. Het komt ook voor dat de betekenis in de staven zelf staat
- De productie in bedrijven is betaald en de productie thuis is onbetaald
- Ook goed is: De productie in bedrijven is gericht op de behoefte van de afnemers, de productie thuis is gericht op de behoefte van het eigen gezin.
- a) Redenen om te willen werken noemen we ook wel arbeidsmotieven.
- b) Naast loon is de omgang met collega’s een reden om te willen werken.
- Antwoord C is het juiste antwoord.
- Antwoord A is onjuist omdat vervuiling ontstaat bij betaald productie bij bedrijven maar ook bij onbetaalde productie thuis.
- Antwoord B is onjuist omdat er meer afval ontstaat als de productie meer energie vereist.
- Antwoord D is onjuist omdat de uitstoot van broeikasgassen juist omlaag moet.
- a) Tom kan de behoefte (honger) bevredigen iets te gaan eten. Door iets te eten verdwijnt de behoefte. Dit noemen we consumeren.
- b) Schaarste in middelen (te weinig geld) kan er voor zorgen dat hij zelf kookt. Schaarste in tijd (te weinig tijd om te koken) kan er voor zorgen dat hij eten besteld.

- a) Onjuist, klas 1B besteed de meeste tijd aan huiswerk.
- b) Onjuist klas 1D besteed minder dan de helft van de tijd aan huiswerk.
- c) Juist, de staafdelen van klas 1A zijn even groot, beiden 50%.
- d) juist
- a) Er is geïnvesteerd in de productiefactoren arbeid en kapitaal
- b) Er is sprake van mechanisering omdat er nog steeds mensen nodig zijn om de machines te bedienen.
- c) De productie is kapitaalintensiever geworden omdat de verhouding kapitaalgoederen groter is geworden ten opzichte van de hoeveelheid arbeid (40% is namelijk ontslagen)
- Brandweerman zijn: is zwaar werk, je werkt samen met collega’s, je werkt op onregelmatige werktijden, het is gevaarlijk werk.
- a) Windenergie, zonne-energie, energie uit biomassa en waterkrachtcentrales.
- b) De overheid kan subsidies geven om de duurzame energiebronnen aantrekkelijker te maken zodat deze minder duur worden voor de consumenten. Ook goed is: fossiele brandstoffen (gas, olie en steenkool) minder aantrekkelijk maken door strengere milieuwetten of er meer belasting over te heffen.
- a) Hij gaat 280 euro meer uitgeven.
- Er blijft 5%-3% (stijging basisbehoefte - loonstijging) = 2% stijging.
- 14.000 / 100 = 140
- 140 * 2 =280
- b) Hij kan 4 keer minder gaan uit eten 280 / 80 = 3,5 → 3,5 afronden naar boven want je kan niet een half keer gaan uit eten.
- Patrick moet zijn oom vragen om €90,- te lenen. Patrick heeft in totaal 100+250+1.000=1.350 euro. De vakantie kost 8 * 180 = 1.440 euro. 1.350 - 1.440 = -90 euro.
- a) €104,-. Patrick bespaart per brood 1,50 - 0,50 = 1,00 → Dit is per week 2 x 1,00 = 2,00 → Dit is 52 (weken) x 2,00 = €104,-
- b) €8,67. Het bedrag dat hij bespaart is hetzelfde als de waarde van zijn productie. Dit is dus €104,- per jaar. per maand is dit 104 / 12 = 8,666666667 is afgerond €8,67.

- a) Daan traint 8,5 uur per week.
- b) Daan is de meest tijd kwijt aan duurtraining (47,1%)
- c) Daan besteed 0,5 uur aan tempotraining.
- 8,5 / 100 * 5,9 = 0,5 uur
- d) Daan is 7 uur kwijt aan duur en hersteltraining.
- 8,5 / 100 * 47,1 = 4
- 8,5 / 100 * 35,3 = 3
- Ook goed is 47,1 + 35,3 = 82,4 → 8,5 / 100 * 82,4 = 7

- a) Een arbeidsjaar is de arbeidstijd die gelijk is aan een voltijdbaan, dus 1 arbeidsjaar = 1 voltijd baan.
- In totaal zijn er 150 banen → 70% is voltijd, 150 / 100 * 70 = 105 arbeidsjaren.
- 30 % is deeltijd → 150 / 100 * 30 = 45. E
- en deeltijdbaan is 60% van een voltijd baan → 45 / 110 * 60 = 27 arbeidsjaren.
- 105 + 27 = 132 arbeidsjaren.
- b) een voltijd baan is 40 uur per week.
- 24 uur is 60% van een voltijdbaan.
- 24 / 60 * 100 = 40 uur.
- a) De arbeidsproductiviteit is 24 vazen per werknemer per dag.
- 120 / 5 = 24.
- b) De arbeidsproductiviteit is 15 vazen per uur.
- 120 * 5 = 600
- 600 /40 = 15
- c) Er zijn dan 4 werknemers per dag nodig in plaats van 5.
- 600 vazen / 30 vazen per dag = 20 werknemers per werkweek
- 20 werknemers / 5 dagen = 4 werknemers per dag.
Deze toets bestellen?
- Snel nog even wat toetsen oefenen? Kies dan onze meest flexibele optie.
- Je kunt maandelijks opzeggen.
- Toegang tot alle vakken bij ToetsMij.
Wat krijg je bij een abonnement?
- Toegang tot alle vakken
- 20 kwalitatieve oefentoetsen per maand
- Antwoorden, uitwerkingen en toelichtingen
- Geen stress voor het maken van toetsen
- Voordelig en flexibel. Ideaal als je maar een paar maanden toetsen hoeft te gebruiken.
- Betaal per kwartaal en bespaar hiermee 2 euro per maand.
- Toegang tot alle vakken bij ToetsMij.
Wat krijg je bij een abonnement?
- Toegang tot alle vakken
- 20 kwalitatieve oefentoetsen per maand
- Antwoorden, uitwerkingen en toelichtingen
- Geen stress voor het maken van toetsen
- Favoriete keuze van meer dan 70% van de gebruikers.
- Betaal slechts 90 euro per jaar en bespaar hiermee 65 euro.
- Geniet van een volledig jaar toegang tot alle vakken bij ToetsMij.
Wat krijg je bij een abonnement?
- Toegang tot alle vakken
- 20 kwalitatieve oefentoetsen per maand
- Antwoorden, uitwerkingen en toelichtingen
- Geen stress voor het maken van toetsen
Dit zeggen leerlingen en ouders
Cijfers omhoog
Onze zoon had in februari zeker 12 minpunten. Hij is gestart met oefenen via Toets mij en heeft een geweldige eindsprint getrokken en afgelopen week bijna het onmogelijke waargemaakt. Er zijn nog maar 2 minpunten over en nog niet alle toetsen zijn terug. Het heeft onze zoon enorm geholpen, omdat er breed getoetst wordt en de vraagstelling, zoals van hem begrepen, overeenkomt met de toets. Als je de oefentoetsen goed kunt maken, beheers je de stof echt goed!
Fijn dat leerlingen alvast een keer een toets kunnen oefenen die eruit ziet zoals op school.
Wij hebben sinds kort Toetsmij, omdat onze dochter het erg lastig heeft met Wiskunde. Op deze manier kan ze het hoofdstuk oefenen met een toets die qua vraagstelling overeenkomt met de toetsen op school. Nu kan ze dit dus eerst oefenen voordat ze de echte toets moet doen. Als docent Engels die werkt met Of Course en All Right kan ik bevestigen dat de toetsen grotendeels overeenkomen met de vraagwijze van de methode zelf. Dat is dus heel fijn voor leerlingen om te oefenen. We hadden heel even een dingetje met het nakijken, want de uitwerkingen werden niet goed weergegeven. Even een mailtje en binnen een dag reactie en ICT ging meteen aan de slag met het herstellen van de uitwerkingen. Super contact, goede dienstverlening! Aanrader!
Zéér tevreden!!
Lid geworden voor mijn zoon in leerjaar 1 van (toen 13) inmiddels 15. Hij zit nu in leerjaar 3 HAVO. Elk boek is makkelijk te vinden en alsmede mailt met een probleem omdat hij Duits krijgt uit een boek van leerjaar 2 word dit zelfs op zondag binnen een half uur opgelost en toegevoegd aan ons account! Zo’n toffe service zie je niet vaak meer! Dus wij zijn zéér tevreden. Sinds we het nu weer gebruiken (tijdje niet gebruikt) scoort hij weer voldoendes en zelf voor wiskunde een 8.8!
Zoek in meer dan 10.000 toetsen
Echte toetsvragen, precies aansluitend op jouw lesmethode en leerjaar. Voor klas 1 t/m 6 van vmbo-t t/m gymnasium.
